Collectieve verdwazing in Haarlem

Vrijdagavond 14 december eindigde het Groot Dictee te Utrecht voor twee – zichzelf daarna niet meer zo respecterende – dicteespecialisten in zo’n traumatische shoot-out dat zij niet konden wachten op een mogelijkheid om zich te revancheren. En wat een geluk hadden zij: dit kon de volgende ochtend al! Marissa van Vliet vertelt over hun wedervaren en haar eigen belevenissen tijdens het Nationaal Dictee.

GdNT 2018

De jury van het Dictee. Links Hans Bennis, naast hem Vibeke Roeper en Wim Daniëls

door Marissa van Vliet

De onfortuinlijke dictee-experts – Bert Jansen en Jeroen van Heemskerck Düker – nodigden mij uit om met hen mee te gaan naar Haarlem. Daar kon, net als in 19 andere plaatsen in Nederland, in de bibliotheek meegeschreven worden met het Groot Dictee der Nederlandse Taal. “Een dictee zonder één enkel moeilijk woord erin” had taalkundige Wim Daniëls geschreven voor deze doorstart van het Groot Dictee op de radio. Echter, dat wat makkelijk lijkt, kan óók (of misschien beter gezegd: júíst) moeilijk zijn … Dat bleek al toen ik mij waagde aan de vrij simpel lijkende eerste opgave: mijn medetijgers vinden.

BertBert

Vol goede moed was ik vertrokken naar Haarlem. Mijn vriend Randy van Halen was aan het werk; jammer dat hij niet mee kon, maar vooral ook: hoera, een concurrent minder! Eenmaal aangekomen in de bibliotheek wezen de vriendelijke dames bij de ingang mij naar een trap naar beneden. Daar in de kelder stond een groot scherm met een vijftigtal tafeltjes en stoeltjes in keurige dicteeopstelling. Ik verbaasde me over hoeveel mensen er al zaten, maar wist ook dat er een plekje voor mij vrijgehouden zou zijn (zoals het Bert Jansen betaamt, uiteráárd naast hemzelf ;)). Ik speurde de ruimte af, maar geen getraumatiseerde tijgers te bekennen!

Toen de tijd verstreek, begon ik me toch zorgen te maken. Het was een kort nachtje geweest, dus: had ik het wel goed begrepen gisteravond en stond ik nu wel in de goede bibliotheek? Precies op dat moment liet mijn dicteevriend uit Bussum van zich horen. Hij mag dan aardig kunnen spellen, ik denk dat BertBert het navigeren voortaan toch beter aan TomTom kan overlaten. Oordeelt u zelf:

B: “Waar ben je???”
M: “Waar zijn jullie?”
B: “In de bieb!!!”
M: “Sta ik nou in de verkeerde bieb of zo?”
B: “Centrale bieb. Gasthuisstraat”
M *stuurt haar locatie op Google Maps*
B: “Is goed! Naar beneden! Nu!!!”
M: “Maar ik zit daar aan een tafeltje, huh? Waar zitten jullie dan?”
B: “In de bieb zelf”
M: “Ja, daar zit ik in de kelder.”
B: “Zit je in de kelder?”
M: “Ja” (*denkt, maar typt niet* “Dat zeg ik toch net…”)
B: “Kom naar boven!”

Vijf minuten voor aanvang raapte ik dus mijn spullen bijeen, rende weer naar boven, de bibliotheek door. Daar bleek achterin te midden van de boekenkasten nog een clubje dicteeschrijvers te zitten, met daar ook de twee die ik zocht. Nog nét op tijd voor de spelregels …

Het bleek radio mét beeld te zijn in de bibliotheek, oftewel: niet veel anders dan tv

In tegenstelling tot de mensen in de kelder, hadden wij hierboven in de bibliotheek naast een scherm waarop de uitzending te zien was (ja, het was radio mét beeld, oftewel: niet veel anders dan tv), voor het bijbehorende geluid de beschikking over koptelefoons. Daarmee konden we het volume zelf afstellen. Handig! Zeker ook voor de senioren onder ons, waarvan het gehoor toch achteruitgaat – zo hoeven ook zij geen belangrijke spelregels te missen …

Haarlem 2018

Lotje deed ook mee in de Haarlemse bibliotheek en scoorde verrassend goed!

Begrijpelijk

“Een lekker potje spellen, voor plezier of voor de roem. Wat is er op zo’n zaterdag nou mooier om te doen?! Oh, en wat is het overzichtelijk en fijn, dat het deze keer niet van die klotezinnen zijn!” Zo opende het Thijs Boontjes Dans- en Showorkest het dictee. En dat was precies Daniëls’ bedoeling geweest: geen woorden die niemand kent, geen dictee meer waardoor iedereen denkt dat onze spelling en grammatica ondoenlijk zijn om te leren – nee, terug naar waar het dictee op tv steeds verder weg van was geraakt: een eenvoudige, begrijpelijke tekst. Van tevoren had hij al verklapt waar het over zou gaan: de lange, hete, droge zomer. En nog een tipje van de sluier had hij opgelicht: dertien keer zat het lidwoord ‘de’ erin. Dat moest wel lukken, toch…?

Bedrog

En inderdaad, de tekst was een simpel verhaal, vol klassieke Nederlandse dicteewoorden als naar verluidt, trukendoos, minuscule en souvenirtjes, en exotischer dan wat uitstapjes naar het Fries (skûtsjesilen, fierljeppen) werd het niet. De tekst werd in een vlot tempo voorgelezen door (voor de laatste keer) mister Groot Dictee himself: Philip Freriks. IJverig schreven wij drieën met de 80 anderen in de bibliotheek Haarlem mee met de 40 genodigden van de uitzending in de naastgelegen Doelenzaal. Toen radiopresentator Frits Spits de strenge woorden “Leg de pennen neer” uitsprak, draaide Jeroen van Heemskerck Düker (de tweede dicteetijger) zich om. Hij en Bert Jansen gebaarden naar elkaar: “Kun jij een fout bedenken die je gemaakt hebt? Nee, ik ook niet!” en ze droomden weg bij het idee van het hoogst haalbare: de nulfouter. Maar zoals wij allen weten: de meeste dromen zijn bedrog, en dus ja, bij het nakijken bleek: wij vergisten ons toch …

Bertjansentjes

Na een korte onderbreking werd de dicteetekst op papier uitgedeeld, om daarmee ons eigen (of zoals wij deden: elkaars) werk na te kijken. Opnieuw: een makkelijke opgave, zo lijkt … Maar de organisatie wist het zelf ook even niet meer: waren die roodgedrukte woorden nou de valkuilen of alleen de woorden die meetelden voor de fouten? Na hierover en paar keer van gedachte veranderd te zijn (met veel gezucht en gekras bij ons tot gevolg), dook er ineens een reglement voor de organisatie op: “Neem deze spelregels vooraf met de deelnemers in uw bibliotheek door”. Oeps! Nou ja, beter laat dan nooit werd duidelijk dat het hier in het rood om de aangemerkte valkuilen ging, maar dat ook fouten in de overige woorden meegerekend moesten worden.

De spelregels hadden wij Freriks toch keurig horen voorlezen? Nee, niet iedereen, zo bleek

En de rest van de spelregels? Ach, die hadden wij Philip aan het begin van de uitzending toch ook keurig horen voorlezen … Of nou nee, niet iedereen, zo bleek! Een koptelefoon met volumeknop mag dan wel de oplossing zijn voor het achteruitgaande ouderengehoor, niet voor de “Ik doe wel vaker een dicteetje en ken de regels inmiddels wel”-gedachte! Zo bleek arme Bert, en – ter geruststelling – hij niet alleen, geheel gemist te hebben dat alle losse getallen in cijfers geschreven moesten worden. Alle moeite om 2018, 314, 10 en 24,4 voluit te schrijven voor niets, of nou ja: voor vier fouten extra.

Maar dat was niet het enige … Celsius schrijven als ‘Ceelsius’, dat soort slordigheidsfouten, “echte bertjansentjes” zoals Jeroen het noemde, maakte hij ook nog. Maar dat lag niet aan de leeftijd, want ik deed hetzelfde en nog wel erger. Waar zat ik met mijn hoofd toen ik de klimaat schreef? Och, had ik het aantal keer ‘de’ in mijn tekst maar nagerekend!

En waarom dacht ik net als Bert bij alom geprezen toch aan het aaneengeschreven ‘alomtegenwoordig’? En dan schreven wij alle drie ook nog te zijner tijd als ‘tezijnertijd’; hoe krijg je het voor elkaar?! “Collectieve verdwazing!” riep Bert uit. “Goede titel voor mijn verslag, dank je”, zei ik.

GdNT 2018

De winnaar wordt geïnterviewd na afloop

Bekenden

Terwijl de organisatie van de bieb de dictees met de minste fouten, waar wij – goddank – toch nog steeds bij zaten, meenam voor een tweede nakijkronde, dronken wij onze verdwazing weg met (lauw geworden) chocomel. En ach, een schrale troost: álle deelnemers in de bieb kregen de decembereditie van Onze Taal en het boek De taal van toen van Wim Daniëls cadeau.

In de kelder verzamelden wij ons voor de prijsuitreiking, eerst die van de uitzending, daarna die van ons. Op het scherm zagen wij hoe ook in de Doelenzaal geen nulfouter was gescoord – wat een geruststelling! Twee fout had de winnaar en dat was ons aller bekende Pieter van Diepen, eerdere winnaar van het Dictee in 2010. Na hem eindigen ex aequo met drie fout Marco Sanders en Paul de Kuyper, ook twee bekenden. Paul de Kuyper was samen met Roberto la Rocca de feitelijke winnaar van het allerlaatste Groot Dictee op tv in 2016. Beiden scoorden zes fouten. Maar bij De Kuyper – die elk jaar het dictee van de TU Enschede schrijft – werd dat pas na de uitzending vastgesteld. Ter genoegdoening kreeg hij een wildcard voor de volgende editie, die vervolgens nooit kwam. Dat zal de reden geweest zijn hem dit jaar in de radio-editie op te nemen in het deelnemersveld.

In diezelfde laatste editie streed La Rocca samen met ’prominent’ Gustaaf Peek tegen het Belgische team, bestaande uit ’prominent’ Kristien Bonneure en Marco Sanders. Het Belgische team won. Die Marco Sanders stond vandaag dus opnieuw op het podium, en hoe mooi dat Paul de Kuyper daar nu ook bij stond!

Bingo

De vraag was nu: zou ‘ons’ podium ook uit drie bekenden uit de dicteewereld bestaan? Uit onze berekeningen kwam Jeroen van Heemskerck Düker uit op drie fout, ik op zes en Bert Jansen op zeven. Echter, de Friese uitdrukking It giet oan (die ik wel goed schreef) werd blijkbaar als zo exotisch gezien, dat deze niet meegenomen werd in de foutentelling. Daarmee kwamen Bert en Jeroen op een foutje minder en zou het dus nog spannend worden tussen mij en Bert. Máár de heren waren intussen ook aan de praat geraakt met een charmante jongedame die ook wel erg weinig fouten meende te hebben …

De heren waren aan de praat geraakt met een charmante jongedame, die ook weinig fouten meende te hebben. En zij kreeg gelijk

De uitslag aldus: op de derde plaats eindigde deze dame, Merel Bijl, met zes fout! Het schrijven van een verkeerd lidwoord werd door de jury als zó stom gezien, dat ze dat niet meerekende in haar beoordeling en ik met vijf fout zowaar tweede werd! En de eerste plaats, ja dat moest Jeroen van Heemskerck Düker wel zijn, met inderdaad evenveel fouten als Pieter van Diepen. Alle drie kregen wij nóg een boek van Wim Daniëls, namelijk Koken met taal. Daarin brouwt hij met de ingrediënten van onze taal allerlei woordgrapjes, -spelletjes en -vondsten en schotelt hij ons vele taalwetenswaardigheden voor. Een erg leuk boek, dat ik zeker kan aanraden! Thuis zag ik dat ons exemplaar ook nog eens gesigneerd was, een leuke verrassing die het helemaal afmaakt.

Haarlem 2018

De winnaars in de Haarlemse bieb: Merel Bijl (3e), Jeroen van Heemskerck Düker (1e) en Marissa van Vliet (2e).

“Maar hoe liep het nou met Bert af?”, hoor ik u denken. Die bleek dus negen fouten te hebben, doordat zijn voluit geschreven getallen niet als één herhalende fout, maar elk als afzonderlijke fout waren gerekend. De heer Jansen vroeg zich na afloop in een existentiële crisis dan ook af of hij eigenlijk nog wel op aarde is om dictees te maken, of dat hij niet beter de overstap kon maken naar de bingo … Zoals Jacques Bettelheim al aangaf: bingo is ook geen sinecure, Bert! Dus ik hoop dat je toch nog lang blijft dicteeën. Al is het maar zodat ik nog wat vaker van je kan winnen…;)

PS Ik kan dit verslag natuurlijk niet eindigen zonder Rien Wisse te noemen, die als enige in het land wél een foutloos dictee wist af te leveren – gefeliciteerd!

3 reacties

    • Als ik de naam “Johan” zie, denk ik onmiddellijk aan reduplicatiewoorden. Spaar je die nog steeds. Ik heb er laatst nog wat gevonden, waarvan ik denk dat je die niet hebt. Wil je ze hebben?

  1. Je vlot geschreven verslag heb ik met veel plezier gelezen, Marissa. Ben ik ook weer op de hoogte.