Dicteepartij over open brief van Rutte: ‘Er klopt niks van’

Mark Rutte heeft weer een open brief aan het Nederlandse volk geschreven. De Spelt sprak erover met Marinus Woordenaar, voorzitter van de Dicteepartij.

door Rien Wisse, redacteur van De Spelt – uw broodnodige dicteenieuws

De brief begint met: Als ik u zeg “wat een geweldig land hebben we toch”, dan denkt u vast: “daar heb je die Rutte weer”. Sterke openingszin, toch?
Geenszins. Het eerste citaat kan beter met een hoofdletter beginnen. Het tweede is een gedachte; die mag niet tussen citaattekens staan. Als dat al zou mogen, zou dat zinnetje óók met een hoofdletter moeten beginnen – met de punt niet ná maar vóór het aanhalingsteken. Er klopt niks van, begrijpt u wel?

Eh, nou …
Ja, nou zal er wel weer zo’n vermaledijd beletselteken in uw verslag komen te staan. Daar is de wereld tegenwoordig van vergeven. Denkt u dan wel aan de spatie? Rutte deed dat niet en schreef: Maar ik meen het… Fout, want voor die drie puntjes hoort een spatie. Alleen bij woordafbre…

Jaja, lekker belangrijk. Rutte spreekt over een land waar we altijd stappen vooruit zetten. Hij zet Nederland toch maar mooi op de kaart.
Dat laatste cliché zal ik u vergeven, maar vooruitzetten schrijven we aaneen. Al járen. Dus hoezo vooruit?  Onze mp loopt juist áchter. Ik wil het woord reactionair niet in de mond nemen, maar …

U doet het wel.
Die stijlfiguur heet praeteritio, pretermissie of paraleipsis: iets zogenaamd niet willen zeggen, maar het ondertussen wel doen.

Rutte gebruikt een metafoor. Hij ziet Nederland als een vaasje dat we met zeventien miljoen mensen vasthouden: Heus, het kan ook kapot gaan. Er zijn mensen die zo hard aan het vaasje trekken dat het stuk gaat. In de politiek zie ik ze ook voorbij komen. Treffend, vindt u niet?
Schei uit, man. We spellen kapotgaan, stukgaan en voorbijkomen – zonder spatie. Nederland kan kapotgaan aan spatiefouten. Laatst had een bloemist een graf stuk gemaakt. Een supermarkt bood de laagste prijsgarantie. De Buienradar had weer updates. Je wordt er gek van.

Rutte schrijft ook: Er zullen nu mensen zijn die hun schouders ophalen. Vooral hen gun ik het om hier aan mee te doen. Vindt u dat niet ontroerend?
Nee, want daar gaan we weer: bij het werkwoord gunnen hoort een meewerkend voorwerp, geen lijdend voorwerp. Daarom had Rutte moeten schrijven: Vooral hun gun ik het. Niet hen. En hieraan schrijven we aaneen.

Al die gewone normale mensen die Rutte zo enorm waardeert zullen zich daar echt niet druk over maken.
Hebt u ooit normale mensen ontmoet die níét gewoon zijn? Of gewone mensen die níét normaal zijn? Dat dubbelopgedoe is ook onuitroeibaar. Laat ik u eens wat andere voorbeelden …

Sorry, we moeten afronden. Ik wil u graag hartelijk bedanken.
Doet u dat dan maar, als u dat zo graag wilt. Mag ik uw verslag vóór publicatie nog even controleren op taalfouten?

Rien Wisse, redacteur van De Spelt, je broodnodige dicteenieuws

3 reacties