door Pieter van Diepen | foto’s © Jan van Rijn
Alphen aan den Rijn is al jaren een dicteestad: de Soroptimist International Club heeft inmiddels zeven edities georganiseerd. Maar het Bloemrijk dictee van de werkgroep “Dichter bij Bloem” was een nieuwe loot aan de dicteestam. De dichter J.C. Bloem, geboren in het buurtschap Oudshoorn, dat al sinds 1918 tot de gemeente Alphen behoort, is vijftig jaar geleden overleden en dat wilde de werkgroep passend herdenken. Met een Bloemdictee. Ze hadden er werk van gemaakt: Beatrijs Souverijn, die de avond presenteerde, had bijvoorbeeld soevereine cakes gebakken, alle met een prachtige bloem erbovenop, en voorlezer Henk van Tol had zich voor de gelegenheid in een lichtblauw pak met bloemen gestoken. Maar het meest bijzondere idee was de keuze van de auteur van het dictee. Dat was niemand minder dan Ego Flos. Ja, Bloem zelf!
Levenstucht
J.C. Bloem is geboren in 1887 als burgemeesterszoon. Aan zijn jeugd in Oudshoorn, in Villa Nuova, pal aan de Rijn, heeft Bloem nostalgische herinneringen. Van 1900 tot 1905 bezocht hij de hbs in Leiden en woonde hij bij mij om de hoek, aan de Langebrug, in de kost bij zijn geschiedenisleraar Jan Kunst. Een gedenksteen op dat huis herinnert er nog aan: “Hier woonde en werkte de dichter mr. J.C. Bloem 1900–1905”. Hij was toen natuurlijk nog geen meester in de rechten, en of hij veel werkte was maar de vraag, want hij is gezakt voor zijn eindexamen en heeft later met veel moeite staatsexamen gedaan. “Hier woonde en werkte” suggereert dat hij daar zijn gedichten schreef, maar dat waren hooguit zijn eerste puberale beginsels, vanaf zijn zestiende. Die stuurde hij dan naar Albert Verwey, om in diens tijdschrift De Beweging op te nemen, maar die weigerde steeds.
Later, toen zijn ouders naar Amersfoort waren verhuisd, ging Bloem in Utrecht rechten studeren. In februari 1911 schreef hij voor het studentenblad Minerva het opstel – essay is een te groot woord – Levenstucht, waarin hij zijn medestudenten uitlegde hoe hij zich de verhouding tot de maatschappij voorstelde. Dat opstel was het dictee.
Bloemrijk
Het idee van een tekst van Bloem zelf was op zich heel origineel, maar leverde het ook een bloemrijk dictee op? Nee, eerder saai, ouderwets taalgebruik (we schrijven 1911), dat archaïsch aandoet. Wat te denken van zinnen als “… die thans evenwel tot een ellendige gemeenplaats is geworden. De flauwste beuzelingen duidt men er mee aan, en tevens de meest weidsche vreugden van hart en intellect”, “Voor het merendeel der menschen is hun betrekking een goedig-aangenaam iets” en “Maar zij hebben het inzicht, dat met dit gevoel tot een goede evenwichtigheid samengaat. Zij zien in de grauwe dagelijkschheden des levens een tegenwicht, een tucht voor andere, schooner neigingen, wier stroom zonder deze tucht vermoedelijk buiten haar bedding zou treden, en aldus vervloeien en te niet gaan”?
De norm was overigens gewoon het Groene Boekje van 2015, dus we schreven weidsche en menschen niet met sch. En Bloems ‘te niet gaan’ was door de jury gecorrigeerd tot tenietgaan. Jammer dat er mee, er van en er aan op het nakijkblad was blijven staan zoals Bloem het schreef, maar kwalijker was dat het bij sommigen die het, zoals het hoort, aan elkaar schreven, fout was gerekend en bij anderen niet. Maar het was natuurlijk wel een relatief makkelijk dictee (zie de tekst elders op deze website), zonder de bekende dictee-instinkers. Of het moeten woorden zijn als weidse, rijstebrijberg, sympathiek, loochenen, te veel, tenietgaan en eigen gemaakt. Dit laatste ging niet over soep.
Uitslag
Dat het dictee niet zo moeilijk was, bleek wel uit het gemiddelde aantal fouten: minder dan 6. In totaal maakten de 21 deelnemers, inclusief dicteetijgers, 114 fouten. Maar er was niemand die het dictee foutloos schreef: het hoogste aantal fouten was 12, de winnaar had er 1. Winnaars moet ik zeggen, want er was een ex-aequo-uitslag. De Alphense stadshistoricus Henk Jan Habermehl en ikzelf mochten daarom nog aantreden voor een barragezin, die wel wat pittiger was: “Het bevreemdt je dat men – in verhalen over de Oudshoornse villa – zich het landhuis als een pied-à-terre herinnert en het meest stupide is wel dat – volgens allerlei ge-sms’te en geappte berichten – Bloem uit hoofde van bepaalde teksten een rock-‘n-rolllegende avant la lettre zou zijn.” Daarin maakte mijn tegenstrever drie fouten, terwijl ik weer eens een paar koppeltekens te veel schreef, avant-la-lettre …
Toegift
Dictees zijn voor lokalo’s en nomaden
En dan … was daar opeens het Bloemdictee
Het opstel ‘Levenstucht’, wat een idee
Van Ego Flos, Bloem zelf! Dat kun je raden
Het zat daar in de bieb niet afgeladen
Ik telde er zo’n twintig man m/v
Ook deed een handvol buitenpoorters mee
Die over allerlei dictees ohaden
Alles is zwaar voor wie niets zwaars verwacht
Maar deze tekst was heel goed te behappen
Geen woorden als eczeem of als acne
Ik was, zo heb ik bij mezelf gedacht
– Dat wil ik hier publiekelijk verklappen –
Domweg gelukkig bij het Bloemdictee
NB: De organisatoren putten zich nadien uit in excuses voor de foutjes bij de correctie. Beatrijs Souverijn rijdt zelfs helemaal van Alphen naar Naarden met een eigengebakken taart. Een nazorg als deze mag niet onvermeld blijven (red.)
Pieter, mooi gedicht, en een mooi verslag over dit originele dictee.
Fleurig.
Jammer van die foutjes in de dicteetekst. Maar niemand is perfect, let maar op de schrijfwijze van Beatrijs’ achternaam in het verslag.
Wat is daar mis mee? Internet: Voordrachten J.C. Bloem-project door Beatrijs Souverijn.
Rein, Jan doelt wel op het bijschrift bij de foto, waarin de spelling afwijkt van de spelling Souverijn.
Niet gezien, dom.
Godallemachtig, je kunt ook gewoon een mailtje sturen hoor. Wie heeft er nou iets aan enigmatisch gewauwel onder een mooi verslag?
De deelnemer rechts op de tweede foto, met het geruite hemd, is Ger de Graaf, oud-gemeentesecretaris van Alphen, die samen met Margriet de Boer en Joop van den Berg als derde eindigde, met slechts twee fouten. Ik heb op de Bestuursacademie Zuid-Holland nog les van hem gehad in gemeentefinanciën. Meer dan 25 jaar geleden …
Korte samenvatting van de avond door de lokale omroep, waar Pieter van Diepen opeens Van Diemen heet, vind je hier.
Ik ben die man van het geruite hemd. En ik ben natuurlijk dankbaar voor mijn
(slechts) twee fouten. Maar nog dankbaarder ben ik Pieter van Diepen. In de eerste plaats omdat hij mij zich nog herinnerde als docent aan de Bestuursacademie. Blijkbaar is de herinnering niet al te negatief, anders zou hij haar zeker onvermeld hebben gelaten. In de tweede plaats omdat hij in zijn verslag meldt dat één van de twee mij aangerekende fouten ten onrechte is fout gerekend. Een hele geruststelling. En overigens was het een alleraardigste avond, waarin vel mensen het beste beentje hebben voorgezet. Ik vond het een genoegen!
Oei! Excuus dat ik Graaf met één f schreef …