door Jeroen van Heemskerck Düker | Foto’s: © Freek van Sluijs
‘Hier staan wij, wij kunnen niet anders.’ In de Dom van Utrecht, pen en papier in de aanslag.
Zo’n veertig taalminnaars voelden zich op de zwoele zomeravond van 23 juni geroepen om de kanselrede van Manon Uphoff correct te noteren, tijdens het tweede Groot Kerkdictee. Het was een oecumenisch gezelschap: naast dominee De Jong van de Domkerk nam de aimabele oudkatholieke aartsbisschop Vercammen plaats, achter een gereformeerde ouderling vond ik zelf, als belijdend atheïst, een tafeltje.
Aan beroepschristenen kun je de organisatie van een evenement als het Groot Kerkdictee wel overlaten. De tweede editie van dit evenement verliep volgens een strak schema en blonk uit door een gevarieerd, onderhoudend programma. Midscheeps posteerden zich de schrijvers, geflankeerd door een indrukwekkend bataljon correctoren. Vanaf de kansel heette dominee Netty de Jong de aanwezigen welkom, waarna auteur Manon Uphoff haar dictee stipt op tijd mocht voorlezen. Als liefhebber van fraai dicteeproza was ik blij verrast. In het Lutherjaar 2017 kon de hoofdpersoon natuurlijk alleen de augustijner monnik zijn, die vijfhonderd jaar geleden zijn 95 stellingen aan de kerkdeur spijkerde. Maar Uphoff richtte haar aandacht vooral op de wereldse kant van de hervormer, met name op diens hang naar langdurige copieuze maaltijden – zijn Tischreden zijn niet voor niets beroemd.
Gastronomische uitweidingen
Voor deelnemers die zich hadden voorbereid op ecclesiastisch jargon en theologische haarkloverij, viel de keuze van Uphoff minder gunstig uit. Zij bestookte haar publiek met gastronomische uitweidingen over bechamelsaus, boekweitebrij, compote en frambozenroze fricandeau, in tegenstelling tot het dieet van Johannes de Doper die zich tot een matig calorierijk dieet van sprinkhanen, honing dan wel waterige bouillabaisses of, curieuzer, minuscule gekonfijte mieren beperkte. Da’s andere koek dan de vrije, dan wel geknechte wil! Maar met deze kunstgreep wist de auteur wel een leuke tekst te presenteren, vol min of meer bekende voetangels als lascief, kolokwint, tenhemelschreiend, luieriken en het fameuze jeremiëren. Minpuntje: zij vergat het verplichte nochtans.
Ondanks de galm in het Utrechtse godshuis was de voorlezer prima te volgen. En de akoestiek was evenmin een nadeel in het volgende programmaonderdeel, de ‘preek van de leek’. Daarvoor was cabaretière Lenette van Dongen in gehuurd. Vanaf de kansel presenteerde zij een volwaardig optreden, inclusief een mooie preek over de liefde. Het chagrijn van de atheïsten wist zij mooi te apaiseren door de naam van het opperwezen nergens te noemen.
Cijfers
Keurig op tijd maakte Van Dongen plaats voor het laatste onderdeel van de dicteeliturgie, de bekendmaking van de cijfers. Die stelden niet teleur. Met een gemiddelde van bijna 24 fout hadden de deelnemers zich heel behoorlijk door de opgave heen geworsteld. Bijzonder was de deelname van Sheraz, een jonge Syriër die nog geen halfjaar geleden zijn vaderland ontvluchtte. Zijn prestatie werd beloond met het Groene Boekje, waarmee hij nu in recordtijd kan gaan inburgeren. Het erepodium kende geen verrassingen, doordat het Kerkdictee geen verschillende categorieën hanteert. De drie aanwezige dicteetijgers bezetten de eerste drie plekken. Bob Boersema uit Ermelo (drie fout) bleef een puntje achter op mij (twee fout); Rein Leentfaar uit Breskens (nul fout) won net als vorig jaar de Brugmantrofee. Minzaam nam de zwervende Zeeuw het protocol over om het beeldje van de Utrechtse prediker over te dragen aan de beste Utrechter (18 fout).
Met deze voorbeeldig uitgevoerde eredienst aan de Nederlandse taal heeft het Utrechts Kerkdictee een stevige positie verdiend in de hogere regionen van de dicteeranglijst.
Met gevoel voor nuance, detail en associatie! Mooie tekst hoor!