‘De geur van mijn geboortegrond’

Het elfde Groot Castricums Dictee op 22 november in de plaatselijke bibliotheek was weer een feest. Mooi weer, een mooie tekst en een spetterende entr’acte van de auteur, de Eemnesser bard Gerard Wortel.

Castricum 2017

Dicteeauteur Gerard Wortel

door Pieter van Diepen

Het elfde Groot Castricums Dictee op 22 november in de plaatselijke bibliotheek was weer een feest. Mooi weer, niet onbelangrijk als je er in donker met de auto naartoe gaat, een mooie tekst en een spetterende entr’acte van de auteur, de Eemnesser bard Gerard Wortel. Een redelijk – voornamelijk grijs – deelnemersveld ook, met een twintigtal lokale diehards. En drie dicteetijgers, die buiten mededinging mee mochten doen.

Omdat ik er niet bij stil had gestaan dat je ook per trein in Castricum kunt komen, was ik op tijd de asfaltwoestijn opgegaan. Een half uur eerder dan de routeplanner aangaf – eventuele files incalculerend. Dat viel mee. Maar als je al om kwart voor zeven ter plaatse bent, valt er niet veel te beleven. Van lieverlee ben ik door een uitgestorven winkelcentrum Geesterduin gewandeld. Daar word je niet vrolijk van.
Dat werd ik wel toen ik in de bibliotheek hartelijk welkom werd geheten, en daar behalve auteur Gerard Wortel ook twee mededicteetijgers trof. Annemarie Braakman had de tocht vanuit Aalsmeer aanvaard, Bert Jansen vanuit Bussum.

Nederland Leest
Het thema van het dictee was het thema van Nederland Leest: robotica. Waar hadden we dat eerder gehoord? In Eemnes, twee weken eerder, was de titel van het memorabele derde Eemnesser dictee “Robotica”. Van dezelfde auteur als in Castricum: de Eemnesser bard, muzikant, dorpsdichter en ‘taalknutselaar’, liever dan taalkunstenaar. Gerard zei nog dat hij, toen Castricum hem om een tekst vroeg met dit thema, even dacht dat hij mooi dezelfde tekst als in Eemnes kon gebruiken. Eén voor de prijs van twee. Totdat hij zich realiseerde dat die damned dicteetijgers natuurlijk weer zouden komen. Het moet gezegd: hij kweet zich glansrijk van zijn taak. Weer een mooi verhaal, en weer genoeg dicteewoorden om het aantal fouten van de winnaar in de dubbele cijfers te krijgen. Van de lokale winnaar dan.

Castricum 2017

Het publiek in Castricum in afwachting van het dictee.

Cyborgs
Het begon al met de eerste woorden van de eerste zin. “Het jaar 2057 was …” – ik had het al zo geschreven, toen de auteur ingreep. Het jaartal moest in letters. Ongebruikelijk, maar wel een extra moeilijkheid: een spatie na duizend. Het verhaal ging over feestelijkheden voor tweedegeneratierobots, ter viering van het vijftigjarig bestaan van de humanoïde robot. Tweedegeneratierobots, ja, alles aan elkaar. In het Groot Dictee van 2010 struikelden velen over ‘derdegeneratieallochtonen’, maar dat kwam doordat Philip Freriks het toen uitsprak als ‘dérde generatie allochtónen’. De voorlezer in Castricum, cultuurwethouder Steeman, deed het goed.

De tweede zin: De burgemeester opende het jubileumjaar triomfantelijk met een wijdlopig discours over kunstmatige intelligentie en sprak lauwerende woorden over de groteske wijze waarop de doorsneecyborg uit zijn gemeente in de afgelopen decennia wist te assimileren, waarbij de laatste nooit ofte nimmer enig xenofobisch gedrag tentoonspreidde of ervandoor ging ingeval een collisie dreigde met de menselijke entiteit. Ga er maar aan staan! (Een cyborg is half mens, half machine: cybernetisch organisme.)

Twee soorten robots
De zorg- en knuffelrobots werden vervolgens reuzegrappig gefêteerd op een geëngageerde vaudeville. Dat was mijn grootste twijfelgeval: waren het nou twee soorten robots, zorgrobots en knuffelrobots, of was het maar één type robot, dat zowel zorgde als knuffelde, dus à la het peper-en-zoutstel zorg-en-knuffelrobots?
De androïde robots gingen nog voetballen op een zompig en gemillimeterd veld, in een derby met een-tweetjes, crosspasses en man-tegen-mangevechten, voor de feminiene robots waren er workshops maquilleren en coifferen, met voor sommige een gratis coupe soleil of een voucher om naar believen te outletten in een doe-het-zelfzaak, en als afsluiting van het jubilee was een bal masqué met linedancen en aerobiccen. Kortom, plezier alom.

Castricum 2017

Gerard Wortel droeg een aantal van zijn liederen voor.

Spetterende entr’acte
Ook voor de deelnemers plezier, want in de nakijkpauze was er een spetterend optreden van Gerard Wortel. Uit zijn boek Heimwee naar Eemnes, met 43 gedichten die hij schreef als dorpsdichter in de periode 2013–2015, droeg hij er gloedvol een aantal voor. ‘Vorstelijk onderscheid’ over de lintjesregen, ‘Straatterreur’ over senioren op e-bikes en over kunstgras in het polderdorp ‘Kunstgras in het polderdorp’.

De gedichten werden afgewisseld door liedjes, of liever: gedichten in de vorm van een lied. Zichzelf begeleidend op zijn gitaar vertolkte hij het gevoelige nummer over pappa’s die ooit pubers waren en het weemoedige lied over meester Adolfse en zijn Fiat Topolino. Gevoelig, weemoedig, hoezo dan spetterend? Wel, op speciaal verzoek van een van de deelnemers zong hij “Heimwee naar Eemnes”, met het fragment “Maar wat ik het meest kan missen, wat ik Eemnes eigen vond, is die onvervalste geur van spetterende koeienstront.” En het refrein, meegezongen door zijn gehoor:

Koeienstront, kóéienstront,
De geur van mijn geboortegrond,
Alles wat te groeien stond
Dank ik aan de koeienstront

Ik kom uit West-Friesland, in Castricum rook ik al bijna de geur van mijn geboortegrond. En ja, ik kom van een boerderij. Met de onbekende dichter René de Clercq (1877–1932) zeg ik: “Ik klets op de kluiten en glets in de moer, ik ben van den buiten, ik ben van den boer!”

Castricum 2017

Co Rol (rechts) neemt zijn prijs in ontvangst.

Slotakkoord
Aan alles komt een eind, ook aan het pauzeoptreden. Er volgde immers nog iets belangrijks: de uitslag en de prijsuitreiking. Ik zei al: het was moeilijk genoeg om de lokale schrijvers met een flink aantal rode strepen op te zadelen. Drie van hen staken erboven uit. Sonja de Jong en Tessa van den Brink eindigden ex aequo op de tweede plaats met 15 fouten. Na loting kreeg Tessa de tweede prijs en Sonja de derde. Maar de winnaar was Heemskerker Co Rol, met 14 fouten.

En de drie buitenpoorters? Annemarie had drie fouten (of waren het er vier?), Bert had er twee, waaronder het discutabele ‘stichting’ met een kleine s waar Stichting Feestcomité Castricum vereist was. En ik, ik schreef vorig jaar in mijn privéverslagje: “De tekst, geënt op het thema van ‘Nederland Leest’, met lekker veel dicteewoorden, maar toch een goedlopend verhaal, was knap moeilijk voor niet-dicteetijgers – getuige de foutenaantallen van de prijswinnaars – en moeilijk genoeg om ook dat rare clubje weer op het verkeerde been te zetten, zodat niemand met een nulfouter naar huis ging. Chapeau.”
Nu kon ik in mijn annotaties schrijven dat het eerste deel nog onverkort klopte, en ook het laatste woord. Maar het was deze keer wel een nulfouter!

10 reacties

  1. Het lijkt idd of de meneer rechts, met het geruite hemd, aan de meneer links, in het colbert, een prijs overhandigt, maar nee: rechts is de winnaar Co Rol, die zijn prijs net heeft gekregen van de bibliotheekmedewerker-organisator links.