Dictee Schiedam: ook laaggeletterden schuiven aan

Tijdens het tiende Groot Schiedams Dictee maakte de dicteewereld kennis met een extra dimensie: daar deden de (voormalig) laaggeletterden zelf mee.

Ex-laaggeletterde Anja Bessem neemt haar eerste prijs in ontvangst

Anja Bessem

Anja Bessem neemt haar eerste prijs in ontvangst in de categorie laaggeletterden

door Huib Boogert. Foto’s: Petra Lanphen en Huib Boogert

Veel wedstrijddictees in ons land stellen zich bestrijding van de laaggeletterdheid in hun regio als goed doel. Vooral Rotaryclubs kiezen die bestemming voor de dicteeopbrengsten. In Schiedam maakte de dicteewereld kennis met een extra dimensie: daar deden de (voormalig) laaggeletterden zelf mee.

In het tiende Groot Schiedams Dictee op donderdagavond 5 november bleken de prestaties van de ex-laaggeletterden bewonderenswaardig. Ze maakten gemiddeld nauwelijks meer fouten dan de overige deelnemers, vertelden ze. Overigens werden de foutscores tijdens het dictee helemaal niet bekendgemaakt, behalve van de winnaars in elke categorie. Bij de gewezen laaggeletterden (van wie sommigen pas drie jaar behoorlijk kunnen lezen en schrijven) werd Anja Bessem winnaar. Bij de taalhobbyisten was Aart van Beuzekom opnieuw de sterkste, met zes fout. Hij pakte ook vorig jaar de zege. Bij de ‘dicteespecialisten’ won Huib Boogert. Hij maakte ook zes fout, maar de specialisten kregen een extra (zeer moeilijke) zin te verstouwen.

Hans Esbach

Ex-laaggeletterden Koos Vervoort (l) en Hans Esbach vertellen over hun ervaringen.

Getuigenis
Op het dictee-evenement in de prachtige gemeenteraadzaal van het Schiedamse stadhuis vertelden twee ex-laaggeletterden over hun inhaalrace met de taal. Hans Esbach was een van hen. Hij begon pas drie jaar geleden Nederlands te leren, bij zijn indiensttreding bij het gemeentelijk nutsbedrijf Irado. Hij is er nu plaagdierbestrijder. “Ik had nooit Nederlands geleerd. Nu kan ik goed lezen en schrijven. Daar ben ik zeer gelukkig mee. Ik vertel nu graag over mijn ervaringen om aan de samenleving wat terug te geven als dank voor mijn lessen Nederlands.”

Zijn mede-ex-laaggeletterde Koos Vervoort, een dyslecticus, vertelde opgetogen over het project ‘Taalmaatje’, waar hij veel baat bij heeft gehad. Hij schrijft nu blogs en publiceerde ook een boek. “Ik schrijf dolgraag.” Hij brak een lans voor het fenomeen Taalmaatje: “Als u wat tijd overheeft, word dan taalmaatje. Het is zéér dankbaar werk.”

Schiedam 2015

Een deelneemster luistert aandachtig naar het dictee.

Rechtstreeks op tv
Het dictee van Schiedam (georganiseerd door Rotary Schiedam-de Veste en Bibliotheek Schiedam) werd rechtstreeks uitgezonden op de lokale zender Look TV. Daardoor konden ook Schiedammers thuis meeschrijven. Een ander voordeel was, dat de uitleg van de tekst achteraf kort bleef: vragen moesten worden opgespaard tot de échte nazit. Anders zou de tv-uitzending in chaos en discussie kunnen ontaarden. Opmerkelijk was, dat een jeugdige deelnemer bekende dat hij het woord carbonpapier fout had geschreven, omdat hij niet wist wat het was ….

Wel werd duidelijk dat de tekst (geschreven door Monique Speelman, gelezen door burgemeester Cor Lamers) niet onoverkomelijk veel problemen opleverde voor de deelnemers. Volgens de jury werden de woorden A4’tje, ge-cc’d en versjteerd het vaakst fout geschreven. Het woord prolifererend daarentegen werd opvallend vaak correct gespeld.

Huib Boogert

Huib Boogert (r) was de winnaar in de groep dicteespecialisten

Venijn in de staart
De zin voor de specialisten, die in Schiedam werden aangeduid als ‘de buitencategorie’, luidde: Boven op de terra-di-Sienaondergrond werd door in pilo geklede, klassenbewuste en stachanovistisch opererende Amada-medewerkers uit België een hocus-pocusachtig, betsjoend euthynteria gebouwd. Die onmogelijke zin verklaart wellicht de tamelijk hoge foutscore van de dicteeveteranen.

Het dictee vindt u hier.

6 reacties

  1. Als meervoudig winnaar in de “hobbycategorie” ben ik, niet geheel vrijwillig, gepromoveerd naar de “specialistenklasse”. Als mijn tegenstanders nu maar vaak genoeg fouten van het type “Wordt dan taalmaatje!” maken, heb ik niets te vrezen.