Spelregels

Bij wedstrijden horen regels. Zonder een eenduidig reglement is het niet gemakkelijk, ja zelfs onmogelijk een enkele winnaar aan te wijzen. Hoewel veel organisatoren ervan uitgaan dat de Woordenlijst der Nederlandse taal en in uiterste noodzaak de ‘dikke Van Dale’ afdoende zijn om rebellerende deelnemers de mond te snoeren, wijst de praktijk anders uit. Er is altijd discussie, en in veel gevallen is dat terecht. Taal leeft, spelling verandert. Maar om onnodig gekissebis te voorkomen, presenteren wij op deze centrale plek de spelregels – ja, dat is dubbelzinnig – voor dicteewedstrijden.

Naast het hieronder weergegeven uitgebreide reglement heeft dicteegoeroe Herman Killens de elementaire spelregels samengevat op een A4’tje. Daarmee zijn de grenzen bepaald op elk dictee-evenement en voorkomt u onzekerheid bij de deelnemers. Download het document hier: De spelregels samengevat. Er is ook een versie in Word: De spelregels in Word.


Spelregels voor dictees

Code van goede praktijk voor organisatoren, auteurs en juryleden

door: Edward Vanhove; bewerking 2015 door Jeroen van Heemskerck Düker


Aantal fouten
Per woord wordt maximaal één fout aangerekend. Fouten binnen een woordgroep die de jury met elkaar in verband kan brengen, worden ook slechts als één fout aangerekend. Bijvoorbeeld:

  • kollektief i.p.v. collectief: 1 fout.
  • hij is op en top een heer i.p.v. hij is op-en-top een heer: 1 fout.

Op basis van het aantal fouten dat elke deelnemer in het dictee heeft gemaakt, wordt een rangschikking opgesteld. Als er in die rangschikking ex aequo’s voor de eerste drie plaatsen voorkomen, dan wordt er via een ex-aequoproef uitgemaakt wie eerste, tweede en derde wordt.

Uitspraak
Een deelnemer aan een dictee hoort te schrijven wat hij hoort. Hij hoeft dus niet te kiezen tussen de varianten wegje en weggetje, of tussen destilleren en distilleren. In deze gevallen is het steeds mogelijk op basis van de uitspraak te beslissen welke van de varianten moet worden opgeschreven. Varianten die niet overeenstemmen met wat wordt voorgelezen, worden fout gerekend.

Norm
Als norm wordt de spelling gehanteerd zoals ze is aangegeven in de officiële Woordenlijst Nederlandse Taal 2015 (het ‘Groene Boekje’). Omdat de papieren versie uit oktober 2015 drastisch is ingekort, is de digitale versie op internet de norm: www.woordenlijst.org. Voor woorden die niet in die lijst voorkomen geldt de spelling Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 15e uitgave, 2015. Ook voor deze bron geldt dat de digitale versie op internet (www.vandale.nl) de voorkeur verdient boven de papieren editie. Het onlinewoordenboek wordt regelmatig aangevuld en verbeterd.

Twee zaken zijn van belang bij het gebruik van beide normgevende naslagwerken:

  • alleen de abonnementsversie van de Van Dale geldt; het gratis onlinewoordenboek wordt niet gebruikt;
  • de nuancerende opmerkingen onder ‘details’ bij de lemmata in de Woordenlijst dient u te negeren. Alleen de schrijfwijze van de trefwoorden zelf geldt.

Hierna worden deze bronnen aangeduid als respectievelijk GB en VD.

Fouten
Als fouten worden gerekend:

  • het niet met de juiste letters weergeven van klinkers en medeklinkers;
  • fouten tegen het gebruik van diakritische tekens (trema, accent aigu, accent grave, accent circonflexe, cedille, tilde, enzovoorts);
  • fouten tegen het aaneenschrijven of los schrijven van samenstellingen, afleidingen,
    woordgroepen, telwoorden, enzovoorts;
  • fouten tegen het gebruik van liggende streepjes;
  • fouten tegen het gebruik van hoofdletters en kleine letters;
  • fouten in initiaalwoorden (pc, btw), in letterwoorden (vip, laser) en in verkortingen (info, airco).
  • fouten tegen het juist schrijven van cijfers, getallen en namen van symbolen.

Over dit laatste: cijfers, getallen en namen van symbolen – én samenstellingen daarmee – dienen voluit (dat is: in letters) te worden geschreven, tenzij expliciet gevraagd wordt om het anders te doen. Gebruikelijk is dat alleen data in cijfers worden geschreven. Bijvoorbeeld:

  • drie, achttien, cedille, pi, sigma, het euroteken, het paragraafteken, de ringel-s;
  • Karel V (hierbij wordt dan meegedeeld: ‘de vijfde als Romeins cijfer’);
  • 21 november 1952 (hierbij wordt dan meegedeeld: ‘21 en 1952 in cijfers’).

Er is één uitzondering: als het cijfer vast verbonden is met het (initiaal)woord, dan moet het als cijfer worden geschreven. Bijvoorbeeld: mp3, CO2.

Leidraad
Het Groene Boekje bevat vooraan een ‘Leidraad’ met spellingregels. Deze staat ook integraal op woordenlijst.org. Die Leidraad wordt eveneens als norm gehanteerd, maar de schrijfwijze van de trefwoorden in GB en VD heeft voorrang op de Leidraad. Daarom hebben de volgende stellingen uit de Leidraad voor het dictee geen zin:

  • ‘Als het accent niet nodig is voor de uitspraak, schrijven we het niet.’ (zie onder regel 4 A). Bij deze stelling moet er rekening worden gehouden met wat de Leidraad iets verder schrijft, namelijk: het is moeilijk te beslissen of een Frans woord onder deze regel valt. En vooral: ‘De Woordenlijst geeft uitsluitsel.’ Díe stelling telt hier dus.
  • ‘Als een samenstelling moeilijk te lezen of te begrijpen is (bv. tweedekansonderwijs), kunnen we de structuur verduidelijken met een koppelteken (bv. *tweede-kansonderwijs)’ (zie onder regel 6.C). Voor dicteeschrijvers geldt deze regel niet.

In de voormelde gevallen is het verplicht de schrijfwijze te hanteren van het trefwoord zoals het in de Woordenlijst voorkomt.

Geen afkortingen
Woorden die voluit worden gedicteerd, moeten voluit worden geschreven. Bijvoorbeeld: in het bijzonder moet voluit worden geschreven en mag dus niet als i.h.b. worden geschreven.

Niet splitsen
Woorden mogen niet worden afgebroken (gesplitst) om de rest ervan op de volgende regel te schrijven. Aan het afbreken zou een deelnemer immers een voordeel kunnen ontlenen, omdat hij een eventueel liggend streepje op de plaats van de afbreking niet hoeft te schrijven. Daarom wordt er voor een afbreking een fout aangerekend.

Gelijkwaardigheid van het Groene Boekje en Van Dale
Er wordt benadrukt dat de spelling van GB en die van VD zo veel mogelijk als gelijkwaardig worden beschouwd. Vermijd in de dicteetekst woorden waarvoor GB en VD een verschillende spelling aangeven. Mochten dergelijke verschillen zich desondanks voordoen, dan moet de jury vooraf beslissen over de beoordeling ervan. Er zijn twee mogelijkheden: de spelling van GB krijgt voorrang, of beide spellingen worden als correct aanvaard. De laatste oplossing verdient de voorkeur.

Betekenis
Er moet ook met de betekenis rekening worden gehouden. Zo kan een woord dat in GB staat, een spelling hebben die in sommige contexten toch net anders is. Bijvoorbeeld:

  • neiging en nijging staan allebei in GB zonder betekenisverklaring; toch horen ze elk bij een eigen betekenis;
  • inzetten staat in GB; daarentegen schrijf je in zetten wel soms los: ergens zijn tanden in zetten.
  • een Zeeuw (iemand uit Zeeland) staat zonder betekenisverklaring in GB. In de betekenis ‘oude Zeeuwse rijksdaalder’ is echter alleen de schrijfwijze een zeeuw juist, ook al staat dat laatste alleen in VD.

Aardrijkskundige namen
Hoewel het spellen van aardrijkskundige namen buiten de bevoegdheid van GB en VD valt, kunnen we ernaar streven alleen plaatsnamen in de dicteeopgave te gebruiken die in GB of in VD voorkomen. Het blijft nodig de spelling van deze plaatsnamen ook te controleren ten aanzien van de spelling die door de bevoegde instanties werd vastgelegd. De bevoegde instanties zijn: de redactie van de Bosatlas en de commissie BAN III voor de spelling van buitenlandse aardrijkskundige namen, en plaatselijke overheden voor de spelling van aardrijkskundige namen in Nederland en in België. Aardrijkskundige namen waarvoor een tegenspraak in spelling werd vastgesteld tussen om het even welk tweetal van de hiervoor genoemde referenties, worden uit de dicteeopgave gemeden. In elk geval volgen wij het principe dat voor dergelijke woorden alle spelvormen uit de genoemde bronnen als correct worden aanvaard.

Woordgroepen
In GB kan de woordgroep als geheel zijn opgenomen. Die spelling wordt dan in elk geval als correct aanvaard. In VD geldt als normatieve plaats om woordgroepen op te zoeken: het lemma dat het hoofdwoord van de woordgroep is. Een voorbeeld: in met dien verstande is het hoofdwoord verstand. De normatieve plaats om de woordgroep op te zoeken, is dan verstand (4). Zelfs als de woordgroep elders in VD (in betekenisverklaringen van andere woorden, in de aanhangsels, in voorbeeldzinnen) met een fout erin mocht voorkomen (bv. *met dien verstanden), dan wordt toch uitsluitend de spelling met dien verstande als correct aanvaard.

Schrijven
Aan de deelnemers wordt gevraagd om duidelijk te schrijven. Bij twijfel tijdens de correctie wordt in het nadeel van de deelnemer gerekend. Als de deelnemer een al geschreven woord wil veranderen, dan dient hij of zij het woord in zijn geheel door te strepen en het opnieuw te schrijven.

versie 2.0 |  december 2015