door Lizi van Vollenhoven

Zaterdag 12 april was een hoogtijdag voor dicteeliefhebbers. Op die zonnige dag togen acht enthousiastelingen naar Aalsmeer om zich daar door Annemarie Braakman-Ven in de watten te laten leggen. En om hun hersens te kunnen pijnigen in twee dictees. Aanwezigen: Frank Denys, Bert Jansen, René Dijkgraaf, Rien Wisse, Rein Leentfaar, Birgit Kuppens, Dian van Gelder, gastvrouw Annemarie en ikzelf, Lizi van Vollenhoven.
Het eerste dictee was geschreven door Huib Boogert. Hij putte hiervoor uit zijn jarenlange ervaring als misdaadjournalist bij de grootste krant van Nederland. De titel luidde ‘Recht en krom’. Zoals te verwachten was, stond de tekst bol van de juridische termen die soms moeilijk klonken, maar bij nader inzien meestal niet moeilijk te spellen waren. Het was niet alleen een leerzaam betoog, waarbij de verschillen in de vorm van de rechtspraak in Nederland en Vlaanderen kort besproken werden, maar ook een verzuchting: de rechtspraak ligt op haar gat, ipse dixit.
Zoals gebruikelijk zaten de grootste problemen in de kwestie: wel of geen hoofdletter. Het is het Openbaar Ministerie, maar wel het hof van assisen. Andere beruchte twijfelgevallen: los, vast of streepje? Boogert vroeg om uitsluitsel in licht gestrafte, cellen- en personele tekorten, en lik-op-stukbeleid. Een enkel minder bekend woord, zoals loya jirga (de landelijke raad van stamhoofden in Afghanistan, zelfs Van Dale kent het!) en gyozagerecht (een soort gefrituurde wonton) zorgden ervoor dat er geen nulfouters waren. Desondanks bleek dit het het best gemaakte dictee aller tijden in de huiskamercompetitie.
Het erepodium werd ingenomen door Rein Leentfaar (3 fouten), Rien Wisse (6 fouten) en Frank Denys, met 8 fouten. Birgit Kuppens volgde op de voet met 9 fouten.
Met een twist
Na deze eerste ronde lonkten de tuin en het heerlijke weer. Zalig in de zon genoten de deelnemers van een heerlijke lunch.

De middag werd ingeluid door de schrijfster van het tweede dictee, Dian van Gelder. Haar inleiding duurde net geen halfuur. Eerst had ik geen idee waar het heen zou gaan, maar dat werd allengs duidelijk. Het was een dictee met een twist, om zo te zeggen. Met als titel Fonetisch schrift was het een nieuw soort uitdaging. De in te vullen woorden stonden namelijk al in de tekst, maar in fonetische tekens. Eerst dus uitpuzzelen welk woord er bedoeld werd, en vervolgens opschrijven in correct Nederlands. Een woord als ɛksperimɛnt is dan nog niet zo moeilijk. Maar wat moeten we beginnen met ɑ̃trəʃɛ̃elu? Zelfs als je na wat puzzelen erachter komt dat daarmee entre chien et loup wordt bedoeld, moet je nog maar net weten hoe je dat spelt. We zaten met rooie oortjes te puzzelen dat het een lieve lust was.
Dat puzzelen en spellen twee verschillende dingen zijn, kwam tot uiting in de score. Niet bij Rein Leentfaar, want hij werd weer eerste, ditmaal met 8 fout gespelde woorden. Ook niet bij Birgit Kuppens, die andermaal 9 fouten had. Maar wel bij Rien Wisse en Frank Denys, die voor het eerst in acht jaar BeNeDictee mij voor moesten laten gaan. Mij beviel dit ɛksperimɛnt wel, maar ik kan me voorstellen dat het tot discussie leidde. Valt dit nog onder dicteekunst? Zo nee, is het dan oké dat we dit soort variaties nu en dan toepassen? Wat mij betreft, twee keer ja.
Het was in elk geval weer een bijzonder geslaagde dag. Dank aan de gastvrouw en de auteurs.
Mooi verslag, Lizi!