door Jeroen van Heemskerck Düker | foto’s ©Yvonne Verburg
Na het genoeglijke debuut van het Larens Lentedictee in maart 2014, lag een reprise voor de hand. En die kwam er dan ook: op donderdagavond 19 maart liep het krap bemeten theatertje van het Brinkhuis, in het hart van het Gooise dorp, andermaal vol met taalliefhebbers.
Onder de Larense incrowd mengden zich vier dicteenomaden en een bemoedigend aantal scholieren van Laar & Berg. Het gemengde gezelschap propte zich in de sfeervolle zaal om zich te laven aan de woorden van schrijver-schrijfdocent Gerard Beentjes, voormalig dorpsdichter van het aanpalende Eemnes. Die had zich voorgenomen zijn publiek niet het vuur na aan de schenen te leggen. Zijn verhaal kenmerkte zich door de afwezigheid van beruchte valkuilen, of het moesten de vermaledijde keuzes zijn tussen soortnaam en eigennaam – zoals openbare leeszaal en volksuniversiteit.
Marchant
In een enkel opzicht had Beentjes zichzelf en de jury wel in de nesten gewerkt. In de tweede zin citeerde hij uit de Laarder Courant van 1945, nog nét de tijd van De Vries en Te Winkel. Daarin was uiteraard het woord afdeling met twee e’s gespeld. In de daaropvolgende zin verbaast hij zich ‘over de archaïsch aandoende schrijfwijze van het woord afdeling’. Er is veel voor te zeggen een klinkerverdubbeling toe te passen in het citaat, maar in de zin erna is dat dubieus. En of het echt fóút is in het citaat, is al even twijfelachtig.
Ook de jury raakte erdoor in verwarring. Wat bij de een werd goedgekeurd, werd bij de ander afgestraft. Dat leidde ertoe dat bij de buitenpoorters de Zeeuw Leentfaar als winnaar werd aangemerkt, omdat bij hem rode strepen ontbraken die er bij anderen wel stonden. De overige dicteenomaden evenaarden de score van de lokale winnares Jet Oorthuys. De oud-directeur van Senior Vakantie Plan (sic) uit Huizen maakte maar drie fouten. In de groep Laar & Berg won docente Nederlands Chantal van Goor met tien fouten. Om een ‘overall winner’ te bepalen, had de organisatie voorzien in een dialectzin, in een taaltje dat ik als Gooier zelf nooit gehoord heb. Maar geestig was het wel.
Eveneens geestig – en leerzaam voor sommigen – was de onderhoudende entr’acte van cabaretier en presentator Kick van der Veer. Hij behandelde in rap tempo enkele geraffineerde rijmschema’s, gelardeerd met voorbeelden uit de rijke wereld van plezierdichters. In het Gooi bevindt zich een flink arsenaal van mensen van zijn kaliber, dus we kijken al uit naar het begin van de lente in 2016.
De auteur van dit artikel wekt de indruk dat hij inzage zou hebben gehad in mijn werk en de daarin aangebrachte rode streepjes. Ik hecht eraan te verklaren dat zulks niet het geval is.
De auteur zegt alleen maar dat er in het werkstuk van de winnaar twee rode strepen stonden, bij de vele runners-up drie. Daar hoef je geen wiskunde voor te hebben gestudeerd, noch inzage te hebben gehad in al die werkstukjes. Ik hecht eraan te stipuleren dat degene met het kleinste aantal rode streepjes doorgaans wint.
Misschien kan ik hier enig licht op werpen, Rein. Het tweede ‘afdeeling’ (dus in zin 3), waar jij een bonuspunt voor kreeg, is bij mij fout gerekend. Bij mij leverde juist het eerste ‘afdeeling’, in zin 2, in dat citaat uit 1945, een bonuspunt op. Jouw opmerking dat het in die zin met één e moest omdat in de zin stond dat het citaat syntactisch correct was, snijdt geen hout: syntactisch correct ja, dus qua zinsbouw, maar dat betekent niet per se qua spelling correct.
In het citaat uit 1945 had volgens mij naast ‘afdeeling’ ook ‘September’ een bonuspunt kunnen opleveren, omdat pas jaren later de maanden een kleine letter kregen.
Heel scherpzinnig, Jan! En die opmerking illustreert waarom zo’n citaat in de spelling-De Vries en Te Winkel niet thuishoort in een dictee. Je kunt niet van de huidige generatie verwachten dat ze de spellingskenmerken van Siegenbeek, Kollewijn, Marchant en De Vries en Te Winkel uit het hoofd kunnen reproduceren.