Tijger in beeld

Actualiteitenprogramma Een Vandaag zond op 17 december 2013 een item uit over dicteespecialist Rein Leentfaar – door de redactie geïntroduceerd als dictee-junk, met streepje.

Rein Leentfaar

Rein Leentfaar pakt uit zijn imposante archief zijn versie van het Groot Dictee erbij.

In de aanloop naar het Groot Dictee op tv groeit de aandacht van de media voor het fenomeen dictees, en in het kielzog daarvan: de dicteetijger. De nieuwsrubriek Een Vandaag van de Nederlandse publieke omroep bleef niet achter. De redactie kreeg Rein Leentfaar in het vizier, de enige ‘beroepsspeller’ die Nederland rijk is. Een team liep met hem mee naar het dictee van de Rotterdamse Erasmusuniversiteit en nam de zwervende Zeeuw, geïntroduceerd als dictee-junk (met koppelteken!) een interview af.

Patat
Oud-wiskundeleraar en voormalig wethouder Leentfaar kreeg alle ruimte om uit te weiden over zijn uit de hand gelopen liefhebberij. Terloops kwam ook zijn deelname aan het tv-dictee aan de orde, toen hij genoodzaakt werd met een vulpen te schrijven waarmee hij maar moeizaam kon omgaan. Zijn karakteristieke gedragingen tijdens een van de vele dictees kwamen eveneens ruim aan bod: van het traditionele patatje vooraf tot aan de opgestoken vinger om de voorlezer attent te maken op een misser.

Rein Leentfaar

Voorafgaand aan elk dictee nuttigt de zwervende Zeeuw steevast een patatje.

Babylonisch
Op de hielen gezeten door de camera, slaagde de man uit Breskens er niet in een nulfouter te scoren op het Rotterdamse dictee. De akoestiek speelde hem parten. Bovendien bleef de jury bij hun hoofdletter in een babylonische spraakverwarring, waarover het laatste woord nog niet gezegd is. Maar met zeven fouten bleek hij desondanks de beste deelnemer.

De hele uitzending van Een Vandaag kunt u hier terugzien. Het item over Rein Leentfaar start na twintig minuten.

11 reacties

  1. De EenVandaagredactie neemt de moeite een tv-ploeg met je mee te sturen, maar bekommert zich vervolgens niet om het correcte gebruik van je naam, Rein. “Overal waar een dictee is, daar is Leen.” En tot tweemaal toe Leentfeer. Slordig.

  2. Toch is die Babylonische/babylonische spraakverwarring uit het EUR-dictee een leuk thema. Van Dale vermeldt het Bijbelse fenomeen met een hoofdltter, omdat het zich in het oude Babylonië afspeelde, maar vermeldt hetzelfde fenomeen in overdrachtelijke zin met een onderkast.
    GB geeft een hoofdletter, maar de combinatie met spraakverwarring wordt niet genoemd.
    Kortom: ‘de’ Babylonische spraakverwarring lijkt me met een hoofdletter, ‘een’ babylonische spraakverwarring zou ik met een onderkast schrijven.

  3. Het verschil is dat Babels nergens met kleine letter voorkomt. Voor de liefhebbers heb ik een volgetypt A4’tje beschikbaar met de onomstotelijke conclusie, dat het een/de Babylonische spraakverwarring is m.b.t. de Bijbel en een/de babylonische spraakverwarring elders. Overigens baseerde ‘Rotterdam’ zich op de gratis VD (internet) en daar staat (alleen!) de Bijbelse notatie (met Bijbelplaats erbij). Maar dat telt niet. Nee, er is geen enkele twijfel mogelijk. A4’tje verkrijgbaar en als uitsmijter: in VD ook nog bij ‘verwarring’ : babylonische verwarring …

  4. En Jeroen, met dat koppelteken is niks mis. De ondertiteling is niet gehouden aan de gangbare spelregels en in gewone teksten mag je altijd een koppelteken zetten, zelfs in deur-knop.

  5. Meen je echt dat een tv-reportageploeg zich iets aan zou moeten trekken van dicteemores in een reportage over dicteetijgers? Dat is m.i. te veel eer voor ons …

  6. Rein snijdt daar nog een interessant punt aan waar ik het al lang principieel mee oneens ben: dat je in gewone teksten (bedoeld: niet-dictees, daar geldt die regel niet) altijd een koppelteken mag zetten. “Zelfs in deur-knop.” Ik ben ervan overtuigd dat de Taalunie/het Groene Boekje het facultatieve koppelteken zó niet bedoelt. Daar waar het fenomeen in de Leidraad voor het eerst opduikt, staat: “Als een samenstelling moeilijk te lezen of te begrijpen is, kunnen we de structuur verduidelijken met een koppelteken.” De voorbeelden: de overbekende woorden waar we zonder het koppelteken de betekenis niet van kunnen weten als het niet uit de context blijkt (valkuil, massagebed, identiteitschip), de driedelige samenstelling tweedekansonderwijs, die je zonder hulpstreepje ook op twee manieren kunt lezen (tweedekans onderwijs en tweede kansonderwijs) en de optisch moeilijk leesbare samenstelling parallelelementen. Ook voor afleidingen geldt dit: het facultatieve koppelteken gebruik je om moeilijk leesbare woorden te verduidelijken. Niet bij deurknop. Dat woord wordt er met een ot-en-sienstreepje niet duidelijker op. Integendeel.

  7. Overigens: als ik verwacht dat een (halve) dyslecticus moeite heeft met het woord deurknop, mag ik echt deur-knop schrijven. Niet de schrijver is het criterium, maar de lezer (GB 36).