door Randy van Halen
De afgelopen drie jaar was het Groot Papendrechts Dictee erg (misschien wel een beetje te) voorspelbaar: je wist van tevoren dat Bianca Nederlof een hilarische, mooie dicteetekst had geschreven, en ook de winnaar was al bekend voordat er ook maar één letter op papier stond: Randy van Halen. Hier moest wat aan gedaan worden, vond de Culturele Raad Papendrecht, die het dictee organiseert. Als drievoudig winnaar lag het verzoek bij mij om voor de editie van 2019 de tekst te schrijven: een verzoek dat ik met beide handen aangreep. 13 november was de dag dat ik de deelnemers met mijn tekst mocht martelen.
Mijn ervaring als dicteetijger hoeft natuurlijk niet direct te betekenen dat ik een leuke tekstschrijver ben. Ik had al vrij snel nadat me is gevraagd om de tekst te schrijven, wel een idee waar ik dat over wilde gaan doen. Uiteindelijk ben ik nog maanden bezig geweest met schaven aan de tekst en die te perfectioneren. Maar is dat ook gelukt?
Gezelligheid
De ontvangst in zalencentrum De Palm is warm. Er hangt altijd een gezellige ons-kent-onssfeer en iedereen raakt gauw met elkaar aan de praat. Deze avond schrijven zo’n 35 deelnemers mee met het dictee, waarvan ik het grootste deel ook bij eerdere edities heb gezien. Ze waren veelal blij dat ik het nu schreef, want “dan hadden zij weer kans om te winnen”, zo zei iemand met wie ik sprak.
Ondertussen is het tijd om te beginnen. Als iedereen op zijn plek zit, heet Wens Rupert van de Culturele Raad Papendrecht de mensen welkom, waarna hij mij het woord geeft. Ik vertel dat ik ontzettend blij ben dat er zo veel mensen zijn gekomen en hoe leuk ik het vond om dit dictee nu te schrijven: nu zag ik het dicteewereldje eens vanuit een ander perspectief. Ook herinnerde ik me een anekdote over vorig jaar die ik wel moest delen. Een deelnemer vroeg me toen na de overwinning of ik in mijn tekst “alleen maar Nederlandse” woorden wilde gebruiken; die deelnemer vond er toen wel heel veel lastige woorden in zitten. Op die vraag ben ik nu teruggekomen: ik heb inderdaad alleen maar Nederlandse woorden gebruikt, want ze staan allemaal in het Groene Boekje en/of Van Dale.
Daarna mocht ik mijn dictee voorlezen. Het ging over een gezellige spelletjesavond met wat vrienden in een kroeg, waarbij een van de vrienden afgeleid werd door een flamboyante jongedame naast hem, en helemaal afgeleid was. Dit liep echter voor hem catastrofaal af, want zijn seksuele avances werden niet beantwoord.
Vervolgens was het woord aan Bert Lock, die de afgelopen jaren de voorleestaak perfect op zich had genomen en dat nu ook weer deed. Hij vertelde ook over zijn eigen ervaringen met spelletjes, en hoeveel moeilijke dicteewoorden je daarmee kunt bedenken; hij was blij dat woorden als yahtzeeën en vier-op-een-rij er niet in voorkwamen, want daar kun je ook veel over struikelen. “En dit heeft ook iets erotisch, met die jongedame. Je kunt het helemaal zelf invullen en er allerlei fantasieën op na houden”, vervolgde hij. De grappenmaker had de lachers weer op zijn hand. Hij las het dictee zeer goed voor: perfect tempo, duidelijke stem, goed verstaanbaar.
Struikelblokken
Het was goed om te zien dat de deelnemers over enkele woorden goed moesten nadenken. Ik wilde de deelnemers het gevoel geven dat ze eigenlijk best veel woorden wél goed konden schrijven; het moet voor een lokale deelnemer immers wel leuk blijven. Maar een dictee is geen dictee zonder moeilijke woorden. Veel deelnemers maakten fouten in woorden als scrabbelen, rummikuppen, bockbier en ducttape. De grootste struikelblokken bleken echter Schotse whisky (niet te verwarren met de alcoholische drank uit Ierland, die als whiskey geschreven wordt) en een kort woord waar zeer weinig mensen van hadden gehoord: jab. Deze korte, felle stoot, zoals die in het boksen regelmatig wordt uitgedeeld, bleek bij bijna niemand bekend te zijn en tijdens het nakijken kwamen we de mooiste pogingen tegen. Al met al bleek dat de deelnemers het toch best goed hebben gedaan.
Geen shoot-out … wat nu?
Alles is nagekeken, maar voor de prijzen uitgereikt kunnen worden, hebben we als jury nog even iets te discussiëren. Er zijn namelijk drie deelnemers op de derde plaats geëindigd. We waren vergeten met die mogelijkheid rekening te houden en hadden dus geen shoot-out voorbereid. Toen realiseerde ik me een andere maatregel, die ik vaker heb gezien bij andere dictees: in geval van een ex aequo, wordt soms een alternatief gebruikt. Wie heeft zijn eerste fout het laatst gemaakt en is het langst foutloos gebleven? Dit bleek uitsluitsel te geven en we konden terug naar de zaal voor de prijzenuitreiking.
De derde plaats was dus een ex aequo onder drie personen, maar de prijs ging naar Tineke van ’t Hof, die vijf fouten had. Vaste podiumklant in Papendrecht Inge Kooijman mocht met de tweede prijs naar huis en had vier fouten. De winnares had, zeer indrukwekkend, slechts één fout en dat was Claudia Bossenbroek. Alle prijswinnaars werden verblijd met een boek en een boekenbon.
Zowel bij de organisatie als bij de deelnemers bleek mijn tekst erg goed te zijn bevallen. Ik kreeg de vraag voor mijn kiezen of ik voor de volgende keer weer de tekst zou willen schrijven. Daarop heb ik direct ja geantwoord. Hopelijk wordt het dan weer zo’n leuk en gezellig dictee!
Leuk verslag, Randy!
Randy, wederom bedankt voor je mooie woorden. Het was een leuke avond, en je dictee was top. Volgend jaar wacht een nieuwe uitdaging. Als jij blijft schrijven, blijf ik voorlezen. Tenzij je me natuurlijk voor die tijd een jab verkoopt.
Prachtige portrettering van de Papendrechtse pennenstrijd! 😉
Superleuk om eens je ervaring ‘aan de andere kant’ van een dictee te lezen.
Ik heb echt gelachen om dat de deelnemers zo blij waren “dat zij weer een kans hadden om te winnen”, de vraag of je “alleen maar Nederlandse” woorden wilde gebruiken, en de erotische fantasieën van de voorlezer, haha. 😉
Het klinkt als een geslaagde avond, met mooie scores. Ben benieuwd wat je er volgend jaar van maakt!