door Bert Jansen
De hondsdagen van het dicteecircuit vallen in november. In deze ten einde snellende slachtmaand waren er niet minder dan zestien (!) dictees. Op de eenentwintigste waren er zelfs drie op een avond, wat de gedreven dicteeaficionado voor een waar trilemma stelde: Vianen, Zutphen of … New York.
Verleden jaar deed ik mee in het chique Warwick Hotel op Manhattan met het door The Netherland Club, een vereniging voor Nederlandse expats, georganiseerde dictee. ‘Gracieus tapis-plain, imposante kroonluchter aan een fraai gestuukt plafond en doorvoelde kunst aan de muren’, zo beschreef ik verleden jaar de ambiance. Maar niet alleen de omgeving was vijfsterrenwaardig, ook het door schrijver Merijn de Boer gecomponeerde dictee was dat. Ik had mij dan ook vast voorgenomen ook voor de tweede editie naar de Big Apple te vliegen.
Sushi per iPad
Enfin, lang verhaal kort: op donderdag 21 november reden Jeroen van Heemskerck Düker en meine Wenigkeit traditiegetrouw weer oostwaarts om mee te doen met het Groot Zutphens Dictee, al tien jaar de speeltuin van menige dicteetijger, en heus niet uit vliegschaamte! We parkeerden de auto aan het Kerkhof in het centrum van de oude IJsselstad en wandelden – inmiddels óók een traditie – naar ons kledingmagazijn, waarvan we de naam niet noemen omdat het (nog steeds) geen sponsor is van het Groot Zutphens Dictee. Als twee ouwe nichten grasduinden we in de rekken met jasjes, broeken en hemden. Een uur later en vele honderden euro’s lichter liepen we naar het door de verkoopster abusievelijk als tapasrestaurant aanbevolen ‘Hai’.
Het bleek een sushirestaurant, gehuisvest in het verantwoord verbouwde oude postkantoor. Ons werd een iPad gebracht waarop we de bestelling moesten intoetsen; de communicatie geschiedde verder vrijwel uitsluitend elektronisch. Het werkte efficiënt en de sushi’s waren vers en smakelijk, maar riep het spookbeeld op van ontmenselijkte restaurants, waar transportbanden linea recta uit de keuken naar de tafeltjes lopen.
Wijze beslissing
In de elfjarige geschiedenis van ‘Zutphen’ zijn er inmiddels vijf locaties gepasseerd. In 2018, het jubileumjaar, zaten wij in de imposante Walburgiskerk, waar die avond nog nooit eerder gehoorde zinnen tegen de eeuwenoude pilaren omhoogkropen. Een heel contrast met de locatie dit jaar, de moderne aula van het gloednieuwe Eligantlyceum, een school waar de leerlingen in hoge mate hun eigen route kunnen kiezen.
De 32 mensen die af waren gekomen op de elfde editie van het Zutphens dictee hadden die vrijheid niet; zíj dienden zich te houden aan de regels zoals die omschreven staan in de Woordenlijst van de Nederlandse Taal. Wél werden de teugels gevierd waar het het abusievelijk of in het geheel niet plaatsen van leestekens betreft. Een wijze beslissing, want als er íéts discutabel is, dan is het dát wel. En bovendien heeft interpunctie met spelling niets van doen.
Nadat Jody Hagenbeek de spelregels had voorgelezen, werd de recitatrice van dienst geïntroduceerd, ook dit jaar weer een bekende Zutphenaar. Deze keer was de eer voor Merel Hubatka, een niet alleen mooie, maar ook veelzijdige vrouw. Het lijkt erop dat de successen voor haar niet op kunnen. Werd ze begin dit jaar tot stadsdichteres gekozen, nog geen maand later debuteerde ze met Norma, een roman die lovende recensies opleverde. Eén recensent schreef zelfs: ‘Ze staat in de traditie van Multatuli’. Als dát geen compliment is! En alsof dat nog niet genoeg was, viel haar nú de eer te beurt het Groot Zutphens Dictee voor te lezen. En dat deed ze voortreffelijk. Noch op haar articulatie, noch op haar tempo viel ook maar íéts af te dingen. Ik betrapte haar op slechts één foutje: exhaustief las ze voor als ‘eks-oo-stief’. Hoewel ze mij met haar onjuiste uitspraak op het verkeerde been zette en het mij een rode streep opleverde, vergeef ik het haar graag.
Stempel van de stadsarcheoloog
Bij het lustrumdictee, op 15 november 2018, alludeerde Jaap Pott erop in de volgende editie nog eens alle moeilijke woorden die in de eerste tien dictees de revue gepasseerd waren, opnieuw op te voeren. Dat ‘dreigement’ heeft Pott cum suis niet waargemaakt. Als thema werd deze keer ‘Hanze’ gekozen. En evenals in de vorige edities speelde ook de archeologie weer een rol, waarin we duidelijk de stempel van stadsarcheoloog Michel Groothedde herkenden.
De Oostzeevaarder Albert op de Korenmarkt vormde de inspiratie voor het opnieuw door Fiona van Gemert-de Heus, Michel Groothedde, Jody Hagenbeek en Jaap Pott gecomponeerde dictee. Helaas ontbreken close-upfoto’s van deze Albert, maar op basis van archivalia en facsimile’s was men er toch in geslaagd een accuraat beeld van deze atypische Zutphenaar te construeren. Of hij ook tot de geprivilegieerde Zutphense hanzeaten behoorde die vitten bezaten langs de zee-engte van de Sont, werd niet geheel duidelijk.
Wat wél duidelijk werd, was dat maquettebouwer Constant Willems, gebruikmakend van archeologische, bouwhistorische, iconografische en archivalische data, consciëntieus Hanzestad Zutphen anno 1485 construeert. Het was een gemakkelijk bruggetje naar de Hanzehof anno nu. De concertzaal werd tijdens het fin de siècle in neoclassicistische stijl gebouwd. Opvallend zijn de gesmede balustrades, de frêle kapitelen en het cassetteplafond.
Hanze en Hansen
En toen kwam, in zin 6, de verrassing, de volte-face: er is in Zutphen niet alleen een Hanzeverbond, maar ook een Hansenverbond, een club waar Hansen van beiderlei kunne gezamenlijk eropuit gaan voor educatieve excursies. Een orthografische trouvaille, zoveel is zeker; de precisering ‘van beiderlei kunne’ verwees overduidelijk naar personen, niet naar zaken. Voor menige buitenpoorter – in ieder geval voor uw penny-a-liner – was dat echter een al te schielijke volta. Zutphenaren zullen echter wel bekend zijn met de sinds 2013 bestaande coterie van zesentwintig Hansen, want in diverse plaatselijke en regionale kranten is er destijds veel publiciteit aan gegeven.
In de kiem gesmoord
Terwijl de nakijkploeg de dictees corrigeerde, was het de beurt aan Pott voor de explicatie. Interpellanten in spe werden meteen ontmoedigd: kritische noten worden er in Zutphen niet gekraakt. Een poging van onze Middelburgse orthografische dijkbewaker werd door Pott, die absolutistische trekjes vertoont, maar deze in charme weet te verpakken, direct in de kiem gesmoord.
Zoals dat van een oud-leraar Nederlands verwacht mag worden, legde hij de van toepassing zijnde spellingregels duidelijk uit. En passant kregen de toehoorders ook nog een helder lesje grammatica voorgeschoteld. Tweeduizend jaar geleden schreef Seneca: ‘Longum iter est per praecepta, breve et efficax per exempel’ ofwel ‘leringen wekken, voorbeelden trekken’, en dat weet rasdocent Pott als geen ander: ‘Kortgeleden is zijn hond overreden, maar gelukkig heeft hij maar kort geleden’, zo legde hij het belang van het al dan niet aaneenschrijven uit. Wie vergeet nu nog het verschil tussen ‘kort geleden’ en ‘kortgeleden’? Hannah Plugge deed voor het eerst mee aan een dictee, maar was geprikkeld door deze voorbeelden. Volgend jaar doet ze het vast beter.
Zijn etymologische uitstapjes zijn voor menigeen de krenten in de Zutphense pap. Zo weet iedere deelnemer aan het dictee nu dat ‘wierook’ letterlijk ‘gewijde rook’ is en verwant is aan het substantief ‘wijwater’ en het verbum ‘inwijden’, waar de ingevoegde d een voorbeeld is van hypercorrectie. En dat het accent circonflexe op ‘frêle’ de eertijds geschreven s (fresle) vervangt. Dat zijn leuke dingen voor de mensen!
Kwarteeuw
Aanbeland bij zin 4 ontstond er een collectieve verbazing bij de dicteetijgers: kwart eeuw moet toch aaneengeschreven worden?! Maar Ludo Permentier – schrijver van de leidraad van het Groene Boekje en jarenlang voorzitter bij het Groot Dictee der Nederlandse Taal – had het dictee toch nagekeken? Dat kon hij toch niet over het hoofd gezien hebben? Zou het onlangs gewijzigd zijn? Frenetiek werd de onlineversie van de Woordenlijst geraadpleegd, maar ook daar stond het slechts aaneengeschreven. Pott week geen duimbreed, bleef onvermurwbaar. Later, in de kroeg, kwam de aap uit de mouw – alcohol openbaart meer dan je denkt …
‘Zutphen’ slaagt er elk jaar weer in mooie, onbekende woorden kunstig door de tekst te weven, zoals het woord poller, de uit de weg omhoogkomende paal, van enkele jaren her. En deze keer was het het woord vit (de nederzetting van de Hanzesteden) waarmee ik mijn vocabulaire uitbreidde. Dat laatste woord kwam als ‘fit’ op mijn blaadje. Of het correct was voorgelezen, kan ik niet beoordelen; mijn Amsterdamse oren vermogen niet het verschil te horen tussen de stemhebbende v en de stemloze f.
Na tien jaar verslagen
Binnen een halfuur had de correctieploeg de 32 dictees nagekeken (chapeau!) en was de uitslag bekend. In totaal maakte men 973 fouten, wat neerkomt op ruim 30 gemiddeld.
Eeuwige tweede, Wino Sijm uit Zutphen, mocht eindelijk het zoet van de overwinning smaken. Hij maakte slechts 10 fouten. Marry Potjes uit Baak moest na tien jaar genoegen nemen met een gedeelde tweede plaats, samen met Anja Kuiken uit Warnsveld. Beiden maakten 18 fouten. Marry werd al de hele avond geplaagd door een hevige hoofdpijn en maakte de prijsuitreiking niet meer mee. In hoeverre Wino geprofiteerd heeft van Marry’s handicap, blijft natuurlijk gissen.
Ook bij de specialisten was er geen derde plaats: Rein Leentfaar en Randy van Halen deelden, met 10 fouten, de tweede prijs. Jeroen Heemskerck Düker werd afgetekend overwinnaar met slechts zeven fouten, een prestatie die applaus afdwong – hij nam het minzaam in ontvangst.
Aap uit de mouw
De nazit was dit jaar in café Daamen, een café waar de glazen gespoeld worden in het helderste water. Met een smakelijk biertje spoelde ik er de vieze smaak van mijn slechte resultaat weg. Alcohol maakt ook de tongen losser; zo onthulde Fiona, die tot onze vreugde op de valreep nog even de keilenwinkel aandeed, hoe de fout in het dictee terecht was gekomen: om de onvoltooid verleden tijd af te dwingen in zin 4 was er op het laatst ‘een kwart eeuw geleden’ toegevoegd …
Wij kijken nu alweer uit naar het twaalfde Groot Zutphens Dictee. Vanwege de eigennamen die elk jaar weer in het dictee vervlochten worden, overweeg ik wel vóór die tijd een cursus Zutphenkunde te volgen. Ik zal dan met vertrouwen weer afreizen naar de stad ‘waar het zonlicht flonkert op golven van geluk’ …
Mooi, Bert!
Mooi weer gegeven Bert
Weer een bijzonder lezenswaardig verslag, Bert. Gefeliciteerd Jeroen.
Bij de schrijfwijze ‘Hansenverbond’, een club waar ‘Hansen van beiderlei kunne gezamenlijk eropuit gaan voor educatieve excursies’ uit zin 6 is er sprake van het donorprincipe, lijkt mij.
VD schrijft het meervoud van hans en Hans als hanzen en Hanzen. En in GB bij trefwoord hans, met de toevoeging ‘persoon’, zie ik ook hanzen. Dus steeds met een meervouds-z.
Heel begrijpelijk, deze naamgeving van dit verbond. Dit oogt toch niet: ‘Hanzenverbond en Hanzen’ voor personen die Hans heten?
Wat een prachtig verslag, Bert!
Bert, ik beaam hetgeen anderen reeds eerder geschreven hebben, nl. dat je voor een prachtig verslag gezorgd hebt. Echter één verwaarloosbaar detail: ‘accent circonflexe’ is onzijdig. Dus ‘het accent circonflexe’.
Bert, Je had dichter moeten worden!
Uit het verslag van Bert: … en dat weet rasdocent Pott als geen ander: ‘Kortgeleden is zijn hond overreden, maar gelukkig heeft hij maar kort geleden’, zo legde hij het belang van het al dan niet aaneenschrijven uit.
Leuke vondst. Mijn variatie hierop: ‘Lang geleden is zijn hond overreden, maar gelukkig heeft hij niet lang geleden’.
Inderdaad, dat valt op. In tegenstelling tot het aaneengeschreven bijwoord kortgeleden in GB, wordt lang geleden als woordgroep behandeld, zowel door GB als VD. Het GB heeft lang geleden zelfs als trefwoordgroep opgenomen en bij VD vind je het los geschreven ‘lang geleden’ tientallen malen binnen artikelen.
VD kent evenmin het aaneengeschreven kortgeleden en binnen artikelen zie je meerdere keren het los geschreven ‘kort geleden’.
Kort samengevat:
GB: kortgeleden / lang geleden allebei als trefwoord(groep)
VD: kort geleden / lang geleden, niet als trefwoordgroep, maar meerdere malen binnen artikelen.
Wel een beetje vreemd eigenlijk, dit verschil in behandeling, vind ik.
Voor de volledigheid nog even dit: bij Spellingsite.nu van Onze Taal worden zowel langgeleden als lang geleden als correct beschouwd. ‘Kortgeleden’ zie ik daar alleen in de aaneengeschreven versie, net als in het GB.
Bij het informatieve taaladvies lang geleden / langgeleden van Onze Taal worden hierbij een paar nuanceringen gegeven. In de betekenis ‘ooit’, ‘vroeger’ zoals in ‘Ik vind die liedjes van langgeleden vaak erg leuk’ is langgeleden helemaal op zijn plaats.
Daarna volgen echter een paar voorbeelden waarbij lang geleden (met spatie) de voorkeur krijgt, vooral omdat ‘lang’ nader bepaald wordt door een bijwoord of ontkenning:
– Het is al erg lang geleden dat we elkaar zagen. (‘erg’ heeft vooral betrekking op lang)
– Het is nog niet zo lang geleden dat wij elkaar spraken. (‘niet zo’ heeft vooral betrekking op lang)
– 1997 is voor iemand uit 2001 al tamelijk lang geleden. (‘tamelijk’ heeft vooral betrekking op lang)
Zulke zinnen zou je, iets anders geformuleerd, ook los kunnen laten op kortgeleden, waardoor de verplichte aaneengeschreven schrijfwijze van GB en Spellingsite.nu enigszins aan het wankelen wordt gebracht.
Naast kortgeleden kent GB ook nog pasgeleden dat niet aaneengeschreven in VD te vinden is.
Nee, bij de trefwoorden onlangs en precies (3) zie ik ‘pas geleden’.
Nabrander
VD kent wel degelijk het onovergankelijke af- en aanvaren
(zie VD-lemma afvaren!)
Jammer van die twee onterechte fouten!
Af en aan …of af- en aan-
Iets uitgebreider:
VD afvaren — > af- en aanvaren = vertrekken en aankomen
(ook bij lemma aanvaren)
VD komt bij ‘af en aan’ niet verder dan ‘heen en weer’
(af en aan zeilen = heen en weer zeilen op dezelfde plaats)
Daarom denk ik dat in de bedoelde context van Zutphen alleen ‘af- en aanvoeren’ goed is.