Tekst en foto’s: Huib Boogert
Bij Rotary Brielle, Voorne-Putten en Europoort doen ze er niet moeilijk over. Openlijk werd van elke deelnemer aan het Groot Dictee Voorne-Putten/Rozenburg op een groot scherm bekendgemaakt, wie hoeveel fouten had gemaakt. De bekendmaking gebeurde overigens subtiel. Vermeld werd namelijk hoeveel van de 200 woorden per deelnemer goed waren gespeld. Er moest immers per goed geschreven woord worden afgerekend…
Door deze projectie van het scoreverloop ontstond op het eind een Eurovisie Songfestivalachtige sfeer: wie gaat wie nog verslaan op het laatste moment? Bij de jongeren onder 18 jaar won uiteindelijk Cecile Vink met 183 woorden goed. Bij de volwassenen won Hilbert van Bennekom (191 goed) en bij de teams de studenten met 179,7 goed. De buitencategorie was voor Huib Boogert, die geen enkele fout maakte.
Geactualiseerd
Het dictee was opgesteld door Klaas Schipper, neerlandicus en columnist, maar tegenwoordig ook wethouder van Brielle. Hij gebruikte een tekst uit vroeger jaren die hij in zijn docententijd schreef als toelatingstoets voor het hbo. De tekst was wel geactualiseerd naar tijd en plaats. Daarom kwamen er neologismen in voor als ‘ge-sms’t’ en ‘gewhatsappt’. De norm om toegelaten te worden tot het hbo was destijds ‘minder dan twaalf fout’.
Echt moeilijk was de tekst niet voor de geoefende schrijver. Dat was vooral plezierig voor de jeugdige deelnemers, die in groten getale aanwezig waren. Zelfs een jongen van zeven jaar schreef een deel van het dictee mee. “Maar na een paar zinnen kon ik het niet meer bijhouden”, vertelde hij.
Bill Clinton
De pauze van het Groot Dictee Voorne-Putten/Rozenburg werd opgevuld met een boekenmarkt en een boekenveiling. Een van de relikwieën, beschikbaar gesteld door een deelnemer, was een boek van Bill Clinton (Geef en verander de wereld) met een authentieke handtekening plus opdracht van de ex-president van de USA. Het boekwerk bracht op de veiling 66 euro op. De boekenmarkt en -veiling beviel het Rotarybestuur zodanig goed, dat organisator Pim van der Ven in de microfoon van presentatrice Suzanne Mulder (RTV Rijnmond) ter plekke aankondigde het eerstvolgende Groot Dictee in Oostvoorne af te sluiten met een Boekenbal. Volgende keer dus voetjes van de vloer, in het Wapen van Marion.
De opbrengst voor de goede doelen (zorgboerderij Voornse Hoeve en Stichting Luma) was uitzonderlijk groot: ruim 15 duizend euro. In de zorgboerderij zijn zestien verstandelijk gehandicapten gehuisvest. Stichting Luma houdt zich bezig met projecten voor de allerarmsten in Zuid-Afrika.
Uitslag
In het Groot Dictee Voorne-Putten/Rozenburg konden deelnemers zich inschrijven per categorie: jongeren, volwassenen, teams en buitenpoorters (doorgaans dicteetijgers). Bij de jeugd tot achttien jaar won Cecile Vink voor Thomas van Loon (tweede) en Merel van der Ven. De eerste prijs in de volwassenencategorie ging naar Hilbert van Bennekom Tweede werd Olav Bunte, Lucinda Opschoor haalde het brons. Het studententeam wist de eerste positie in de teamcompetitie te grijpen en bleef daarmee het medische team en de ploeg van Gebu-Luma voor. In de buitencategorie zette Huib Boogert een zeldzame nulfouter neer.
Eurovisie Songfestivalachtige sfeer, Erwin Krollachtigen (Groot Alphens Dictee), maar ‘jenniferlopezachtige’ (Groot Deventer Dictee). Volgens Joost Verheyen moeten alle ‘achtige’- woorden met kleine letter.
Eurovisiesongfestival moet blijkbaar sowieso aaneen (cf. internet, Wikipedia), maar het zou dus in ieder geval ‘eurovisiesongfestivalachtige’ moeten zijn.
Geen van beide is goed, Frans. Volgens het GB is Eurovisiesongfestival de juiste schrijfwijze. Met achtervoegsel -achter erbij dus in e e n woord en met kapitaal.
Foutje mijnerzijds dus. Gelukkig was ik in het dictee w e l foutloos…
Is Joost Verheyen, hoe ver verheven ook boven de doordeweekse dicteeaficionado’s, nu de gezaghebbende specialist? Ik zou die kwestie wel eens besproken willen zien door enkele betweters. Zelf neig ik naar Verheyens voorkeur, maar de auteur van het Alphens Dictee mag toch niet zomaar worden weggezet als een onnadenkende dilettant. Hij heeft zijn redenen.
Wie geeft uitsluitsel?
In GB staat ‘antonpieckachtig’, in VD ‘jeroenboschachtig’. Daarom schreef ik in Alphen ‘erwinkrollachtig’. Fout; het was ‘Erwin Krollachtig’. Dus hield ik het in Deventer op ‘Jennifer Lopezachtig’. Weer fout; het was ‘jenniferlopezachtig’. Zijn er nog meer mensen die op rienwisseachtige wijze in deze joostverheyenachtige valkuil zijn getrapt? (Nou schreef ik toch bijna ‘joostverhevenachtig’…)
Jazeker, ik dus, na de terechtwijzing in Alphen. En hoewel ik geneigd ben Verheyens gedachtegang te accepteren, zou ik wel willen weten wat nou de argumenten zijn. Zijn er eigenlijk wel gevallen – afleidingen, om precies te zijn – waarin de volledige naam met hoofdletters te verdedigen is?
Woorden met het zogenoemde zware achtervoegsel ‘-achtig’ worden in de Technische Handleiding van het Groene Boekje gezien als een samenstelling. In deze handleiding worden ook enkele voorbeelden genoemd, zoals ‘Balkenendeachtig’, ‘Nederlandse Antillenachtig’, ‘Dode Zeeachtig’ en ‘Johannes Vermeerachtig’. Bij ‘antonpieckachtig’ en ‘jeroenboschachtig’ is er blijkbaar sprake van een samenstelling met een eponiem, net als ‘kafka-achtig’ en ‘pfeifferachtig’.
Óm nóg meer verwarring te stichten: mijn eVD 2005 vermeldt nog altijd Kafka-achtig, Felliniachtig en Hollywoodachtig…. Wie het nog snapt, mag het zeggen.
Het zal inderdaad in de eponiemensfeer liggen, dit onderscheid. Maar wordt een mooie kont inderdaad al een lopezje genoemd? Van mij mag het – die billen zijn immers fenomenaal – maar ik vind in dit geval, op basis van de door Peter Altink aangehaalde voorbeelden, een spelling met twee kapitalen alleszins te verdedigen.
Uniciteit of geen uniciteit, dat is dus de kwestie. Volgens die Technische Handleiding van het GB:
Hoofdletter bij pregnant aanwezige verwijzing naar unieke persoon, ook bij afleidingen op -achtig (Johannes Vermeerachtig, Leopold II-achtig, Verhofstadtachtig). Kleine letters, geen spaties, wanneer de samenstelling geparafraseerd kan worden als ‘een soort van ‘.
In Deventer ging het over een kallipygische ex-Miss Nederland, met een jenniferlopezachtig derrière dus. Volgens mij had Verheyen dus volkomen gelijk met die kleine letters.
Al een aardig vol zakje, maar ook van mij een duit: is -achtig niet sowieso strijdig met uniciteit, Rien, met pregnant aanwezige verwijzing naar unieke persoon? Ik had overigens in Alphen Erwin Krollachtigen en in Deventer jenniferlopezachtige. Puur geluk. Of scherpe intuïtie? 🙂
Ik zeur gewoon door. In welk aspect is een stadsaanzicht dat door Vermeer geschilderd lijkt anders dan een straatje dat op een tekening van Anton Pieck lijkt? Het eerste is mooier dan het tweede, allicht, maar waarom moet dat onderscheid ook orthografisch worden verduidelijkt?
@ Jeroen: het woord ‘antonpieckachtig’ heeft naar mijn inschatting een andere betekenislading gekregen: zoiets als ‘kneuterig sprookjesachtig’. Volgens de Taalunie is er bij ‘Johannes Vermeerachtig’ blijkbaar niet zo’n verschoven woordbetekenis.
@ Rien: samengestelde woorden die je kunt parafraseren als ‘soort van’ eindigen steeds met een zelfstandig naamwoord als tweede deel (‘harrypotterbril’). Bij ‘-achtig’ gaat die vlieger niet op: je kunt niet zeggen ‘soort van -achtig’ of iets dergelijks. Je kunt dan alleen kijken naar het eerste (naam)deel. Wanneer dit deel een soortnaamkarakter heeft of een betekenis draagt die niet meer direct met de naamgever verband houdt (kafka = bizar, pfeiffer = afmattende klierkoorts), krijg je een kleine letter. In de passage ‘dus een met jenniferlopezachtige derrière’ kun je volgens mij beter geen kleine letters plaatsen. Als je deze dame de connotatie ‘in het bezit van welgevormde grote billen’ geeft, ontstaat namelijk een ietwat vreemde constructie: iets in de trant van ‘dikkontige kont’. Een betere optie vind ik dan ‘met jenniferlopezachtig figuur’, mits iedereen bij Jennifer dezelfde bootyliciousconnotatie heeft. Je kunt eventueel ook ‘met jenniferlopezbillen’ (‘soort van billen’) schrijven, lijkt me.