Reuzegezellig, zo vat winnaar René Dijkgraaf het Alkmaars openluchtdictee samen. Vorig jaar zorgden het WK-rumoer en de regen ervoor dat het Almaars openluchtdictee te elfder ure werd afgelast. Dit jaar ging het evenement in de herkansing. Op zaterdag 4 juli stroomde het Canadaplein vol met zo’n honderd deelnemers. Van hen triomfeerde uiteindelijk de cardioloog Dijkgraaf uit Harderwijk. De redactie van Dictees.nl stelde de ervaren dicteetijger na zijn overwinning een paar vragen.
Je hebt na aardig wat tweede plaatsen eindelijk weer een klinkende zege behaald, maar heel blij kijk je niet.
Dit is mijn normale gezicht hoor. Maar eerlijk is eerlijk, Pieter van Diepen had net als in 2013 nu ook makkelijk kunnen winnen. Dit jaar werd hij derde omdat bij hem twee fouten werden gerekend waar men mij maar één fout aanrekende. Zelf eindigde ik met zeven fouten ex aequo met Rein Leentfaar uit Breskens op de eerste plaats.
Hoe ben je dan aangewezen als de winnaar?
De jury keek wie van ons als eerste in de fout was gegaan. Dat bleek Leentfaar met tegoed doen aan. Nu is dat correct, maar de maatstaf was de papieren editie van Van Dale uit 2005.
Tikje discutabel.
De man uit Breskens was er in elk geval niet blij mee, zacht gezegd. In Alkmaar houden ze wel van onconventionele beslissingen. Zo moesten we net als in 2013 de leestekens zelf verzinnen. Wie een puntkomma hoorde waar de jury een dubbelepunt had bedacht, kreeg een fout aan zijn broek. Het was een beetje raar dictee, maar wel reuzegezellig.
Hoe waardeer je je eigen score van zeven fout?
Hm. Ik maakte een paar missers waar ik liever niet over praat.
Toe, geef ons, de mindere goden in dicteeland, eens een goed gevoel.
Vooruit dan maar: kadettenschool.
Valt mee. Nog meer?
De Cabeliau kazerne kende ik niet. En Tripel Hop had iedereen fout, denk ik. Blijkt een merknaam te zijn. Het was een geestige tekst trouwens.
Dat compliment kunnen we helaas niet meer doorgeven. De auteur Jitze Nijdam, zelf oud-winnaar, overleed plotseling vorig jaar. Dit was de tekst die hij schreef voor de geannuleerde editie van 2014.
Ja, mooi dat ze die nu gebruikt hebben als postuum eerbewijs. Zijn dochter Charlotte reikte trouwens de prijzen uit.
En Huub van der Lubbe, zanger van De Dijk, verzorgde het pauzeoptreden. Wat vond je daarvan?
Sfeervol. Maar ik ben ik geen groot fan van zijn liederen. Het is wel grappig dat zijn eerste gedichtenbundel Guichelheil heet, een berucht dicteewoord sinds het Groot Dictee van 1998.
Nog tips voor de editie van 2016?
Nee. Ik vind dat wij als dicteetijgers netjes ons bordje moeten leegeten, ook als we sommige ingrediënten minder lekker vinden.
Het dictee lees je hier.
Goh, wat een leuke man ben ik eigenlijk!
Ik ga er weinig woorden meer aan vuil maken, maar de beslissing op de ex aequo viel niet bij ‘zich tegoed doen’, maar al eerder bij ‘werkloze’. Zo moest het volgens de jury en dat had René ook. Maar er werd duidelijk voorgelezen ‘werkeloze’: dat hadden Pieter en ik dan ook. Beide vormen zijn goed (GB), maar er moet natuurlijk opgeschreven worden, wat er is voorgelezen!
Alle overige narigheid in het dictee laat ik verder maar buiten beschouwing. Alleen nog dit: Taaladvies heeft laten weten dat ‘Malandoachtig’ echt met een hoofdletter moet: dit gaat echt over Malando himself. Een onderscheid als bij Kafka-achtige stijl (zoals bij Kafka) en kafka-achtige toestanden (sinister) is hier niet denkbaar. Ook ‘Johannes Vermeerachtig’, ‘James Bondachtig’, ‘Balkenendeachtig’ en ‘Verhofstadtachtig’ schrijven we gewoon met hoofdletters.
Nou, dan toch maar volledig zijn: ook in de op deze site gepubliceerde tekst zitten nog 2 ernstige fouten, die in strijd zijn met GB en VD: de juiste schrijfwijzen zijn ‘haantje-de-voorste’ en ‘chachacha’!
Ook ‘malandoachtig’ moet dus in de tekst verbeterd worden en over een half jaar of minder moet in deze dicteeverzameling ‘zich te goed doen’ worden aangepast in ‘zich tegoed doen’.
Ik ga er weinig woorden aan vuilmaken (aan elkaar), maar alleen dit: goh, wat een leuke man ben je eigenlijk, René.
En dan nog maar één: als je bluesband met kleine letter schrijft, komt
Sunshinebluesband aaneen (Eigennaam + soortnaam, type Worddocument).
De aanpassingen in de tekst van het dictee, voor zover controleerbaar in GB en VD, heb ik doorgevoerd. Dank voor de melding daarvan, ook al mag die best wat luchtiger gebracht worden. Het malandoachtig heb ik laten staan. De Taaladviesdienst was daarover niet apodictisch; er blijft bij dit soort halfeponiemen ruimte voor twijfel. En ik zou niet weten waarom de Taaladviesdienst, hoe gezaghebbend dan ook, daarover het laatste woord zou moeten hebben.
Ten slotte: de kwestie van Sunshine Bluesband of hoe je ‘t ook wilt spellen, lijkt mij onoplosbaar. Het kan een eigennaam zijn, en dan ben je uitgepraat. Het laatste deel kan een soortnaam zijn en dan heeft Rein Leentfaar gelijk. Of er is een muziekgenre dat sunshineblues heet, en dan schrijven we alles aaneen zondere kapitaal.
Hoe dan ook, ik vind het jammer dat ik deze happening gemist heb – wegens vakantie – en ik kijk uit naar de volgende editie. Afgezien van die malle leestekens natuurlijk.
Nog een nabrander: Roos’ stelling: ‘woorden op -achtig worden behandeld als samenstellingen’ vergt nuancering: regel 9.2 gaat alléén over -achtig, -schap en -dom in het kader van de tussen-n-regel, zij is dus niet algemeengeldig en strikt genomen niet toepasbaar op malandoachtig. Dat betekent dat dat woord níét als een samenstelling behandeld moet worden, dat maakt haar argumentatie voor Malandoachtig minder sterk. Maar VD vermeldt (spellinggids) Toon Hermansachtig. Ik ben om verschillende redenen sterk voor jenniferlopezachtige derrières, maar op grond van de analogie Toon Hermansachtig zou ik voortaan toch liever Jennifer Lopezachtig schrijven.