Dictee van maandag 20 juli

Ons wekelijks dictee, voor de gelegenheid in het teken van de Tour de France. Beantwoord de tien vragen en kijk of je een Tijger of een Theemuts bent!

[slickquiz id=106]

12 reacties

  1. Leuk dictee! Ik kan weer een aantal woorden toevoegen aan mijn lijst voor een ooit te componeren sportdictee.
    Volgens mij wordt veel vaker van mechanicien of mechanieker gesproken dan de in vraag 2 gebruikte term.
    Ik kende de term in vraag 9, maar zie dat altijd anders geschreven worden dan wat hier juist is.

  2. Jeroen, Rein

    In België, volgens mijn indrukken: mecanicien voor fietsen, soms voor vliegtuigen … voor auto’s, voertuigen wat minder courant, maar in die laatste betekenis toch ook nog steeds in officiële brochures van een nationaal bekend instituut voor allerhande naschoolse opleidingen. In die zin dekt wat in Van Dale staat bij mecanicien (2), namelijk “Belgisch-Nederlands, monteur”, met dan nog een specificatie richting wielerverzorger, helemaal de lading. Niets op aan te merken!

    Mooi thematisch dictee, trouwens! Thumbs up!

  3. Het ging erom of technicien wel een correct synoniem is van mecanicien. Ik ben achteraf geneigd te zeggen van niet. Over technicien zegt Van Dale dat het een gewestelijke variant is van technicus oftewel werktuigkundige. Over de wielersport wordt niet gerept.

  4. Mechanieker wordt ook veel gebruikt. Ik zie zojuist een tweet van de Rabobank-Liv-ploeg: “Het is echt spekglad in Parijs! Nóg een Valpartij. Gelukkig poetst onze mechanieker @semversteeg banden met azijn (worden ze stroever van).”