Bij de première van de Zestiende

De Zestiende van Van Dale is een klassiek kunstwerk in drie kloeke delen, zo bleek tijdens de première op een zonnige dinsdag in Den Haag.

VanDale16_Perqui

Uitgever Jaap Perqui leidt de presentatie in.

door Bob van Dijk

De setting: 22 maart, tweede warme lentedag, hartje Den Haag, stad vol met blauw-gele pro-Oekraïnevlaggen, Museum Beeld & Geluid, schuin tegenover Panorama Mesdag en naast de Oekraïense ambassade, alwaar veel bloemen en steunbetuigingen in de vensterbanken. Frank Denys, Rein Leentfaar en ik, trouwe ‘informanten’ van de Van Dale-redactie zoals wij ingeschreven bleken te staan, waren uitgenodigd voor de lancering van de nieuwste editie van ’s lands nationale trots: de Zestiende van Van Dale, 150 jaar na de première, gelijk een symfonie. Enkele tientallen taalmakers met bekende namen waren verzameld; je kon ze aanraken en aanspreken zelfs. Zo liepen daar in het wild Ton en Ruud, Tamara, Vivien en Rutger, en ga zo maar door, allen met een VD-grandfour in de hand en mond (de Haagse confiturier had zijn petitfours extra feestelijk opgeblazen).

Van Dale_De Breij

Cabaretière Claudia de Breij neemt haar exemplaar van de Van Dale in ontvangst.

Telexmachines

Jaap Parqui, chef de mission van de VD-uitgeverij die onderdeel is van het veel grotere uitgeversconsortium VBK (Veen Bosch & Keuning, met een managementteam van acht vrouwen waarvan één aan het roer, en vier mannen; kom er maar eens om!), heette ons welkom en geleidde ons door de vele doolhofgangetjes van het museum, tussen de oude telex- en ponsmachines door.

In een zaaltje met kroonluchters van telefoonhoorns ondervroeg Mieke van der Weij op haar bekende Met-het-oog-op-morgenpresentatiewijze de voltallige redactie over de hoes en wats (dank, Aaf Brandt Corstius!) van de conceptie van een lexicon met meer dan een vierendeel van een miljoen woorden. Tot mijn verwondering komen er nu alleen nog maar woorden bij; de laatste vijftien jaar is geen enkel woord ‘weggegooid’, zoals redacteur Marjan Arts meldde. Leuk voor dicteefetisjisten, maar wat heb je nu nog echt aan de gewestelijke benaming van een vlindersoort die allang is uitgestorven? Ik zou zeggen: opruimen af en toe kan geen kwaad. Ik ga mijn (gratis jaja, want hofinformant!) exemplaar van de Zestiende straks eens wegen en vergelijken met de vorige. Het gewicht van de woorden van romancier Pascal Mercier zal erbij verbleken, vermoed ik.

VanDale16_Kaandorp en De Breij

Cabaretières Brigitte Kaandorp (l) en Claudia de Breij mogen eindelijk aan de borrel. Achter hen: Frank Denys.

Allesbrander

Ton den Boon bevestigde het gerucht dat hij zich op winterse zondagmiddagen thuis op de sofa, met een dekentje over zich heen bij de open haard, graag laat verrassen door de vergelijking van verschillende edities van Van Dale door de jaren heen. Hetgeen een bruggetje is naar de volgende spreekster: Japke-d. Bouma, hoofdredacteur en cursiviste bij NRC. Zij hield een lang betoog over de tsunami van anglicismen die over ons heen gestort wordt en waar zelfs Van Dale niet tegen opgewassen is, reden waarom zij haar presentexemplaar, ‘mede gezien de hoge stookkosten dezer dagen, zou offeren in haar allesbrander …’

Claudia de Breij – wie kent haar niet – was eregaste en ontving in feite, hoewel Mieke van der Weij er al eentje ontvangen had, het officiële eerste exemplaar van De Dikke. Haar ‘mag ik dan bij jou?’ is, overigens reeds in 2009, erin opgenomen. Claudia vond het heel fijn dat ze nu begreep wat haar onafgemaakte kinderschoolzinnetje ‘mag ik dan bij jou … komen spelen/komen slapen/komen eten’ eigenlijk inhoudt: het is een elliptische vraagzin!

VanDale16_Leentfaar, Van Dijk, Denys

Drie van de roemruchte ‘informanten’ van de Van Daleredactie: Rein Leentfaar, Bob van Dijk en Frank Denys.

Colofon

Inmiddels, op weg naar de borrel om 16 uur (tja, schrijvers en taligen lusten er eigenlijk veel eerder al eentje), had het Museum voor Beeld en Geluid het gepresteerd tot tweemaal toe tijdens de presentatie zowel het beeld als het geluid te laten knallen. Grappig toch? Bij die borrel stuitten Frank Denys en ik – na een korte ontmoeting met cabaretières De Breij en Kaandorp – op een der aanwezige cassettes met presentexemplaren van de Zestiende. Het kostte enige moeite om de drie delen eruit te krijgen, maar met hard op z’n kop schudden kwamen ze eruit. En wat bleek tot beider bevestigende verrassing: zij waren eveneens opgestegen tot het colofon! Iets wat alleen voorbestemd leek tot godheden als Johan de Boer en Rein Leentfaar.

Een soort van zaligverklaring ging door Frank en uw reporter heen: dit zou er tot in eeuwigheid in gebeiteld staan. Een kleine domper hierop bleek de voorspelling van Rein de Zeeuw een dag later in de provinciale Zeeuwse pers: ‘Dit wordt de laatste papieren Van Dale.’ ‘So what!’, zou ik met Japke-d. Bouma willen zeggen. Lang leve Johan Hendrik van Dale. Van harte gefeliciteerd man!

1 reacties

  1. Mooi verslag, Bob! Superjammer dat ik op het feestje in Den Haag niet aanwezig kon zijn. Maar ik troost mij met de “eeuwige” vermelding in het boek der boeken.