door Bert Jansen. Foto’s: Tiny van Gelder en Bert Jansen
Bussum-Brussel: een kleine tweehonderd kilometer. Geen boogscheut, maar Bruxelles vaut bien un voyage – om maar eens te variëren op de beroemde uitspraak van Hendrik IV, ruim vier eeuwen geleden –, zeker als er op de campus van de KU Leuven het Groot Oefendictee wordt gehouden. Bovendien is er het museum van Magritte, de surrealist die niet alleen met zijn penseel, maar ook met zijn pen schilderde. Voorwaar een mooie opmaat voor een dictee.
De collegezaal in het Odisee in de Belgische hoofdstad riep bij mij reminiscenties op aan de collegebanken in de Oudemanhuispoort in Amsterdam, waar professor Garmt Stuiveling ruim veertig jaar geleden oreerde over de ellipsstructuur in Karel ende Elegast. Maar op vrijdag 20 november palaverde er geen mediëvist die zijn eruditie niet onder de korenmaat zette. Christophe Vekeman declameerde er een door Randy van Halen geschreven dictee.
Ontvlucht uit een Damascener maisonnette
Achtendertig deelnemers luisterden geconcentreerd naar Randy’s tekst, die verhaalde van een knuffelsyriër die zijn Damascener maisonnette ontvluchtte om in Noordwest-Europese regionen een veilig heenkomen te zoeken. Spijtig voor hem zonder zijn goeling van caoutchouc en zijn op papyrus gekalligrafeerde koran. Zijn vlucht was een ware odyssee, maar uiteindelijk belandde hij via een azc in een socialehuurwoning. Het onderwerp kon niet actueler zijn! Auteur Vekeman kweet zich als een ware Philip Freriks van zijn voorleestaak. Het duurde slechts één zin, toen had hij het juiste tempo te pakken. Randy – langharig, maar beslist niet kortzichtig – was erin geslaagd zoveel voetangels en klemmen in zijn tekst te verstoppen, dat ook de grootste spellingvirtuozen ze niet alle wisten te omzeilen, zoals later zou blijken.
Op de organisatie, net als verleden jaar weer in handen van de Vlaams-Nederlandse culturele vereniging deBuren, was weer geen tittel of jota aan te merken. Integendeel! Niet alleen was zij erin geslaagd de twee winnaars van het Groot Dictee der Nederlandse Taal 2014 te engageren – Christophe (de beste BV’er) en Randy –, maar ook voor het overige liep alles als een goed geoliede machine, de catering – drankjes en rijk belegde broodjes – in de pauze incluis.
Zes spellingwijzigingen
Tijdens de entr’acte sprak ik met Nicol, een naar Brussel geëmigreerde Nederlandse, die mij diets maakte in haar leven al zes (!) spellingwijzigingen te hebben meegemaakt. Ik rekende snel uit dat ze dan zeker van vóór 1804 moest zijn geweest … Hoewel Nicol nog steeds in de veronderstelling verkeerde dat het al dan niet schrijven van een tussen-n in samenstellingen bepaald wordt door de notie ‘noodzakelijk meervoud’, schatte ze haar aantal fouten op niet meer dan drie!
Ook sprak ik even met Christophe. Ik moest hem bekennen nog nooit iets van hem te hebben gelezen. Overigens gold dat voor menige Vlaamse dicteetijger, zo constateerde ik later. Spellers zijn nog geen lezers.
Knelpunten
Bij de nabespreking – een een-tweetje van juryvoorzitter Dirk Bosmans en Randy – bleek zowel de spelling knuffelsyriër als utopia niet op ieders instemming te kunnen rekenen. Voor utopia (met onderkast) is weliswaar noch in het Groene Boekje noch in Van Dale steun te vinden, maar naar analogie van luilekkerland lijkt mij die schrijfwijze absoluut verdedigbaar. Met knuffelsyriër heb ik wat meer moeite, ondanks de analoga troetelturk en voetbalbelg; naar mijn gevoel is knuffelsyriër nog niet zo gelexicaliseerd als vorengenoemde analoga. Hoewel ikzelf voor knuffel-Syriër koos, houd ik het er uiteindelijk op dat op grond van de regels niet afdoende te bepalen is of de ene dan wel de andere vorm dwingend moet worden voorgeschreven. De fundamentele vraag rijst: moet een dicteecommissie op grond van twijfel dergelijke gevallen buiten het dictee houden? Ik meen van niet; ze verlevendigen de discussie en scherpen de geest.
Prakkiseren fout rekenen omdat er prakkeseren gezegd zou zijn, lijkt mij daarentegen géén goed besluit. Vooraf was weliswaar expliciet gezegd dat we moesten schrijven wat er voorgelezen werd, maar dit verschil lijkt mij ál te subtiel. Dat we geen fiets schrijven als er rijwiel gezegd wordt, lijkt mij evident, maar prakkiseren en prakkeseren liggen qua uitspraak dermate dicht bij elkaar dat je bij een verkeerde keuze eerder wordt afgerekend op een niet-absoluut gehoor dan op kennis van de spelling.
Uitslagen
Begeleid door het geloei van de sirenes van de door de onrustige hoofdstad manoeuvrerende hulpdiensten, maakte Dirk de uitslag bekend. Die luidde als volgt (achter de namen staat het aantal goed geschreven woorden):
Studenten:
3. Diego Antoons (374 uit 404)
2. Annelies Pletsers (375)
1. Annelies Dotselaere (377)
Liefhebbers:
3. Johan de Ryck (371)
2. Dian van Gelder (383)
1. Kevin Willems (385)
Specialisten:
3. Rein Leentfaar, Edward Vanhove en Christiane Adams (397)
2. Bert Jansen (398)
1. Robert Joosen (400)
Een derde plaats – en nog wel een gedeelde! – staat natuurlijk niet goed op je cv, en Rein Leentfaar drong daarom aan op een barragezin. Helaas ging dat niet door; de universiteit ging sluiten. En, o ja, wat deed onze Nicol? Spelling bleek, anders dan ze meende, toch niet haar fort, want op haar blaadje stond een foutscore van 44. Ook in schatten blonk ze dus niet uit …
Christophe kan ik zeggen dat ik eerlang het hiaat in mijn literatuurkennis gedicht zal hebben; vandaag heb ik bij mijn boekhandelaar zijn verhalenbundel Allesbehalve kortzichtig besteld. Een auteur die Emants, Hermans en Reve als grote voorbeelden noemt, zal mij zeker bevallen!
Het dictee leest u hier.
Beste Bert
een zeer gewaardeerd verslag van een Nederlander over Brussel
Sterk verslag, Bert. Gelukkig voor jou dat je niet van mij hebt afgekeken, want ik was laatste. Mijn troost: bij de liefhebbers zou ik eerste geweest zijn. Met die gedachte slaap ik goed. Bijkomend voordeel: dit jaar geen boze blikken in mijn richting. Groetjes, Raf
Beste Bert
een zeer mooi verlag van een noorderbuur over dit dictee in deze mooie stad , die actueel gestraft wordt met code vier
Ik hoop dat Rein geen hinder ondervond want de dag na het dictee stonden gewapende soldaten aan het hotel vlak over de ingang van het gebouw
Bruxelles vaut bien une gueuse et une messe
Jan
Weer knap verslag, Bert! Je hebt de laatste tijd al veel moeten schrijven hé?
Ikzelf – niet ‘Ik zelf’ dus’ – zou ‘Hijzelf incluis’ geschreven hebben i.p.v. ‘Hij zelf incluis’. Verder: wat is er mis met ‘sociale huurwoning’?
Je kritiek op het fout rekenen van prakkiseren vind ik een beetje flauw. Als (meermaals) prakkeseren – en niet prakkiseren, waarbij de i duidelijk gehoord wordt – wordt voorgelezen, moet je dat m.i. ook zo schrijven.
In de door mij geschreven tekst stond ‘sociale huurwoning’ ook los geschreven, en ‘hijzelf’ vast, dus bij het schrijven van dit artikel is kennelijk een aantal foutjes gemaakt.
Nou, dan moet je eens in Groningen een dicteetje doen, Frans. In Middelstum werd het bijna een running gag: waar de auteur en had geschreven, las de oud-burgemeester steevast in en vice versa. Zijn Groninger accent hinderde de verstaanbaarheid juist in die klinker behoorlijk; zelfs de lokale deelnemers raakten er van in de war.
Ik kan mij dus wel vinden in de kritische noot van Bert.
Die vraagtekens bij knuffelsyriër zijn heel terecht. Op grond van troetelturk, voetbalbelg en voetbalnederlander kun je die spelling verdedigen. Maar het woord vertoont toch vooral analogie met knuffel-Marokkaan uit de onlineversie van het Groene Boekje: alleen met streepje en hoofdletter.
Het niveau van de specialisten is zo hoog dat je hen klaarblijkelijk alleen kunt onderscheiden met allerlei spitsvondigheden, maar prakkeseren/prakkiseren (en in mindere mate hijzelf/hij zelf) lijkt me toch wat te vergezocht.
Uitmuntend rapport van Bert en van alle deelnemers! Het vermelden van positieve scores i.p.v. het aantal fouten mag voor mij best wel meer navolging krijgen.
Ik heb er mij altijd over verwonderd dat bij de Vlaamse dicteespecialisten zo weinig lezers-literatuurliefhebbers zijn, enkele uitzonderingen daargelaten (Jaak Hoedemakers, Jean Spelmans,..), in tegenstelling tot bij onze noorderburen (naast Bert naar ik meen ook Jeroen, Pieter, René, Huib, …). Mooi ook dat Bert kennismaakt met het werk van een Vlaamse schrijver door het eenvoudige feit dat die als voorlezer van een dictee dienstdeed. In 2010 kon ik in Deventer niet aan de verleiding weerstaan om, geïnspireerd door Joosts fraaie dicteetekst, het dagboek van Etty Hillesum te lezen. Dictees die aanzetten tot lezen, is er een mooier didactisch argument voor onze hobby te bedenken?
Wat utopia betreft vraag ik me af of het lemma ‘ultima Thule’ in VD geen afdoende illustratie is van het feit dat een fictief of mythisch land niet noodzakelijk als soortnaam (met een afgeleide, figuurlijke betekenis) zijn hoofdletter moet verliezen. Toegegeven, er is het tegenvoorbeeld van eldorado/Eldorado en met de term ‘verdedigbaar’, die ook de Taalunie in zijn toelichtingen en adviezen steeds meer gebruikt, zullen we moeten leven. Toch zou ik er geen vrede mee genomen hebben indien Utopia met hoofdletter fout werd aangerekend (ik weet niet of dit het geval was).
Gevallen die vergelijkbaar zijn met utopia/Utopia:
eden/Eden, elysium/Elysium, shangri-la/Shangri-La, walhalla/Walhalla.
Werd naast gelukzoeker ook gelukszoeker goedgekeurd? Beide vormen staan in het Groene Boekje en in normale spraak klinken ze identiek.
In de dicteetekst staan “knuffel-Syriër” en “sociale huurwoning”. Zijn die schrijfwijzen correct?
Christophe sprak zeer duidelijk “gelukzoeker” uit en niet “gelukszoeker”, en als ik het goed onthouden heb, had iedereen het ook zonder tussen-s geschreven. Tevens hebben we als richtlijn enkel Van Dale gebruikt, en niet het Groene Boekje, en daar staat alleen “gelukzoeker” in.
In mijn tekst had ik overigens “knuffelsyriër” met een kleine letter en zonder streepje, naar analogie van onder andere “troetelturk” en “schaatsbelg”. In de tekst die op deze pagina staat, is dus een klein foutje beland.
En “sociale huurwoning” wordt inderdaad los geschreven; het is, zoals Onze Taal dat zo mooi noemt, een hypallage. Voor meer informatie, zie deze pagina: https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/hypallage
Bert, proficiat voor dit pittoreske verslag uit de belegerde hoofdstad van Europa. Boven alle lof verheven. En niet enkel Brussels lof.
Nog enkele losse sprokkels als reactie op eerdere commentaren:
– ‘Geluk’ en ‘zoeker’ werden duidelijk afzonderlijk voorgelezen om het probleem van de tussen-s te vermijden.
– In de dicteetekst stond ‘knuffelsyriër’ vermeld. Een hoofdletter S werd fout gerekend. De meeste specialisten waren er achteraf van overtuigd dat het om een ‘knuffel-Syriër’ moest gaan, naar analogie met de ‘knuffel-Marokkaan’.
– Evenveel correspondentie achteraf over ‘utopia’ (‘Utopia’ leverde een rood streepje op). Sommigen vonden dat het met een hoofdletter moet, vermits dat de enige vermelde schrijfwijze in GB en VD is. Anderen zagen een analogie met ‘L/luilekkerland’, ‘E/eldorado’ en andere idyllische oorden. Maar zouden GB en VD die schrijfwijze dan niet expliciet vermeld hebben?
– Het is een ‘sociale woning’, dus ook een ‘sociale huurwoning’.
– Veel moeilijke woorden? Tja, ‘hem’ in plaats van ‘hen’ kostte mij terecht een podiumplaats. Maar dat laagste trapje was toch al flink volzet …
Ik heb voor het gemak een onderwerp in het forum geopend over die huurwoning.
Ik geloof dat er nog nooit zo veel reacties op een verslag zijn geweest. Je bent in elk geval goed gelezen, Bert!