door JvHD | Foto’s: Clarck Wilinski
Wie Leo Schelhaas graag hoort foeteren over de euvels van de moderne tijd, moet het voortaan doen met de schriftelijke neerslag van zijn boutades. Zijn laatste filippica leverde hij af op het vijfde dictee van Kampen, op 9 februari 2017. En vanzelfsprekend haalde Leo alles uit de kast om het foutengemiddelde flink op te schroeven. Dat lukte heel aardig.
Vergeleken bij Leo Schelhaas is Maarten van Rossem een blijmoedige optimist. Nadat de cynische classicus in 2014 de spellingregels had afgebrand, brak hij in het jaar erna zijn staf over de luiheid als gevolg van technologische gadgets. Ook vorig jaar moest de digitale vooruitgang het ontgelden. Waren zijn thema’s uitgeput? Nee hoor, gelukkig diende zich net op tijd een mooi nieuw onderwerp aan. In zijn lustrumtekst richtte de oud-leraar zijn pijlen op het verval van het fatsoen in Nederland, onder de noemer Clowneske carnavalisering – waarin de eerste valkuil al zichtbaar was: één of twee l’en? In de tekst bleek de kwaal van popularisering doorgedrongen te zijn tot in de haarvaten van de samenleving. Prinsjesdag? Een potsierlijke en peperdure poppenkast. De 4 meiherdenking? Daar ontbreekt een focus op de verzetshelden. En het sinterklaasfeest? Verpest door een sectaire polychromeringspolemiek. Kortom: het is een groot drama.
Lucullusmaal
Maar Schelhaas zou zichzelf niet zijn als hij zijn misnoegen niet verpakte in uitdagend taalgebruik, wemelend van de archaïsche woorden – veelal van Latijnse herkomst – en ongebruikelijke constructies. Voor de taalliefhebber een lucullusmaal, gelijk aan de eerdere edities van het evenement. Zo bogen de ongeveer zestig deelnemers zich over gerijd, gearmd of solitair reiend gehos, de bizarste concurrentiële hoofdtooisels, staatsruiveniersclubjes en transitoire ecartering. De smakelijke fases leidden tot amechtig gesteun vanuit de zaal. Toch was het gezucht minder luid geweest als de voorleesster zich goed van haar taak gekweten had. Helaas liep de voordracht uit op een reprise van het debacle in 2016. Ondanks vijf tot zes herhalingen bleven verscheidene woorden gewoonweg onverstaanbaar.
Schelhaas wint
Met een lastige – als dictee overigens geslaagde – tekst en een slecht verstaanbare dicteerster was een fors foutengemiddelde te verwachten. Desondanks vielen de scores mee. Het winnende team Punten en Komma’s maakte in totaal 135 fouten, slechts 23 meer dan vorig jaar. De rotarians van Elburg wisten de thuisclub Rotary Kampen te verslaan met 144 fouten tegen 168. Ook de aanwezige dicteetijgers moesten even slikken, met dubbele cijfers op hun blaadjes. Alleen Rein Leentfaar kon pronken met vijf foutjes.
Voor een verrassing zorgde de winnaar van de avond. Die bleek Bert Schelhaas te heten. Inderdaad, de broer van. Vermoedelijk praatten ze bij de Schelhaasjes thuis vroeger altijd al zoals in de dicteetekst. De jurist maakte slechts achttien fouten en mocht een fraaie pennenset in ontvangst nemen. Die ceremonie vormde het sluitstuk van een aardig, goedbezocht evenement. Jammer is het dat de minpuntjes gebleven zijn. Zo blijven de werkjes gewoon op de tafels liggen in de pauze en wordt iedereen geacht zijn eigen werk te corrigeren. Dat blijft een kat-op-spekmethode die wantrouwen opwekt, hoe roze gekleurd je mensbeeld ook mag zijn. En met de voorlezer van dienst zou meer geoefend mogen worden, zeker als de tekst bol staat van de ongebruikelijke woorden.
Mooi verslag, Jeroen!
GB en VD schrijven Rotarians overigens met hoofdletter, i.t.t. b.v. soroptimisten …