Een festival van buitenissige woorden

Bert Jansen reisde af naar Schilde voor het laatste huiskamerdictee van het jaar. Hij hoorde er woorden die zelfs hij als thesauruskenner niet thuis kon brengen.

BND Schilde, groep

De deelnemers in de parkachtige tuin van Jozef Lamberts in Schilde

door Bert Jansen

Na de memorabele – bijna zomerse! – sessie van het huiskamerdictee bij de Van Dijkjes op de voormalige Zuiderzeebodem, togen we de laatste zaterdag van de nevelmaand naar Schilde, de satellietgemeente van Antwerpen waar nogal wat Hollanders domicilie hebben gekozen (niet altóós uit zuiver ideële overwegingen), voor een nieuwe aflevering van het onvolprezen BeNeDictee. Onvolprezen, niet het minst omdat ook deze keer de orthografische dijkbewaking van de dictees bij Johan de Boer in goede handen bleek te zijn. Chapeau, Johan!

Jozef Lamberts woont er – samen met zijn levensgezellin Marie-Louise – niet écht beroerd: de huizen in zijn wijk zijn stuk voor stuk ruim bemeten, de tuinen van voetbalveldafmetingen. De witte villa van het (echt)paar Lamberts vormt daarop geen uitzondering. Kortom, een attractieve plek voor de dolende dicteetijger. Op het aanrecht van de puikbest geëquipeerde keuken lagen de luxebroodjes opgetast en pruttelde de koffiekan. Een voor een druppelden de gladiatoren van het geschreven woord van heinde en verre binnen, negen in getal: Rein Leentfaar, René Dijkgraaf, Lizi van Vollenhoven, Herman Killens, Frank Denys, Dian van Gelder, Bob van Dijk, Birgit Kuppens en uw verslaggever. De sfeer was relaxed, vergenoegd en amicaal. Aan niets was te merken dat het weleens een koude kermis kon worden. Het werd misschien gevreesd, maar met succes verdrongen. Ontspannen kout voerde de boventoon – tot het moment dat Frank Denys plaatsnam achter de katheder.

Speelvogel

Frank – modest, een tikkeltje introvert zelfs (althans in Hollandse ogen) – gaf aan gekozen te hebben voor een korte autobio met de titel ‘Retrospectieve zelfkennis’. In zijn bijdrage gunde hij zijn aandachtige publiek een kijkje in zijn levensloop. Van kindsbeen af. Met zevenmijlslaarzen weliswaar, maar met somtijds even onverwachte als verrassende details.

Al in zijn eerste zin stelde hij menigeen voor een probleem, want hoe schrijf je 1955, zijn geboortejaar, in Romeinse cijfers? Artikel 37 van ons kersverse reglement – een diepe buiging en duizend kudo’s voor de geestelijke vader daarvan, Herman Killens – zegt weliswaar dat Romeinse cijfers zijn toegestaan voor ‘de volgnummers […] achter de naam van koningen, keizers, pausen of andere belangrijke of bekende machthebbers’, maar over geboortejaren van BeNeDictee’ers wordt in deze paragraaf niet gerept.

Wie wist dat de bescheiden auteur ooit glorieerde in hink-stap-springen en de decatlon?

Wie had gedacht dat Frank in zijn jonge jaren géén studax was, maar een speelvogel? Ook de crack die hij was in discuswerpen had ik nooit achter hem gezocht. En wie wist er dat hij glorieerde in hink-stap-springen en de decatlon? Frank, zo weten we nu, is ook een bereisd man. Dat hij geen vreemdeling is in Roeselare en het Pajottenland wilden we al wel geloven, maar dat ook de Visegrádlanden en zelfs Yucatán geen geheimen meer voor hem kennen, was nieuw voor menigeen. ‘In New Delhi’ – zo declameerde hij – ‘woonde ik rituele lijkverbrandingen bij vanop een ghat en nabij boeddhistische tempels zag ik in loengi’s gehulde monniken mediteren onder een bodhiboom (ook wel banyan genoemd).’ En in Istanboel bood hij een toerkoe een kopje çay aan als dank voor het ontcijferen van een tugra. Was dat niet een enigszins schamele beloning? Dat ontcijferen van zo’n monogram lijkt mij geen sinecure …

BND Schilde

De deelnemers in de serre; staand Frank Denys

Ken uzelve

Op zijn reizen naar het voormalige Tsjechoslowakije sloeg Cupido (lees Marijke) toe, maar of dat nu in een Slowaakse kraj of in Praag was, is in de mist van het verleden verloren gegaan. Mirabile dictu! Zijn speelse karakter en reislust weerhielden Frank er echter niet van carrière te maken in de telecomsector en daar te eindigen als communicatiemanager-redacteur. Dat hij een warm kloppend hart heeft voor taal in ál haar facetten zal voor geen van ons een verrassing zijn geweest; ook niet dat hij vijfendertig jaar bij een en dezelfde baas diende en aan de wieg stond van een hele reeks neologismen. Zijn eervolle vermelding in de zestiende editie van Van Dale, ons aller poolster, is dan ook zeer terecht, en spreekt boekdelen.

Op het eind van zijn exposé toonde Frank zich van zijn ruimhartige kant en gaf hij (uitzonderlijk!) aanwijzingen voor de spelling van het invulwoord Gnõthi seauton, het opschrift in de tempel van Apollo te Delphi. De vraag of die enkele handreiking in zijn aartsmoeilijke dictee genoeg was om hem niet hard te vallen over zijn lastige elucubratie, moet eenieder maar voor zichzelf beantwoorden …

Na de goed verzorgde lunch met soep en belegde broodjes (veel dank, Marie-Louise!), was het woord aan Bob, die in zijn bijdrage met de titel ‘Een mysterieuze blijmare in de bib’ uit een heel ander vaatje tapte. Zijn niet-aflatende captatio verborum had weer rijkelijk vruchten afgeworpen. Zou Humpty Dumpty geregeld een koffiekletske komen doen in zijn boerenschuurwoning om hem in te fluisteren hoe vreemde woorden worden gemunt?

Bob van Dijk

Bob van Dijk leefde zich uit in een krankjorum sprookje over Rosa Mystica

Diaks en dinkies

De protagoniste in Bobs verhaal was Rosa Mystica, een vrouw met een sterke, onvervulde kinderwens. Na een bezoek aan een privaat kliniek raakte ze, in haar aporie, verzeild in een kavete bevolkt met hetaeren. Later, in de cob, verschijnt haar engel Gabriël, in de gedaante van ‘een goëtisch knappe adonis met lange blonde manen, mesmeriserende Schweinfurter groene ogen die haar niet meer loslaten, en gehuld in een albastwitte fulpen pij: de niftyste verschijning ooit.’ Hij kondigt aan dat ze over negen maanden een zoon van hem zal baren. En inderdaad: ‘Op 25 december bevalt ze van een coromandelbruine wolk van een babyjongetje met wengékleurig kroeshaar en krapabruine ogen.’ Niet écht het evenbeeld van de engel …

Van Dijks dictee scoorde ten minste 12 op de schaal van Richter

Onze Oosterwoldse woordmagiër wist weer zinsneden uit zijn onesieraglanmouw te schudden als: eggs benedict etende diaks en dinkies. En: een starnakelzat lombrosotype dat van Teeuwis noch Meeuwis weet. Vergelijk dat eens met de suffe zin die bijna tezelfdertijd 300 kilometer noordelijker (in het radiodictee) werd gedeclameerd: ‘De vergelijking zij mij vergeven, maar seismologisch gezien heeft dit dictee een kracht van 3 op de schaal van Richter, waarbij het epicentrum zich bij zin 4 bevindt.’ Is er groter contrast denkbaar? Bobs dictee scoorde ten minste 12 op de schaal van Richter.

‘Geen zweem van moeilijkdoenerij of elitair gedrag in het radiodictee van de Taalstaat’ schreef Jeroen van Heemskerck Düker eerder op deze site. Inderdaad, onze auteurs hadden er weer alles aan gedaan om de opgavenbladen rood te doen kleuren. Maar hoewel de dilemma’s zich aaneenregen (lungi’s of loengi’s, sexy neus of sectieneus?) en alleen Killens en Leentfaar enigszins zonder kleerscheuren aan het mijnenveld hebben weten te ontsnappen, prefereren wij tóch de ‘moeilijkdoenerij’ van een BeNeDictee. Wij zijn niet van suiker!

Bij het scheiden van de markt overwogen we dan ook dat voldaan was aan de voorwaarden zoals beschreven in artikel 2 van ons reglement, namelijk dat de nadruk vooral ligt op de toffe ambiance en gezelligheid in vriendschappelijke en losse sfeer. Het schemerde al toen de deelnemers een voor een het landhuis verlieten.

Scores

Om te beklemtonen dat de scores van ondergeschikt belang zijn, volgen ze in dit PS’je.

Dictee Frank: Herman (20), Rein (26), Birgit (28), Lizi (35), René (42), Jozef (43), Bert (46), Dian (50), Bob (54).

Dictee Bob: Rein (22), Herman (23), Frank (26), Bert (32), René (33), Birgit (35), Lizi (36), Jozef (44), Dian (49).

5 reacties

  1. Bedankt voor het mooie verslag, Bert. Om nog eens na te genieten van die prachtige dag in fijn gezelschap.

    • Weer een prachtig, met Attisch zout gekruid verslag van Bert, gedrenkt in een sfeer van convivialiteit.

  2. Weer een prachtig verwoorde recensie, Bert! En de apostrof in BeNeDictee’er deed me veel deugd.