Rising star Ward Milissen zegeviert in Sluis

Wie Van Dale zegt, denkt aan dicteepaus Rein Leentfaar. En als we Rein zien, denken we meteen aan het Johan Hendrik van Dale Dictee. Op zaterdag 11 november vond de vierde editie plaats voor een beperkt maar select publiek. Herman Killens brengt verslag uit.

door Herman Killens | fotografie Trui Gonnissen, Bert Jansen en Herman Killens

De fraaie raadzaal

Sluis, op een kilometer of zo van de Belgisch-Nederlandse grens. Een populaire weekendbestemming voor Vlaamse toeristen, zeker op een zeldzame zonnige dag als vandaag.

Maar wij zijn hier voor zaken. Dicteezaken. Na een offerande aan het standbeeld van ons aller spellinggod Johan Hendrik van Dale begroet ik veel usual suspects in de indrukwekkende raadzaal van het Belfort in Sluis. Het aantal moedige spellers staat niet in verhouding tot de drukte in de binnenstad. Maar de 10 liefhebbers en 6 specialisten worden heel hartelijk verwelkomd bij een koffie/thee met snoepjes.

De auteur van het vierde Johan Hendrik van Dale Dictee – in se eigenlijk het derde want er viel een editie weg door een of andere pandemie – is stamhoofd Rein Leentfaar. Dat voorspelt meestal weinig goeds, zeker als hij zelf aankondigt dat de moeilijkheidsgraad weer eens uit de hand is gelopen.

De Weledelgestrenge Heer Rein Leentfaar

Kuutgebruik

Het thema van het dictee is ‘respectvol communiceren’. Rein leidt ons van de slakkenpost waarin de aangeschrevene met veel egards werd benaderd naar het – niet altijd zo sociale – socialemediagebeuren vol azijnzeikers heden ten dage. Waarna hij zich kan uitleven in invectieven (scheldwoorden) die nu aan de orde van de dag zijn. Kaaskoppen bijvoorbeeld, of Moffrikaanse hunnen, k-Marokkanen, eppo’s en grefo’s. Opvallend: de Sluise gevoeligheidslezer liet die allemaal vlotjes passeren, maar de sjacherjood werd wel geschrapt!

Na de 50 invulwoorden voor het hele gezelschap krijgen de specialisten – die voortdurend twijfelen over het kuutgebruik – nog 20 extra moeilijke opgaven geserveerd, zoals de alom bekende Passiflora caerulea en de thermometerschaal van Rankine.

Burgemeester Marga Vermue heeft het begrijpelijkerwijze af en toe niet onder de markt met tongbrekers als befgajes, netizen, Dougalls stern of hexakosioihexekontahexafobie. Maar globaal een heel goede performance!

Jantje van Sluis

Ik mis daarentegen volkomen mijn start. Van de eerste 10 invulwoorden gaan er maar liefst zes de mist in. En dat in het liefhebbersgedeelte nota bene! Pf, allemaal ontbrekende hoofdletters in uitdrukkingen als de Weledelgestrenge Heer, Benevole lector, Lectori salutem, Amice en Totus tuus. Een zesde hoofdletterfout (woord aan het begin van de zin) wordt uiteindelijk kwijtgescholden omdat de eindpunt van de vorige zin niet duidelijk zichtbaar is. Maar toch start ik dus meteen met een stevige achterstand van -5 op de meeste andere specialisten. Ai, dat is een verloren zaak …

Klein maar select gezelschap

Tijdens de correctiepauze gaan we met een groepje in een café om de hoek gezellig samen genieten van een Jantje van Sluis, een müller-thurgau of een nero d’Avola – hopelijk volgt er dus geen shoot-out – waarna we klaar zijn voor het finale verdict.

Speltalent

Na een wetenschappelijk volkomen correcte maar nogal lang uitgesponnen Reinse spellinguitleg worden de drie winnaars naar voren geroepen. Drie, want de twaalfjarige Matthis de Kruif ontvangt een aanmoedigingsprijs. Jong speltalent!

Jawel, ik had het voorspeld. Rising star Ward Milissen (8f) uit Hasselt wint het dictee overtuigend bij de liefhebbers, voor Raf Coppens (12f) en Trui Gonnissen (13f).

De volledige uitslag bij de specialisten: 1. Herman Killens (11f – hoera, nog een ultieme remonte in het specialistendeel), 2. Frank Denys (14f), 3. Frans Van Besien (19f), 4. Bert Jansen (21f), 5. Christiane Adams (22f) en 6. Eftimios Tsokos (23f).

Na een warm afscheid van de dicteevrienden duik ik met Mireille de vestingstad in, verzilver ik mijn gewonnen boekenbon en geniet ik na het dicteegoud van het Zeeuwse culinaire goud.

6 reacties

  1. Leuk verslag!
    Maar: de Weledelgestrenge Heer, Benevole lector, Lectori salutem, Amice en Totus tuus.
    Al deze uitdrukkingen kom ik in VD alleen kleine letters tegen. Wat heb ik gemist?

  2. Even gekeken. Reins Weledelgestrenge Heer lijkt mij inderdaad fout want Van Dale spelt het klein. Bij de 4 andere staat ergens het woordje ‘aanhef’, vandaar een beginhoofdletter. Zulke triviale kwesties (en dan nog wel 5 keer!) in een liefhebbersdictee …

  3. Mooi verslag, Herman, chapeau!
    Bij ‘weledelgestrenge heer’ kijk je in VD best onder het lemma ‘Weledelgestr.‘ Daar staat als uitleg: in adresseringen ‘Weledelgestrenge’. Dat strookt met de context van het dictee (Op de envelop), al kun je dan weer de vraag stellen in hoeverre de hoofdletter H van heer afdwingbaar is. Rein zal misschien nog zulke enveloppen bewaard hebben, maar die dateren uit de tijd dat ook ‘Geachte Heer’ nog een normatieve briefaanhef was. En waarom spelt VD bij B.L. ‘benevole lector’ en bij L.B. ‘Lector benevole’? Bij die laatste afkorting had toch ook de toevoeging ‘aanhef’ mogen staan.

  4. Ik interpreteer dat verschillend, namelijk dat ‘Weledelgestr.‘ de afkorting is – in adresseringen – van ‘Weledelgestrenge’. Er staat dus helemaal niet dat zulks de enige afdwingbare schrijfwijze in adresseringen is, zeker al omdat elders in Van Dale dus ‘weledelgestrenge heer’ staat. Mijn vermoeden wordt bevestigd door Taaladvies. Volgens https://taaladvies.net/titels-en-titulatuur-in-nederland-algemeen/ moet het ‘De weledelgestrenge heer’ zijn in titulatuur bij de adressering en ‘Weledelgestrenge heer’ bij titulatuur in de aanhef boven een brief. In elk geval geen goede dicteeopgave lijkt me …

  5. Benevole lector, Lectori salutem, Amice en Totus tuus lijken me gezien de context niet bestrijdbaar. Op de envelop(pe) moet inderdaad staan: De weledelgestrenge heer. Duidelijk niet gecontroleerd! Mea culpa.

  6. Ik had het sowieso toch fout: de met kleine d. Ik was blijkbaar echt ingedommeld in het eerste deel …