door Bert Jansen
Het organiserend comité van de Rotary, afdeling Waterland, was voortvarend te werk gegaan: in maar liefst vier bibliotheken, zo was de opzet, zou op zondag 26 november het eerste Groot Waterlands Dictee gehouden worden. Helaas baarde de berg een muis; men had buiten de Waterlanders gerekend, en die hebben het niet zo op dicteetjes. Die conclusie lijkt mij althans niet al te boud, als op een potentieel van, grosso modo, 100 duizend inwoners (het inwonertal van Purmerend, Monnickendam, Edam en Middelie tezamen) slechts 27 personen zich voor het dictee aanmelden. Aan de Rotarians heeft het in ieder geval niet gelegen: in hun draaiboek was alles tot op de minuut en de komma geregeld.
Met acteur Pepijn van Halderen als spreekstalmeester had de organisatie geen betere keuze kunnen maken. Hij had een mooi pakket oneliners en kwinkslagen in zijn mouw, die hij er met opmerkelijk gemak en te gelegener tijd uitschudde. Voorafgaand aan het dictee inventariseerde Pepijn de leeftijdsopbouw van zijn publiek. Er bleken slechts een paar personen onder de veertig jaar te zijn, een handjevol was tussen de veertig en de zeventig, maar veruit de meerderheid bestond uit zeventigplussers. Die hoge gemiddelde leeftijd hoeft ook niet te verbazen met de dagelijkse alarmerende berichten over de ontlezing bij de jeugd. Op de vraag van Pepijn of er zich ook dyslectici onder het publiek bevonden, ging welgeteld één vinger de lucht in; hij werd subiet door drie personen gesponsord! De sfeer aan mijn tafeltje, dat ik deelde met Natalie Saaf, wethouder in Purmerend, en haar vriendin Els van Loenen, babs in Waterland, was direct uiterst geanimeerd.
Niet vlekkeloos
Melle Dotinga, de juist aangestelde Dichter des Waterlands [sic!], was niet in persoon aanwezig, maar sprak voor aanvang van het dictee de toehoorders via het scherm toe. Aansluitend aan zijn hart-onder-de-riempraatje kreeg de voorlezer, Norbert van Halderen (geen familie van Pepijn), de directeur-bestuurder van de bibliotheek Waterland, de envelop met daarin het dictee overhandigd, wat de suggestie wekte dat hij de tekst niet eerder onder ogen had gehad. Wat overigens geen verbazing hoeft te wekken, want zijn voorlezing ging bepaald niet vlekkeloos. Bij voortduring worstelde hij ook met het tempo: meer dan eens moest hij gemaand worden gas terug te nemen.
Het dictee, bestaande uit tien ultrakorte zinnen, had als titel meegekregen ‘Roerig waterland’ en ging over de overwintering van exotische gevleugelde diersoorten. Maar meer nog eigenlijk over paradijsvogels, waarmee folkloristisch georiënteerde toeristen werden bedoeld. Ze strijken bij voorkeur neer in Volendam, waar ze worden verleid tot het nuttigen van kibbeling, haring met uitjes en in een exceptioneel geval zelfs gerookte paling.
Zin 10 luidde: Dit betreft zowel de populatie van onze regio als een gevoelsfenomeen dat ontstaat als bijeffect van schreien, grienen, janken, blèren of huilen.
Hevig protest
Aanvankelijk lag het in de bedoeling dat men zijn eigen dictee nakeek, maar op instigatie van de zelfbenoemde dicteegoeroe Rein Leentfaar besloot de organisatie dat de dictees doorgeschoven werden. Een goede beslissing. De meeste mensen mogen dan deugen (althans volgens Rutger Bregman), nochtans kun je de kat de kaas maar beter niet toevertrouwen. In een correctieformulier was niet voorzien; de tekst werd op het scherm geprojecteerd.
Iemand tekende hevig protest aan tegen het feit dat in groten getale zónder verbuigings-n zou zijn voorgelezen. Er werd geïnventariseerd of er meer mensen waren die dat gehoord hadden, terwijl het protest eenvoudigweg in de kiem gesmoord had moeten worden door uit te leggen dat in gewonemensentaal de slot-n gewoonlijk niet wordt uitgesproken. En dat dat a fortiori geldt bij het voorlezen van een dictee.
Na de gezamenlijke correctie werden de dictees opgehaald om nog eens door de jury te worden nagekeken. In de pauze speelde een vrolijk bandje en werd uitleg gegeven over de VoorleesExpress, waar het sponsorgeld naartoe ging. De stichting beoogt kinderen die moeite hebben met taal door voorlezen en taalspelletjes een duwtje in de rug te geven. De sprekers hielden hun bezielende praatje naast een bord met de tekst ‘Dichtbij taal, dichtbij mensen’. Een schoolvoorbeeld van vloeken in de kerk! Maar goed, een kniesoor die daarop let, want uiteindelijk kon de stichting niet minder dan 4225 euro op haar rekening bijboeken. Missie geslaagd, dunkt mij.
Taalweetjes
Gemiddeld werden er ruim zes fouten in het dictee gemaakt. Maar liefst zes deelnemers maakten drie fouten en werden daarmee gedeeld derde, onder wie mijn eerdergenoemde tafelgenote Els van Loenen. In een shoot-out was helaas niet voorzien. De nummer twee – uw penny-a-liner – ging tweemaal de fout in: ‘verhogen’ in plaats van ‘verheugen’ (een typisch seniorenmomentje) en ‘rotarian’ in plaats van ‘Rotarian’. Ik meende een analogon te hebben gevonden in ‘dolle mina’, dat niet meer alleen verwijst naar een aanhangster van ‘Dolle Mina’, maar ook een algemene benaming is geworden voor een vrouw die actief strijdt voor vrouwenemancipatie. Helaas, kennelijk is ‘Rotarian’ (nog) niet losgezongen van de oorspronkelijke betekenis. Te veel regels in het hoofd kunnen ook voor verwarring zorgen.
Mijn prijs was Het ABC met JP, een lichtvoetig werkje van Lingorechter JP Pellemans boordevol aardige taalweetjes. Het in september van dit jaar verschenen boekje is inmiddels aan zijn vierde druk toe. Terecht! De eerste prijs ging naar Rein Leentfaar uit Middelburg; hij leverde een foutloos dictee in.
Kritische noot
Evaluerend kunnen we concluderen dat de Rotary uitstekend geslaagd is in haar doel, te weten veel geld ophalen voor de VoorleesExpress. Een kritische noot over het dictee zelf kan hier echter niet achterwege blijven. De auteur had evident geen hoge pet op van de spelvaardigheid van zijn streekgenoten, want zelden lag de orthografische lat in een dictee zó laag. Ik wil graag geloven dat er in Waterland talloze gevleugelde diersoorten te vinden zijn, maar waarom noemt de auteur er niet één? Misschien was een quelea iets té exotisch, maar een cirlgors of desnoods een slobeend was toch wel leuk geweest om tegen te komen?
En lees nog eens de hierboven geciteerde zin 10. Hij is niet alleen monstrueus, maar bevat ook nog eens geen enkele orthografische valkuil! Zelfs mijn buurmeisje Milla schreef desgevraagd zonder mankeren de opsomming foutloos op, terwijl ik haar ‘no-brainers’ hoorde mompelen. Ze is acht … En waarom laat de auteur de paradijsvogels kibbeling, haring en gerookte paling eten? Waarom geen vichyssoise, ceviche of bouillabaisse? Dan had de goegemeente tenminste nog enkele nieuwe woorden geleerd.
Dankzij het onvolprezen – en helaas ter ziele gegane – Groot Dictee der Nederlandse Taal staan woorden als przewalskipaard, kasuaris en antimakassar in ons collectieve geheugen geprent. Helaas heeft het eerste Groot Waterlands Dictee ons niets geleerd. Het moeilijkste woord was misschien nog wel congé. De jonge bibliotheekmedewerkster had het waarschijnlijk nog nooit gekregen en schreef het dan ook prompt fout. Maar ze vergeet het nooit meer!
Enfin, kinderziekten zijn om overheen te groeien. Ongevraagd, maar gratis, draag ik graag een paar remedies aan: zoek een auteur die een uitdagende tekst kan schrijven, zorg voor een aantal shoot-outwoorden om ex aequo’s te vermijden, laat de tekst controleren door ofwel de Taaladviesdienst, ofwel door Dictees.nl. Het voorkomt hinderlijke fouten zoals licht alcoholische (dat er zelfs twee keer in stond!) in plaats van het correcte lichtalcoholische.
Ik kan me wel vinden in het verslag van Bert.
Ik had hem in eerste instantie getipt voor dit dictee, dat voor het eerst in Waterland zou worden georganiseerd. Teleurstellend dat er zo weinig animo bleek en vervolgens werd de taalkundige kennis van de deelnemers ook nog eens onderschat. De tips zijn derhalve waardevol. De sfeer was echter goed, ik heb me als deelnemer en inwoner van Watergang wel geamuseerd. Mede door de privé- colleges na afloop van Bert en Rein.