6 reacties

  1. Bij opgave 9 kende ik de benaming voor een douche met afwisselend koud en warm water niet, dus ik interpreteerde die oplossing letterlijk en vond ze wel mogelijk, maar vreemd. Omdat ik wist dat het bewuste bijvoeglijk naamwoord in verschillende betekenissen ook met kleine beginletter bestaat, heb ik uiteindelijk voor die rare, malle oplossing gekozen, die me toch niet helemaal uitgesloten lijkt.

  2. Jeroen, heb je wel gekeken naar de eerste niet algemene betekenis van het bedoelde bijvoeglijk naamwoord (met de kleine beginletter) in die Dikke? En is die betekenis echt ondenkbaar in de bedoelde opgave? Ook op http://www.woordenlijst.org staat die vorm, maar zonder vermelding van betekenis.

  3. Natuurlijk heb ik daarnaar gekeken. Maar de correcte vorm is echt een ingeburgerd begrip en heeft niets te maken met de andere betekenissen van het adjectief. Als naturist en fervent saunabezoeker ken ik het begrip al vrij lang. Als jurylid bij een wedstrijd zou ik een andere spelling zonder enige twijfel als fout aanmerken, alle sofististische redeneringen ten spijt.

  4. Deze ”jurybeslissing’ doet mij denken aan het opgavenwoord showlijder, dat voorkwam op het 6e Groot Limburgs Dictee (1997), met een tekst van de hand van Jean Spelmans. Ook daar vielen er wel opwerpingen tegen de spelling (of: voor de andere spelling) te noteren die theoretisch vast en zeker te verdedigen waren (de context liet zowel de betekenis “showbink” (showlijder) toe, als “voorganger in een show” (showleider)).

    Het is een vaststaand feit dat de jury zich voor dergelijke gevallen enerzijds kan beroepen op het motto “de jury heeft altijd gelijk”, maar anderzijds ook op de harde wetten van GB, VD: ‘showlijder’ en ‘een Schotse douche’ hebben de selectiecriteria te doorstaan om in het woordenbestand te kunnen worden opgenomen.

    Als hommage aan die tekst van J. Spelmans, die misschien tot de eerste dicteewedstrijd geleid heeft waar zo’n gevalletje werd bedisseld, zou ik deze categorie opgaven ten enenmale – als in een soortnaam – willen benoemen als “een showlijdertje” (of: “een showlijderopgave”).

  5. Prima voorstel, Edward. Die showlijder figureerde nadien ook in het Deventer Dictee 2014, waarin Joost Verheyen zich ‘eerder coulissefiguur dan showlijder’ voelde. Maar op meer voorbeelden kan ik even niet komen.