door Frank Denys
Halle, zaterdag 27 april, half acht ‘s ochtends: ik vertrek voor een autoritje van 250 kilometer naar het Noord-Nederlandse Harderwijk. Het sombere lenteweer volgt de trend van de voorbije dagen: het regent oude wijven en het jagend zwerk oogt bijzonder mistroostig. Maar je moet natuurlijk wat overhebben voor je hobby: ter plaatse wacht immers de tweede editie van het BeNeDictee 2024, de beruchte huiskamerdicteecompetitie waar Nederlandse en Vlaamse spellingspecialisten de ponjaards met elkaar kruisen en in een genoeglijke sfeer wist-je-datjes en anekdotes uitwisselen. Buitengemeen leerzaam en gezellig allemaal, de afwezigen weten nauwelijks wat ze missen.
Martelaren
De reis verloopt voorspoedig en ruim halverwege het traject, even voor Gorinchem, klaart de hemel op. Maar dan sta ik plots voor wegwerkzaamheden: een brug is afgesloten voor al het verkeer en het is allesbehalve duidelijk welke omleidingsroute ik nu moet volgen. Mijn navigatiesysteem doet me rondjes rijden en tijd verliezen, tot ik na lang zoeken eindelijk de juiste richting te pakken heb. Ik had de reisroute natuurlijk beter moeten voorbereiden, maar het is nu toch al de tweede keer dat Gorinchem me iets lapt. Ik weet hoe je de naam van die gemeente moet uitspreken. Bert Jansen gebruikte twee jaar geleden in Bussum de dicteeopgave de martelaren van Gorkum, door mij natuurlijk opgeschreven als … van Gorinchem. Fout, want die opgave betrof een geschiedkundige term, zoals geattesteerd in Van Dale. Voor mij blijft die vestingstad voortaan voor eeuwig verdoemd, hoewel ik toch nog nét op tijd, weliswaar als laatste, de woonst van onze amfitryon René Dijkgraaf weet te bereiken. René had vooraf een Taalstaatjournalist uitgenodigd, maar die staat (no pun …) ons alleszins niet met een microfoon op te wachten.
Wél ontwaar ik aan de huizen in de buurt massa’s met een oranje wimpel getooide rood-wit-blauwe vlaggen, hetgeen een onwetende Vlaming er doet aan herinneren dat het vandaag in Nederland Koningsdag is. Meteen ook het gedroomde excuus van de Taalstaat om hun kat te sturen …
Artificieel
Als eerste auteur komt René Dijkgraaf aan de beurt. Hij had ons op dijkgraafiaanse wijze proberen warm te maken voor een dictee dat volgens zijn normen nooit zo makkelijk was. Ons aller corrector Johan de Boer zou dat immers zo voorspeld hebben. Wie Dijkgraaf kent, weet dat je dan extra op je hoede moet zijn. Zijn dictee tast andermaal de grenzen af van wat inzake moeilijkheidsgraad voor specialisten nog aanvaardbaar is, zo hebben de foutenstatistieken inmiddels aangetoond.
Wie Dijkgraaf kent, weet dat je op je hoede moet zijn als hij zegt dat het gemakkelijk wordt
Opwindende tijden is een genuanceerd en onderbouwd betoog over artificiële intelligentie, waarin de ex-cardioloog zich als een ware vooruitgangsoptimist laat kennen:
“Elke maand word ik, zeker als noob, weer realtime verrast door nog sneller werkende en nuttiger toepassingen. […] Natuurrampen kunnen adequater voorspeld worden, bijvoorbeeld door het monitoren van seiches. Ook onze gezondheidszorg gaat drastisch veranderen. Nu al is AI superieur bij het beoordelen van röntgenonderzoek. Het stellen van mogelijke diagnosen op grond van klachten van een patiënt doet AI eveneens beter dan artsen. […] Velen krijgen hun dagelijkse taken niet binnen vierentwintig uur klaar, maar AI draait zonder klagen overuren. […] Ge kunt u met hulp van ki focussen op wat echt belangrijk is.[…] Zo toont AI haar ware kracht, niet als onpersoonlijke machine, maar als een essentieel instrumentarium in handen van de mensheid.”
Idolatrie
Neigt dit alles niet een beetje naar naïeve idolatrie? Is René dan blind voor de schaduwzijden van het artificiële monster? Geenszins, want: […] elke vooruitgang kent ook zijn uitdagingen. Om te beginnen gebruikt AI wereldwijd een zorgelijke hoeveelheid energie […] en de bekendste toepassing van AI, ChatGPT, maakt af en toe storende fouten. […] De bescherming van onze privacy is nog een heikeler punt, want die is bij AI meer een suggestie dan een garantie. […] Wind u vooral op over het navolgende: wat als AI in handen blijft van big tech, waardoor hun niet te stoppen uberteitsgroei ons leven tot in detail gaat bepalen, zodat we chaebollakeien of marktplaatsslaven worden? […] Wat als mensen hun met behulp van AI gefakete 9/11-theorietjes kunnen rondbazuinen?”
Conclusie: “AI is veelbelovend en ze gaat nooit meer weg. We zullen ons wereldwijd dan ook geducht moeten inspannen om haar op een positieve, open, en goed gecontroleerde manier vorm te geven.”
Tijd nu om de innerlijke mens te versterken. Deelnemer Jeroen van Heemskerck Düker had al geappt dat de belangrijkste prikkel om naar Harderwijk te komen de culinaire kunsten zijn van de aimabele gastvrouw Marjan Dijkgraaf. Daar komt vermoedelijk weinig AI bij te pas, maar alleszins blijkt Jeroens loftuiting niet overdreven, want wat worden we verwend met heerlijke soep, lekkere quiches en smakelijke sneden met kaasbeleg gelardeerd volkorenbrood!
Zingeving
De tweede dicteeauteur, Bert Jansen, is in een levensbeschouwelijke fase van zijn leven beland. Vorig jaar schreef hij naar aanleiding van de begrafenis van een gekende dictee-expert een tekst over de dood en uitvaartrituelen. Geheel in lijn daarmee heeft hij het vandaag over religie en zingeving. Nu de kerken leeglopen en bekende schrijvers zoals Kristien Hemmerechts en Christophe Vekeman in hun recente boeken de spiritualiteit omarmen, is dat beslist een actueel thema.
En passant vermeldt hij een mooi synoniem voor de preekstoel: de houten broek
In Van kerk naar klankschaal gidst Jansen ons met zijn idiosyncratische verbositeit door de geschiedenis van diverse geloofsbelevenissen, niet alleen in eigen land. Druïden, autodafe’s, middeleeuws verzet tegen de kerk komen aan bod, evenzeer als de sannyasins, rajneeshies, hare krisjna’s en quakers. Hij gaat geen persoonlijke noot uit de weg: “Opgevoed in een christelijk gezin, geloofde ik als kind dan ook ernstig in de heilige trits God, Jezus en Sinterklaas. In die volgorde. Ik bezocht een protestants-christelijke school en aan mijn zondagse gang naar de kerk […] werd nooit getornd.” Als protestant komt hij in de ban van de uiterlijke praal van de rooms-katholieke kerk (cingula, amicten, credenstafel en pyxides) en en passant vermeldt hij een mooi synoniem voor de preekstoel: de houten broek. Op latere leeftijd raakt de Eeuwige uit zijn beeld, stopt hij het kerkbezoek, maar smult hij van de famae clamosae die niet binnen de kloostermuren konden gehouden worden. Hij heeft het dan over broeder Maurice die bepaald geen schoenenfetisjist was, want zijn slachtoffer was een weliswaar ravissant gemaquilleerde, maar ongeschoeide karmelietes.
Aardse materie
Het hedendaagse, eclectische religieuze landschap slaat hij geamuseerd gade: waar mindfulness nog op begrip kan rekenen is hij minder geporteerd door de in heidense seances gebruikte ouijaborden, holistische therapieën als reiki, klankschaal- en kristaltherapie. Dat in het secularisatieproces en in de zoektocht naar zingeving de kerk plaatsgemaakt heeft voor de klankschaal is voor een rationeel iemand moeilijk te begrijpen. Hij twijfelt niet aan de zinloosheid van wetenschappelijk niet-bewezen therapieën.
Vertwijfeling slaat bij de Bussumer achteraf wel nog toe over een aardsere materie: waar is zijn autosleutel? Die had hij nonchalant boven op de piano gelegd en dat onmisbaar kleinood blijkt nu plots zoek te zijn. Heeft iemand dat per ongeluk meegenomen? Lichte paniek, links en rechts wat rondgebeld, maar gelukkig kan ik hem uit de nood helpen. Ik had goed naar zijn betoog geluisterd en het maxime van de theoloog Kuitert indachtig (Alles van boven komt van beneden) weet ik dat volgens de onafwendbare wetten van de zwaartekracht vroeg of laat ook alles van boven naar beneden komt. De sleutel blijkt zich inderdaad onder de piano te bevinden!
Berts dictee is veel makkelijker dan dat van René. Zo komen we weer onder de mensen, maar het mag ook, neen, het moet ook gezegd worden dat beide auteurs veel te veel slordigheden in hun tekst lieten staan. Nazicht door een corrector ontslaat auteurs niet van hun plicht alle opgaven in de twee geijkte bronnen te checken en te dubbelchecken. Ook wordt er al te lichtvaardig omgegaan met het nochtans eenvoudige principe van afdwingbaarheid, waardoor onnodige discussie ontstaat.
Ex aequo
De uitslagen dan maar. Het olympisch devies van Pierre de Coubertin indachtig zijn die onbelangrijk, maar we kunnen moeilijk om de top drie heen, die zoals wel vaker met meer dan één neuslengte de concurrenten het nakijken geeft: Rien Wisse, Rein Leentfaar en Herman Killens. In de ochtendsessie wint Wisse met 26 fouten voor Leentfaar (32) en Killens (33). De namiddagsessie is spannender: Rien en Rein berusten in een ex aequo met 10 fouten, nipt gevolgd door Herman Killens (12). Voor zover dat nog nodig was bewijst de beslagen Bredase redacteur-spellingspecialist Rien Wisse hiermee dat zijn overalltitel 2017-2019 geen toevalstreffer was.
Onder luide lachsalvo’s vliegen de witzen over en weer
Tijdens de nazit passeren op een tv-scherm iconische foto’s van voorbije dictee-evenementen, wordt er een hilarisch filmpje van de Nederlandse cabaretier Erik van Muiswinkel vertoond, vliegen onder luide lachsalvo’s de witzen over en weer en komen de meest uiteenlopende onderwerpen aan bod: van hobby’s en literatuur tot de wonderlijke werking van het menselijk brein en geheugen. Kortom, de sfeer zit er goed in.
Ik was als laatste gearriveerd, maar trek ook als laatste de deur dicht ten huize Dijkgraaf. Geestelijk verzadigd vat ik goedgemutst de terugweg aan: geen spatje regen, zonder haperen de hobbel van het vermaledijde Gorinchem genomen en op een meer dan fatsoenlijk uur terug thuis, waar ik mijn eega mijmerend kan navertellen dat er weer een gedenkwaardige dag is bijgeschreven in de annalen van de BeNeDicteegeschiedenis.
Jouw met welversneden pen geschreven, hilarische verslag heb ik met bijzonder veel genoegen gelezen, Frank.
De verbale fleer om mijn oren vanwege het niet (precies) naleven van het reglement aanvaard ik deemoedig, alhoewel ik voorstander ben van een wat vrijmoedige uitleg daarvan en niet per se afkerig ben van discussies na afloop,
Supergoed verslag, Frank. Ik herleefde de dag weer helemaal.
Wat een prachtig taalgebruik, Frank!
Wat een prachtig geschreven verslag weer Frank, en wat kun je dat snel! Je schrijfstijl is mooi, evenwichtig en ter zake doende. Ik zou meer van je willen lezen, wanneer komt je roman uit? Je kritiek op mijn AI-verhaal is terecht. Maar aangezien ik nog nooit een foutloze dicteetekst schreef, vrees ik dat het opzoeken en overschrijden van grenzen onvermijdbaar zal blijven. Ook omdat dat een karaktertrekje van me is … Ik zal volgende keer toch proberen de tekst wat makkelijker te maken!
Ah, say no more, wink, wink, nudge, nudge, know what I mean?
Maar het kan niet genoeg gezegd worden: wat een magnifiek verslag. Genieten! Dank, Frank.
En ik kan er mijmerend aan toevoegen dat er weer een prachtig en gedenkwaardig verslag is bijgeschreven in de annalen van de BeNeDicteegeschiedenis!