door Bert Jansen | Foto’s © Ton Pors
Hoogzomer was het, toen René Dijkgraaf mij mailde: ‘Mijn kerstboom staat, de komende tijd ga ik de ballen erin hangen.’ Na lezing van deze zin vermoedde ik ernstig een zonnesteek bij de gewaardeerde dicteetijger, maar toen ik verder las, begreep ik de metaforische strekking, want in het vervolg legde hij uit met de kerstboom de ‘ruwe dicteetekst’ te bedoelen en met de ballen de ‘moeilijke woorden’.
Welnu, inmiddels dorren de bomen in het laat seizoen en hebben we op 10 oktober de kerstboom in zijn volle glorie kunnen bewonderen. Maar daarover meer verderop.
Eenvoudig doch voedzaam
Voor de vierde maal organiseerde de Lions Club Harderwijk het Groot Harderwijks Dictee. Ook dit jaar weer was René Dijkgraaf aangezocht het dictee te schrijven. Het eraan gekoppelde goede doel was bestrijding van de laaggeletterdheid: leermaterialen voor Harderwijkse azc-kinderen. Aan het eind van de avond zou blijken dat er 1.300 euro op de rekening van deze stichting kan worden bijgeschreven.
Eveneens voor de vierde maal in successie had René zijn dicteekompanen voorafgaand aan het kruisen der kroontjespennen uitgenodigd om in zijn Harderwijkse kruip-in een – zoals hij het in zijn uitnodiging zelf formuleerde – ‘eenvoudige doch voedzame maaltijd’ te nuttigen. Dat bleek een understatement: René, geaccompagneerd door zijn charmante wederhelft Marjan, zette ons een gesoigneerd convivium voor. Zo’n maaltijd verbroedert en zorgt voor de onderlinge verbinding. Nog afgezien van het feit dat de spelkunst niet gedijt op een rammelende maag.
Grandguignol
In het Christelijk College Nassau Veluwe stonden de tafels in het gelid: vijftig voor de liefhebbers, vijftien voor de tijgers, die weer van verre (van heinde was er niemand) waren gekomen om zich, vrijwillig en tegen betaling, door de ietwat malicieuze auteur te laten roosteren.
Traditiegetrouw trad Bert van Maarleveld, presidentsvoorzitter van de Lions Cub, weer op als spreekstalmeester en was het jurytoezicht in bekwame handen bij de dames Marjan Wonnink (neerlandica) en Elly Bakker (rectrice van het college). Nee, ik doe geen poging politiek correct te zijn.
Na de eerste drie jaar bot te hebben gevangen, hadden de organisatoren burgemeester Harm-Jan van Schaik ten langen leste bereid gevonden het dictee voor te dragen. In zijn introductie zei hij te vrezen dat een eventuele vergelijking met Philip Freriks in zijn nadeel zou uitpakken, maar dat viel alleszins mee. Hij vergaloppeerde zich weliswaar een paar keer – bij grandguignol gaf hij zelfs na een paar vergeefse pogingen de pijp aan Maarten, die inmiddels een aardige collectie moet hebben –, maar zijn rustige dictie en beschaafde sonore stem compenseerden dat ruimschoots.
Jammer was wel dat een aantal woorden niet helemaal volgens het (uitspraak)boekje over zijn lippen kwamen. Ik noem heautoscopie (dat ten onrechte met een ronde o in de tweede lettergreep werd uitgesproken in plaats van met aan au) – het zette menige dicteenomade op het verkeerde been. Geholpen daarentegen weer werd de goegemeente door het woord epizeuxes in de derde lettergreep met een eu uit te spreken in plaats van met een ui – fouten die doen vermoeden dat de eerste burger van Harderwijk een klassieke opleiding heeft moeten ontberen. Bij wachoachtig kwam de klemtoon verkeerdelijk op de tweede, in plaats van op de eerste lettergreep, waardoor ik het woord niet herkende en er het malle ‘wat showachtig’ op mijn blaadje kwam te staan … Spijtig voor iemand die geen watje wíl zijn en geen macho dúrft te zijn. Dergelijke fouten zijn overigens gemakkelijk te vermijden als de voorlezer een fonologische versie ter hand wordt gesteld.
Werkster of interieurverzorgster?
Het onderwerp van het dictee was even verrassend als belangwekkend: de devaluatie van het woord, een in dictees nog niet eerder behandeld onderwerp. René opperde in zijn exposé dat de werkster er niet mee geholpen is als we haar beroep versluierend interieurverzorgster noemen. Hij stelde de vermoedelijk retorisch bedoelde vraag: ‘Of een trukendoos vol nieuwe benamingen daarbij helpt, is echter de vraag, want het betreft waarschijnlijk hooguit markeringen van de heersende moraal.’
Dat – aan de andere kant – woorden het wereld- en mensbeeld wel degelijk kunnen kleuren, zal René wel niet willen ontkennen. Of we de Molukse kapers uit de tweede helft van de jaren zeventig nu terroristen of vrijheidsstrijders noemen, maakt wel degelijk verschil voor onze interpretatie van de werkelijkheid. En dat geldt ook voor de mariniers, die, afhankelijk van de bron, bevrijders of zelfs moordenaars genoemd worden. Pijnlijk voor mensen die hun leven in de waagschaal stelden, al mogen de kwalificaties dan slechts ‘trillende luchtmoleculen’ zijn, zoals René stelt.
En sinds kort is ook het inmiddels door Van Dale gesanctioneerde ‘slaafgemaakte’, een morfologisch barbarisme van de eerste orde, bon ton. Ik pas niet meer in mijn schoenen. Tenenkrommend! Weg met dit soort mijdspreuken!
Verpleegsters of verpleegkundigen?
Een en ander neemt niet weg dat de auteur een punt heeft als hij betoogt dat steeds frequentere naamsveranderingen symbool lijken te staan voor onze machteloosheid discriminatie de baas te worden. Zo betreur ik tot op de dag van vandaag de teloorgang, ergens in de jaren zeventig, van de verpleegster en de onderwijzer ten faveure van het onlogische verpleegkundige en het oerlelijke onderwijsgevende. En nog steeds krijg ik een acute aanval van maculae bij het horen van ‘bemensen’ in plaats van ‘bemannen’. Zelfs uitdrukkingen als ‘met man en macht’ en ‘mankracht’ zijn bij deze policors, die nog geen blókje kaas gegeten hebben van etymologie, niet veilig. Nee, dat moet ‘met mens en macht’ en ‘menskracht’ worden! Mijn toetsenbord protesteert heftig. Bah!
Poëtisch analfabetisme
In de kerstboom hingen zo’n zestig ballen. Ofwel: in het invuldictee moesten zo’n zestig woorden worden ingevuld. Vrijwel zonder uitzondering woorden die men in alle frequentielijsten van het Nederlands tevergeefs zal zoeken. Policors zullen daarover wel weer hun staf breken, maar het angstvallig vermijden van ‘moeilijke’ woorden is toegeven aan functioneel minimalisme en zal leiden tot poëtisch analfabetisme. Wij laten ons in het dicteecircuit echter niet ringeloren door de jip-en-janneketaaladepten, wij zijn steeds op zoek naar woorden die uit het gebruik dreigen te vallen. René moet weten dat hij ze niet voor niets uit de krochten van zijn woordenboeken heeft opgedoken: wij adopteren ze. Wij gebruiken ze. Op gevaar af dat we als janweetal geafficheerd worden. En nee, het bezigen van in onbruik geraakte woorden is niet elitair! Eenieder die zijn woordenschat wil uitbreiden, staan woordenboeken ter beschikking die gratis te raadplegen zijn.
Bettelheims battle
René, in het grote grammaticabos geen babe in the woods, ging er voorzichtig van uit dat zijn dictee geen discussiepuntjes zou bevatten, maar in dat opzicht had hij toch buiten oud-GDdNT-winnaar Jacques Bettelheim gerekend. Na afloop van het dictee opperde deze dat in de zin “Soms wordt je bijvoorbeeld verzocht ‘geachte dames en heren’ door ‘beste mensen’ te vervangen” ook ‘word je’ goed gerekend zou moeten worden. In de moerlemei bleef hij echter een vox clamantis in deserto. Maar niet voor lang; een dag later trok hij bij de Taaladviesdienst van Onze Taal aan de bel. Rutger Kiezebrink wees er in zijn reactie op dat er in Van Dale geen steun te vinden is voor uitsluitend de vorm mét t. Daar staat expliciet ‘de heren wordt of worden verzocht hierheen te komen’. Ook staat in Van Dale de voorbeeldzin ‘men wordt verzocht hier niet te roken’, en aangezien ‘men’ alleen onderwerp van de zin kan zijn en nooit meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp, moeten ook andere onderwerpen mogelijk zijn in combinatie met ‘verzocht worden’. Ergo: zowel ‘wordt je verzocht’ als ‘word je verzocht’ is correct. Waarmee maar weer eens bewezen is dat je een gemankeerde formele educatie best kunt paren aan een scherp inzicht in de grammatische functie …
De gedateerde datief
Over het meewerkend voorwerp is al heel wat inkt vergoten, onder anderen door mijn helaas overleden leermeester (leermeesteres?) en vriendin Frida Balk-Smit Duyzentkunst. Zij repte meer dan twintig jaar geleden al van ‘de teloorgang van het meewerkend voorwerp’. Want ga maar na: zoals het eerder ‘lusten’ verging, zo vergaat het nu ‘verzoeken’. En met ‘passen’ zal het krek eender aflopen: er is geen middelbareschoolleerling meer die zegt ‘mij past die schoen niet’. ‘Ik pas die schoen niet’ is voor jongeren de enige vorm. De toekomst is dus voor ‘de heren worden verzocht’. Daar helpt geen lievemoederen aan!
Ook in het onlangs verschenen werkje ‘Maar zo heb ik dat geleerd’ van oud-taaladviseur Wouter van Wingerden wordt aandacht aan dit onderwerp besteed. Hij komt tot dezelfde conclusie als zijn vroegere collega.
‘De reizigers wordt verzocht’ hoor je intussen alleen nog maar op Schiphol. Telkens als ik het hoor, vraag ik mij af of de omroeper (m/v) dat ook zo zou zeggen als die tekst niet op zijn of haar blaadje stond, als hij of zij vrijuit sprak, niet belemmerd door voorschriften. Ik weet zeker van niet. Professor Kruisinga, een grammaticus uit de vorige eeuw, placht te zeggen dat alle voorschriften voor taalgebruik bedervend zijn. Daarin kan ik – zonder de tak af te zagen waar ik zelf op zit – niet geheel met hem meegaan, maar een punt heeft hij wel.
De mooiste vondst in het dictee was wat mij betreft wel de zin: ‘De kortte van dit betoog verhindert uitweiding over deze interessante gedachte.’ Menige dicteetijger had niet het analogon gezien met dikte en breedte.
Ontwapenend gemak
Na afloop van het dictee behandelde René nog eens de diverse spellingproblemen. Hij bespeelde de zaal weer met ontwapenend gemak – en vissend naar complimentjes (‘Ik hoop dat jullie mij nu nog wel lief vinden’). Het hoogtepunt vormde wel het hilarische filmpje uit 1989 van John Cleese die Tina Turner introduceert.
Bij de teams gaf D66 eenieder het nakijken (13 fouten gemiddeld). De ChristenUnie wist nog maar net de scholieren in toom te houden (15 tegenover 15,5 gemiddeld). De uitslag bij de liefhebbers liet een afgetekende overwinning zien voor classica Marissa van Vliet. Deze coming woman in het dictee- én quizcircuit struikelde slechts zes keer (gemiddeld 18) tijdens het lastige parcours; haar prijs: een etentje voor twee bij restaurant Ratatouille. Wij zijn benieuwd wie ze meevraagt … Ze werd op de voet gevolgd door Mirjam Driest (8 fouten, goed voor een pen). Het brons was voor Hommes Bontemps (11 fouten, goed voor een bon van Brasserie De Bank). Annemarie Braakman deed weliswaar buiten mededinging mee, maar haar foutenaantal (net als Marissa slechts 6) had wel vermeld mogen worden. Bij dezen alsnog!
Specialisten
Helaas had het correctieteam zich niet zo secuur van zijn taak gekweten, zodat het exacte foutenaantal van de top drie niet te geven is. Vast staat echter dat bij de specialisten de dicteetrojka Johan de Boer, Rein Leentfaar en Rien Wisse (deze volgorde is strikt alfabetisch-lexicografisch; er kan geen voorkeur uit worden afgeleid) elkaar nauwelijks iets toegaf. Er circuleerden verschillende tellingen, maar in alle drie kwam hun foutenaantal neer op ongeveer tien (gemiddeld 21). Chapeau!
René hield er rekening mee dat men aan het dictee thelalgie of heautoscopie zou kunnen overhouden. Nou dat viel wat mij betreft mee: het beperkte zich tot een flinke kater. Nochtans hoop ik er volgend jaar weer bij te zijn. Ik zeg dus: tot ziens bij de bigiyari!
Mooi leerzaam verslag Bert, van dit kwaliteitsdictee van René.
Jij schrijft: ‘. . . wij zijn steeds op zoek naar woorden die uit het gebruik dreigen te vallen.’
Van Dale kent hier een moeilijk woord voor, namelijk: repristinatie. Onder andere een begrip uit de taalkunde, dat betekent: het weer opvatten van buiten gebruik geraakte woorden of betekenissen.
Net als jij schreef ik ook: ‘wat showachtig’.
Een beetje vergeetachtig van mij was dat wel, omdat ik ongeveer een halfuur daarvoor, toen René zijn dictee voorlas, wel duidelijk wachoachtig met de klemtoon op de eerste lettergreep had gehoord en dat woord ook onmiddellijk herkende.
Wat de einduitslag bij de specialisten betreft, na grondige controle door Rien bleek dat ik derde was geworden met 10 fouten.
Mooi verslag, Bert. Prachtig geschreven. Wat was dat snoepen. Alsof ik een stukje kaastaart met frambozen, naar het weergaloze recept van mijn oma zaliger, krijg voorgeschoteld.
Ik ben het volledig met je eens dat woorden die in onbruik dreigen te raken, van de definitieve dood moeten worden gered, en wel door taalengelen als jijzelf, René, enz…., want slechts een piepklein groepje mensen heeft de gave om dat te doen. Nooit opgeven hoor!
Elitair? Helemaal niet. En dan nog; c’est le ton qui fait la musique, n’est-ce pas?
Ook dit. Het lijkt mij dat het in Vlaanderen niet zo’n vaart loopt met die ‘broekschijterij’ – om een vlamisme te gebruiken* – als het op persoonsbenamingen aan komt. Bij ons zijn ‘verpleegster’ en ‘onderwijzer’ nog volop in gebruik. ‘Verpleegkundige’ en ‘onderwijskundige’ heb ik nog nooit gehoord in (West-)Vlaanderen.
Ook ‘bemensen’ en ‘met mens en macht’ zijn mij totaal vreemd…
Ja, ik ben hier blij om.
Wat mooi om dat ‘ringeloren’ te lezen. Ik moest direct denken aan de West-Vlaamse uitdrukking ‘levenslange geringeld, levenslange gesjoareld’. Dat betekent zoveel als: levenslang geringd (= getrouwd), levenslang gefopt, beetgenomen.
Ann De Craemer, schrijfster én Tieltse, had het er nog over op haar taalblog in de Morgen: https://www.demorgen.be/opinie/-levenslange-heringeld-levenslange-gesjoareld-de-20-mooiste-uitdrukkingen-uit-bevergem-b4a6304d/.
Ook lees ik op de website van Onze Taal dat Jacob Cats in 1622 dichtte: ‘”Men vint in ouden tijd, en op ten dag van heden, Veel Prinssen wijt en breet van yder aengebeden, Geducht by al het volck, en deftigh van bedrijf, Maer in hun eygen huys geringelt van een wijf.”
Het is nu een meer algemene uitdrukking geworden dus.
Beste redactie, ik kijk reikhalzend uit naar Renés volledige tekst. Ik heb zo een donkerbruin vermoeden dat ik nóg een stukje krijg van die lekkere taart…
* een broekschijter is een angsthaas.
Taalengel, mooie vondst voor onze taalleermeester Bert. Mag ik misschien de b van Bert en van beter in dit woord weven, zodat er taalbengel komt te staan? Dit woord kun je, zoals ik nu doe, met enige liefkozing gebruiken.
Bert, je schrijfkunst is ongeëvenaard! Leerzaam, leuk en liederlijk (ik kon geen complimenteuze term beginnend met l bedenken). Hartelijk dank! Zonder het te beseffen blijk ik al jaren een repristinant (repristinatieadept) te zijn, dank, Johan! Trui, ik las je mooi geschreven reactie met veel plezier, wanneer schrijf je je eerste dicteetekst?
Prachtig verslag, Bert, en bedankt voor mijn eerherstel!
Ik heb daar geen woorden aan vuil gemaakt, het was een voortreffelijk georganiseerde avond. Ook ik heb weer genoten en van de kaastaart met frambozen mogen proeven!
Schitterend Bert! Steeds weer geniet ik van je mooi gevormde zinnen en woorden die je gebruikt, zoals bijvoorbeeld … zette ons een gesoigneerd convivium voor. Ik wou dat ik zo kon schrijven.
Ik wil nog graag melden, dat ik in ieder geval 1 fout minder [8 dus] had dan in de officiële uitslag (9): VD mag dan wel ‘in de picture’ hebben, maar GB heeft het (m.i. juiste) ‘in the picture’!
Net als Rien Wisse dus.
O ja, ik had in Zutphen (2015) twee fouten minder dan in de officiële rangschikking. Kan dat nog even in de annalen worden verwerkt?
Nu we toch policor bezig zijn: volgens mij is een vrouwelijke rector een rectrix. Zal ook wel te ouderwets zijn.
René en Bert, bedankt voor dit topdictee en -verslag. Ik haal er straks wel even Berts ‘woordenboeken die gratis te raadplegen zijn’ – en die mij een klein fortuin gekost hebben – bij om alle onbekende woorden op te zoeken. Daar ben ik wel even zoet mee. Maar dé vraag die op de lippen van iedere niet-deelnemer zoals ik brandt: wie heeft er nu eigenlijk officieel gewonnen bij de specialisten? Weet de reporter het niet? Erger: weet de jury het niet? Ergst: er is helemaal geen winnaar in het prestigieuze dictee van Harderwijk?