door Bert Jansen
Op maandag 16 november wees mijn dicteekompas richting Wezep, het esdorp aan de rand van de Veluwe. Voor het zevende jaar in successie werd daar, in de aula van het Agnieten College, het Groot Wezeper Dictee gehouden. Hier geen gedempt licht, schemerlampjes en afbeeldingen van schaars geklede dames aan de wanden, zoals een week eerder in het Gentse café Hotsy Totsy, maar functioneel licht en prozaïsche voorlichtingsposters van de ANWB die wijzen op het belang van een goede fietsverlichting.
De enigszins gewijde sfeer die dictees normaliter kenmerkt, ontbrak hier ten enenmale. Het aantal decibellen dat de kleine honderd leerlingen produceerden, maakte het gevaar op gehoorbeschadiging niet denkbeeldig; er hing een proefwerksfeertje in de lucht! Hoewel ook de ouders nadrukkelijk uitgenodigd waren, telde ik er slechts een handjevol. Was hun aanwezigheid dringend elders gewenst of vreesden zij de verbale geseling van dicteeauteur en docent Nederlands Ruud Oosterhof? De vraag stellen is hem beantwoorden.
Absolute onschuld
Vooraf praatte ik met enkele leerlingen. De meesten bleken in een staat van absolute onschuld te verkeren, althans op het gebied van de spelling. Een uitzondering waren de zussen Yvionn en Daisy van Emst, met wie ik nog wat spellingregels doornam. Vooral oud-leerlinge Daisy bleek goed ingevoerd; ze schudde zonder mankeren de tussen-n-regel en die van de klinkerbotsing uit haar mouw. Ze had dan ook verleden jaar niet zomaar gewonnen. Sprak ik met een winnaar in spe?
Na het woord van welkom van directeur Erik van Amelsfort kreeg Ruud Oosterhof de microfoon. Uit vrees voor al te veel opwinding besloot hij ter plekke het dictee niet eerst integraal voor te lezen; nochtans bleven de sluizen naar emotie niet gesloten en moest Oosterhof alle zeilen bijzetten om zijn gehoor volledig onder zijn beslag te krijgen. Na elke zin weer stegen kreten van ongeloof en verbijstering op en ontwaarde ik radeloze blikken. Niet zo verwonderlijk na zinnen als: ‘Natuurlijk laat een eloquente docent zich niet verrassen door de syntaxis of semantiek van woorden als sjoemelsoftware, antiplasmuurverf of nimbyarrogantie, maar de modale vmbo’er krijgt kippenvel van keukentafelgesprekken over gamificatie of cyberstalkingwebcare.‘
Rodepennenslijtage
Na nog zeven van dat soort zinnen werden de blauwe pennen ingewisseld voor rode, de dictees verwisseld en kon het nakijkwerk beginnen. Menige rode pen kon na die nakijkexercitie linea recta het ronde archief in; foutscores van 50, 60 en zelfs 70 bleken geen uitzondering. Hopelijk is dat soort scores geen dagelijkse praktijk bij de lessen Nederlands.
Voor de jeugd stonden er echter nogal wat onbekende woorden in het dictee, zoals sinecure, à propos, stante pede, plagiaat, mecenas. Geen woorden die je direct nodig hebt voor het schrijven van een stukje in de schoolkrant. Ook een woord als schoolfrik werd door menigeen niet begrepen en bijna massaal als schoolfreak gespeld. Overigens niet alléén door de jeugd, ook door onze sympathieke nestor uit Twello … De moeilijke woorden werden helaas niet uitgelegd; Ruud Oosterhof vertrouwde mij toe ervoor gekozen te hebben het dictee later in de klas te bespreken. Jammer voor die paar ouders in de zaal die zich wél vrijwillig op Oosterhofs verbale pijnbank hadden laten leggen, want ook voor hen bleek niet elk woord dagelijkse kost te zijn. Zo vroeg één moeder mij na afloop van het dictee naar de betekenis van het woord [mekenas] …
Pandapunten
Overigens had ikzelf nog nooit van snapchattende technerds gehoord (beide woorden nieuw in de vijftiende druk van Van Dale) en was het bestaan van pandapunten bij mij onbekend. Het leverde mij twee rode strepen op. Die pandapunten was een ondeugendheidje dat de eersteklassers hopelijk is ontgaan; met dit woord alludeerde de auteur op de spreekwoordelijke lethargie van de panda, die zelfs maar nauwelijks tot horizontale capriolen te bewegen is …
Ruud zei het weliswaar in de eerste zin van zijn dictee: ‘Het is geen sinecure voor de doorsneemiddelbareschoolleerling een dicteetje te organiseren‘, maar dat bleek toch alleszins mee te vallen; hij was erin geslaagd een vermakelijk dictee te componeren en de sfeer was opperbest, daar in het Agnieten College. Ook voor de drie ‘tijgers’, die in het dictee zelfs nog genoemd werden en onmiddellijk bij het betreden van de school een hier-brandt-de-kachelgevoel kregen. De enige fout in het dictee (deëscalatie in plaats van de-escalatie) bedekken wij dan ook graag met de mantel der liefde. En de opbrengst beliep ruim 400 euro. Die gaat naar Dance4Life, die samen met jongeren werkt aan een wereld zonder aids.
Gekroond
Nadat de beste dictees nog eens door de jury waren nagekeken, was daar het moment des oordeels. Bij de leerlingen eindigde Moniek Prins op de derde plaats (34 fout), het zilver was voor Madelief Herforth (31 fout), het goud voor Zoë van Oene (30 fout). In de rubriek oud-leerlingen eindigde Arrianne Burgmeyer op de derde plaats (24 fout), Alissa Seijbel volgde op de voet (23 fout). Marissa Kroon stak daar met haar slechts 17 fouten met kop en schouders boven uit. Bij de overigen wist Daisy van Emst haar titel niet te prolongeren; zij eindigde met 18 fouten op de derde plaats. Matthijs de Vries veroverde met 14 fouten de tweede plaats, terwijl Dian van Gelder met 10 fouten als eerste eindigde.
De drie dicteetijgers – te weten Jan Riefel, Bob Boersema en Bert Jansen (respectievelijk 6, 3 en 2 fouten) – deden hors concours mee, maar kregen buiten een warme hand een fraaie geplastificeerde en gepersonaliseerde oorkonde mee naar huis.
Waarom schreef Dian van Gelder niet mee bij de tijgers? Zij bezoekt meer dictees dan ik!
Bert, als je je literatuur had bijgehouden, had je gezien dat snapchatten (van Snapchat) voorkwam in het JeeBee Dictee 2015 …
Weer een mooi verslag, Bert, je hebt het er maar druk mee. En succes morgen in Brussel! (Of ook eerst nog Zutphen?)
Dank je wel, Pieter. Inderdaad, vanavond Zutphen, morgen Brussel. Jammer dat je op beide locaties schittert door afwezigheid.