Woordacrobatiek van het hoogste niveau

Woordenmagiër Marc de Smit droeg in Terneuzen de hoogmis voor dicteeliefhebbers op. Zoals altijd was het een feestje voor de fijnproevers.

Terneuzen 2016 - HB

Auteur Marc de Smit raadpleegt in 2016 de spellingbijbel voor de juiste schrijfwijze van ‘pencak silat’

door Bert Jansen

Terneuzen huisvest gerust enkele markante bezienswaardigheden, zoals de oude huisjes op de zestiende-eeuwse vestingwerken en het in brutalistische stijl gedachte twintigste-eeuwse stadhuis. Maar om nou louter en alleen dáárvoor de rit naar Zeeuws-Vlaanderen te maken … Nee, al sinds 2006 is het Zeeuws-Vlaamse dictee – met straatlengte het meest geraffineerde dictee van de Lage Landen – dé attractie die de lange reis zuidwaarts de moeite waard maakt.

Aanvankelijk stond het dictee voor 6 oktober 2022 gepland, maar toen werd het ‘wegens omstandigheden’ geannuleerd en verdaagd naar een nog nader te bepalen datum. Inmiddels weten we de reden: de schrijver van het dictee, Marc de Smit – bijna standaard gesierd met zijn epitheton ornans ‘tweevoudig winnaar van het Groot Dictee der Nederlandse Taal’ –, was ziek. Helaas was hij nog niet zover hersteld dat hij er op 13 april ook bij kon zijn. Van harte beterschap, Marc. Overigens was hij thuis stand-by om eventuele netelige kwesties te beslechten.

Usual suspects

Het voorlaatste Groot Dictee van Zeeuws-Vlaanderen werd op 11 november 2021 gehouden. Destijds nog op de oude locatie en slechts toegankelijk mét geldige QR-code; deze keer zonder restricties en in het nieuwe, aan de rand van de binnenstad gesitueerde pand, dat niet voor niets, met een maritieme knipoog, ‘De Kampanje’ heet.

Ook voor deze (zeventiende) editie was men weer uit alle windstreken komen aanwaaien. Pakweg veertig in getal. Veel usual suspects onder het publiek, waaronder niet minder dan tien specialisten, merendeels van geposeerde leeftijd. Drie orthografisch door de wol geverfde deelnemers, wier hang naar een podiumplaats sterker was dan die naar een uitdagende tekst, hadden besloten zich bij de liefhebbers in te schrijven, wat de kans op een podiumplaats voor de ware liefhebbers tot bijna nul reduceerde, zoals zou blijken …

De wrochtsels van Marc de Smit staan of vallen met de correcte uitspraak

Rudi Crombeen, directeur van de bibliotheek, opende de avond – en meende direct geconfronteerd te worden met een probleem toen hij aan zijn publiek adresseerde met ‘dames en heren’. Hij refereerde aan het juist een dag eerder verschenen advies van het LAKS om geen ‘jongens en meisjes’ meer te zeggen, maar de leerlingen genderneutraal aan te spreken. Nou denk ik niet dat er zich ook maar één deelnemer buitengesloten gevoeld zou hebben met een traditionele aanhef, maar er zijn alternatieven. Want wat zou je vinden, Ruud, van ‘beste dicteeliefhebbers’ of ‘beste dicteevrienden’? In dit circuit zitten we toch niet verlegen om woorden?

Kraplap

Voor de derde keer op rij had Marc de Zeeuwse babs Nettie de Jong verkozen als declamatrice van zijn dictee. Een goede voorlezer heeft bij élk dictee een sleutelpositie, maar bij uitstek Marcs wrochtsels staan of vallen met de correcte uitspraak; spellinguitspraak zou de nekslag zijn voor zijn woordacrobatiek. Als bij geen ander was deze taak bij Nettie in vertrouwde handen: als een ware voordrachtskunstenaar danste zij door de tekst als betrof het een menuet van Boccherini.

Was het thema van het dictee anderhalf jaar geleden nog de ophanden zijnde verhuizing van de bibliotheek, deze keer was het diner dat naar aanleiding van die opening was georganiseerd het onderwerp. Nee, helaas was het etentje niet voor diegenen die ooit aan een dictee hadden deelgenomen, maar slechts voor de zes organisatoren, allen personen die hun mad wel kunnen maaien: Om acht uur, op het afgesproken tijdstip, kwamen Yvette en Stefanie binnen, beiden in berthes, snel gevolgd door Nettie in een galajurk met daaronder een pompadoeren kraplap, Igor onbegrijpelijkerwijs in een hawaïhemd met een gebloemde kaïn pandjang en met een minuscuul tarboesje op en, ten slotte, ikzelf, Marc, zoals altijd stijlvol gekleed met twee zijden cravates en in jacquetkostuum.

Voor de meeste specialisten bleek de slim gekozen woordgroep een onontwarbare letterbrij

In bovenstaande alinea – met om en om een woord voor de liefhebbers en de specialisten – zien we meteen twee voorbeelden waar de Zeeuwse woordmagiër patent op heeft, de zogenaamde ‘marc-de-smitjes’ ((nog) niet in Van Dale): bij een niet-nadrukkelijke, natuurlijke lezing treedt er assimilatie van klanken op op de grens van twee morfemen: in berthes dient dan ook uitgesproken te worden als ‘imbertes’ en kaïn pandjang als ‘kaïmpandjang’ (zoals ‘ik zeg’ als ‘ikseg’ wordt uitgesproken, een verschijnsel dat in de taalkunde als ‘sandhi’ bekendstaat). De woordgroep wat kyats klonk (terecht!) als ‘watsjats’; ook voor de meeste specialisten bleek dit een onontwarbare letterbrij.
Al deze beenkluisters nam Nettie moeiteloos (chapeau!), alleen dat vermaledijde ‘vermaledijde’ wilde maar niet soepel aan haar mond ontsnappen. Hét bewijs dat ook de beste smid weleens op zijn duim slaat …

De laureaten in 2023: Herman Killens, Rien Wisse, Trui Gonnissen, Rein Leentfaar en Birgit Kuppens. Niet op de foto: Frans Van Besien

Over de tong

Culinaire terminologie vormt voor menige dicteeopsteller een dankbaar reservoir om uit te putten, zeker gezien de hausse aan exotische gerechten uit de internationale keuken die recentelijk op de markt gekomen zijn en met de snelheid van het licht in Van Dale zijn opgenomen. Een beproefd procedé is ook het noemen van woorden die je zegt niet te willen opnemen of – zoals in het onderhavige dictee – te zeggen het jammer te vinden dat je in vroegere dictees bepaalde woorden niet hebt kúnnen opnemen omdat die pas in de geüpdatete zestiende druk van Van Dale zijn verschenen, zoals: sucuk, airfryer, rootsyst, augmented reality en skaeve huse.

Tijdens het intieme etentje gingen ook nog enkele dicteedeelnemers over de tong. Helaas zonder naam en toenaam. Want wie is nu die kenner van nero d’avola (die zelf meent een connaisseur te zijn) en wie is die frivole dame met balconnetbeha, die menig mannelijke deelnemer in 2015 een type- – sorry, ik bedoel natuurlijk spelfout – opleverde? En wie was die koekwous die gediskwalificeerd werd omdat hij ruggespraak meende te moeten houden met zijn buurvrouw?

Wie weet, hopelijk, komt er volgend jaar antwoord op die prangende vragen waarmee menigeen entre chien et loup naar huis gestuurd werd.

Bietenbrug

De trojka die bij de liefhebbers met de prijzen ging lopen, was tevoren dus al bekend, alleen de volgorde nog niet. Die was: Frans van Besien met elf fouten het brons, Trui Gonnissen met 7 fouten het zilver en overtuigend winnares Birgit Kuppens met slechts vier fouten. Zij moet dus volgende keer bij de specialisten laten zien wat ze waard is.

Vaandeldrager Herman Killens kreeg zijn blaadje terug met elf rode strepen

Het zal wel geen verbazing wekken dat de meeste dicteeschrijvers de bietenbrug op gingen. Bleef anderhalf jaar geleden de winnaar (Joost Verheyen) nog ruim onder de tien fouten, deze keer kreeg de vaandeldrager, Herman Killens, zijn blaadje terug met elf rode strepen. Rien Wisse was met slechts één strafpunt meer de runner-up. Het brons was voor de man uit Middelburg, Rein Leentfaar (dertien fouten). Joost Verheyen viel deze keer met veertien fouten nét buiten de prijzen; zijn jetlag (hij was nog maar koud geland na een vlucht van ruim twaalf uur uit Puerto Rico) speelde hem duidelijk parten. Frank Denys blijft onvoorspelbaar: hij gaf, met slechts 16 fouten, cracks als Christiane Adams en Edward Vanhove (allebei 17 fouten) het nakijken.
Anneriek van Heugten, verleden jaar de winnares bij de liefhebbers en uit dien hoofde gepromoveerd naar de specialisten, bleek een maatje te klein voor haar nieuwe categorie en was nu de hekkensluiter.

5 reacties

  1. Mag je in Terneuzen gewoon zelf kiezen in welke categorie je meedoet? Ik zie nu in de liefhebbersgroep namen van gekende cracks. Niks mis mee, maar in feite is de groep ervaren dicteetijgers verdeeld over twee speelvakken.

  2. Van het dictee van topdicteeschrijver Marc, heb je een voortreffelijk verslag gemaakt, Bert.

    Een bijzonder geraffineerde vondst en een novum voor mij komt voor in de volgende dicteezin:
    … want we hadden nog een paar euri over en Yvette zelfs nog wat kyats die ze op vakantie in een Myanmarese cul-de-sacachtige koudekarbonadebuurt had afgetroggeld van een blinde ex-oppikkeradeur.
    Hier werd niet alleen de bijzonder moeilijk te schrijven Myanmarese munteenheid kyat, uitgesproken als tsjat, gevraagd, nee, het werd voorafgegaan door wat. Zo kreeg je dicteeopgave wat kyats, uitgesproken als ‘watsjats’, zoals Bert al aangeeft in zijn verslag. Zo lijkt het op één woord, waarbij de t van wat en de t van de uitspraak tsjat samenvallen.
    Als je in de dicteezin het woordje wat weglaat, is de zin nog heel leesbaar, waardoor de verleiding nog veel groter wordt, om wat kyats als één woord te beschouwen, vooral als je nog nooit van kyats hebt gehoord.

    Een andere topper uit het dictee, na te lezen in de dicteeverzameling van deze site, komt voor in de volgende zin: Papier-machee jij maar vanaf nu, meneertje, in plaats van nog dictees voor ons te maken.
    Papier-maché als bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord is vrij bekend. Sinds oktober 2019 kent VD het hiervan afgeleide werkwoord papier-macheeën, dat nog niet in GB vermeld staat.
    En juist dit werkwoord papier-macheeën gebruikt Marc, waardoor je papier-machee krijgt.

    Van harte beterschap gewenst, Marc.