Na afloop van het veertiende Deventer Dictee kon de argeloze passant een zeldzaam panorama aanschouwen: een bühne vol hologige, terneergeslagen dicteeliefhebbers. Murw gebeukt door de onschrijfbare alinea’s van Joost Verheyen zwalkten de zestig voormalige orthografische helden naar de foyer van de schouwburg om hun vernedering te verdrinken in alcohol. Alleen de glimlach van Robert Joosen uit het Vlaamse Kalmthout bleef, als de grijns van de Cheshire Cat, onveranderd zichtbaar. Met zijn dertien fouten had hij het hele deelnemersveld ver achter zich gelaten. Ook Marcel Holl kon nog breeduit lachen. In de liefhebbersklasse won hij met overmacht (zes fout) en sleepte daarmee een exclusieve vulpen in de wacht.
Voor alle anderen was deze editie van het roemruchte dictee een onthutsende exercitie. Mannen met decennia dictee-ervaring wisten zich gereduceerd tot dilettantistische snotapen nadat zij waren geconfronteerd met woorden als archidifficiele, a-b-kind, agacerend en ad amussim. Volslagen blanco staarden zij naar hun papieren bij het horen van zegswijzen als van de hei in de fij, de brijberg opgaan, crambe bis cocta, bezaansschoot aan en bone deus. Gemiddeld 31 fout, luidde na de pauze het vonnis voor de specialisten. Voor de liefhebbers (uit Deventer) en sfeerproevers (van buiten) liep het niet veel beter af. Alleen Waldo Keyers, de dicteeschrijver uit Houthalen die zich listig in de categorie sfeerproevers had gemanoeuvreerd, kon enigszins tevreden terugkijken op zijn prestatie. Hij verdiende een eervolle vermelding – en terecht.
Mise-en-scène
Een aparte prijs zou moeten gaan naar de voorlezer van de intelligente, maar tongbrekende tekst. Burgemeester Andries Heidema las het dictee met een sonore dictie voor, in een goed te volgen tempo. Zelden zal het zo muisstil zijn geweest in de schouwburg als tijdens zijn voordracht. Misschien werd die stilte mede veroorzaakt door de mise-en-scène, die sterk afweek van de gebruikelijke situering. De voorgaande jaren vond het evenement plaats in het indrukwekkende stadhuis van de Hanzestad; daar zaten de deelnemers groepsgewijs aan tafels in een barokke zaal. Nu vanwege een verbouwing uitgeweken moest worden naar de schouwburg, had de organisatie een ouderwets klassikale opstelling bedacht. Tafeltjes in rijen met uitzicht op de voorlezer, de auteur en een donkere zaal. Zo’n setting nodigt niet uit tot joligheid.
Ook in de pauze moesten de deelnemers noodgedwongen hun discussies en verzuchtingen binnen de perken houden. Tegelijkertijd vond in de foyer de Avond van het korte verhaal plaats, hetgeen noopte tot gedempt foeteren. Desondanks werd het verhaal van Verheyen uitputtend geanalyseerd, met als eensluidend eindoordeel: uitmuntend. Zelfs bij de discutabele passages (showlijder, jenniferlopezachtige, Finsepistelopers) bleek er geen speld tussen te krijgen. Dat was te verwachten. De Kannibaal van Paal is tenslotte een advocaat.
Scores
Om de moeilijkheidsgraad van het dictee te classificeren, volstaan enkele scores. De winnaar van het Groot Dictee op tv in 2012 schreef in Deventer 26 van de honderd woorden fout. Hij haalde daarmee de tweede plaats. De beste Nederlander was Rein Leentfaar, de enige dicteeprofessional in het land, die in de koekstad 28 fouten moest incasseren. Rien Wisse, twee dagen voor de Deventer slachting nog glorieus winnaar in Papendrecht, werd geconfronteerd met een foutscore van ruim dertig procent. Volgend jaar zal de beminnelijke dicteereus Robert Joosen de gesel overnemen van Verheyen. Wie zich niet voorbereidt, wacht een vernederende ervaring.
Het dictee kunt u hier lezen.
Prachtig stuk, Jeroen!