De zwartepietendiscussie op z’n dictees

Hoe hoort (hoor je) het op 5 december? Maar vooral: hoe schrijf je het? Bij een doorwrochte analyse hoort een gedegen bronnenonderzoek. En bij dictees zijn die alleen het Groene Boekje en de Van Dale.

Sint-Nicolaas (de echte)

door Rein Leentfaar

Over de correcte spelling van Sinterklaas, Zwarte Piet en alle samenstellingen die ermee samenhangen, bestaat veel twijfel. Daarom gaan we het maar eens grondig uitzoeken. Bij een goed artikel staan de (voet)noten onderaan het verhaal, in dit geval worden het kop- of hoofdnoten (rondgestrooid door de hoofdpiet).

Sint in de Van Dale

In de (online) VD (online-VD), zoeken op *sint*. Dat geeft 275 treffers, maar ik wil absoluut niks missen, dus ga ik ze allemaal na.

  • a) hulpsinterklaas en hulpsint
  • b) sint 1, znw.: heilige 1 (3) = vroom iemand, de goede sint = Sinterklaas, en uitdrukking: het is een afgezette sint = een vroeger invloedrijk iemand, om wie zich thans niemand meer bekommert
  • c) sint 2, voorzetsel = sedert
  • d) Sint- of St. zoals in Sint-Pieter (hoho, niet Zwarte Piet!) of St.-Pieter. Ook: Sinte-Margriet
  • e) sinterklaasaanbieding, -lied, -pak, -optocht en -show
  • f) sinterklaasachtig en sinterklaasavond of sint-nicolaasavond
  • g) sinterklaascadeau en sinterklaasdag (een Sint-Niklazenaar komt uit Sint-Niklaas, bnw. Sint-Niklaas of verbogen: Sint-Niklase)
  • h) sinterklaasgebak en sint-nicolaasgebak
  • i) sinterklaasgedrag, -geschenk, -stoet en -uitmonstering
  • j) sinterkerst = periode waarin sinterklaas- en kerstinkopen worden gedaan
  • k) sinterklaas = de persoon of het feest
  • l) Sinterklaas = heilige met geschenken, Sinterklaas en Zwarte Piet, de zak van Sinterklaas, voor Sinterklaas spelen, Sinterklaas heeft goed gereden, zo droog als Sinterklaas z’n achterste (gezegd van gebak en brood), en Sinterklaas staat metonymisch voor de naam- en feestdag van Sint-Nicolaas (6 december) of de vooravond daarvan
  • m) sinterklaasavond, -feest, -gedicht, -koek, -mutsenkruid, -pop, -prent, -rijm, -tijd, -vermomming, -verrassing, -vers, -viering en -weer
  • n) sinterklazen = voor Sinterklaas spelen, het sinterklaasfeest vieren of erg vrijgevig zijn van andermans geld
  • o) sinterklazerij = vrijgevigheid met andermans geld, m.n. overheidsgeld
  • p) sinterklaasversnapering en -weekend
  • q) Sint-Nicolaas = Sinterklaas
  • r) versinterklazen = onoordeelkundig besteden = verjubelen

Bij de voorbeeldzinnen (55) vinden we nog: Sinterklaas, goedheilig man [GB nu ook: goedheiligman], Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje, Sint-Niklaas (!) is jarig, o wat zijn we blij, lootjes trekken voor sinterklaas [twijfelachtig], Sint en Piet, Sinterklaas en zijn Pieten, met Sinterklaas (!) geef je elkaar surprises, met sinterklaas (?) wordt er gestrooid. Binnen artikelen (371) laat ik even zitten, anders wordt het te gek.

min of meer Zwarte Pieten tijdens de intocht van 2018

Piet in de Van Dale

En dan nu *piet*. Lijkt onbegonnen werk, valt mee. Lemmata (106), waaronder:

  • a) hulppiet (helper van Zwarte Piet)
  • b) kleuren- en regenboogpiet
  • c) bij ‘piet’ niets wat naar het decemberfeest verwijst
  • d) bij ‘Piet’ Zwarte Piet, elk (!) van de zwartgeschminkte helpers van Sinterklaas = Piet (2) = Zwarte Piet, Sint en Piet, Sinterklaas en zijn Pieten, Pieterbaas, vergelijk zwartepiet [dat gaat alleen over een kaartspel en de zondebok]
  • e) pietenpak en pietenpet
  • f) zwartepietenprotest
  • g) regenboogpiet, roetpiet = schoorsteenpiet en veegpiet
  • h) zwartepieten = kaartspel of elkaar de schuld geven = elkaar de zwartepiet toespelen – dat is het zogenaamde zwartepietenspel

Bij de voorbeeldzinnen (72): Zwarte Piet werd in korte tijd ontkleurd en ontkroesd en stoute kinderen gaan in de zak van Zwarte Piet. Binnen artikelen (206) laat ik verder buiten beschouwing.

Sint en Piet in een parkje

Sint in het Groene Boekje

Dan naar GB met *sint*: sint, hulpsinterklaas – verder kom ik niet in het online-GB, in de papieren versie nauwelijks nieuwe gezichtspunten en met alleen sint* nog sintfeest (= sinterklaasfeest) en een sinterklaas is iemand die voor Sinterklaas c.q. Sint-Nicolaas speelt (!) en nog allerlei samenstellingen met sinterklaas- die bij VD al genoemd zijn.

Piet in het Groene Boekje

Vervolgens naar *piet*: piet (is ook bv. een kanariepietje), weinig nieuwe gezichtspunten.

Mijn analyse

Ik vind geen redenen om ‘piet’ in de betekenis van ‘Zwarte Piet’ met een kleine letter te schrijven. Daarvoor geven GB en VD geen handreiking. Wel erken ik ‘Piet’ (met hoofdletter) ook als verkorting van Zwarte Piet. Bij ‘sint’ is dat wat subtieler, maar voor de/een sint in GB zonder betekenisaanduiding kom ik niet verder dan de betekenis in VD: een sint = een heilige. Om tot Sinterklaas gebombardeerd te worden, moet je een goede sint, een goede heilige zijn. Volgens mij moet Sint als verkorting van Sinterklaas dus gewoon met een hoofdletter geschreven worden.

Samenvatting

In december geschiedt dus – voor zolang het nog duurt – het volgende. Op pakjesavond, sinterklaasavond gaat de goedheilig( )man, Sinterklaas, Sint-Nicolaas, de Sint, Sint-Niklaas, in een razend tempo Nederland rond. Hij is vergezeld van Pieterbaas, (Zwarte) Piet [Sint en Piet] – en bij grote drukte ook wel van zijn Pieten [Sinterklaas en zijn Pieten].

7 reacties

  1. Conclusie: dicteeauteurs moeten de verwijzingen naar S en ZwP maar nooit meer in hun tekst opnemen. Geeft te veel onzekerheid. En discussie…

  2. Rein

    Zeer knappe, doorwrochte studie, dank je wel om die met ons te delen!

    Ik denk dat in VD 2015 het schoentje nog knalhard knelt bij de betekenisomschrijving van Zwarte Piet (letter d in jouw opsomming over Piet). Wanneer men de – correcte! – schrijfwijze “Sinterklaas” in deze betekenisomschrijving in acht neemt, is deze omschrijving een zogeheten contradictio in terminis …

    Huib: er mag toch gesteld worden dat een extra kadertekstje in VD (m.n. als onlinetoevoeging) veel verheldering brengen zou … dit zou bij elkeen die met professioneel schrijven bezig is, veel vraagtekens wegnemen. Dicteeauteurs zomaar restricties opleggen lijkt mij uit den boze. Je kunt volgens mij niet zeggen: “vis maar in de hele vijver, behalve in het gebied van S en ZwP”. Een volstrekt aanvaardbaar bezwaar zou dan immers zijn: “o, maar dan mag ik zeker niet in het gebied van themata Y en Z vissen, want die zijn nog veel problematischer geregeld in GB en VD”. (Voorbeelden ter zake zijn op triviale wijze aanwijsbaar.) Hoe ga je dan precies aflijnen wat nog in opgaventeksten mag worden opgenomen? Wie zal er instaan om de aflijnende code voor goede praktijk uit te schrijven? Wie zal deze code in het licht van de sterke dynamiek (diverse online-updates, het hele jaar door) up-to-date houden? Dat lijkt mij ondoenlijk.

    Laten we overigens realistisch zijn: zelfs wanneer Jeroen je ‘verzoek tot restrictie aan alle dicteeauteurs’ in koeienletters zou overnemen op het onthaalpagina van deze site, dan nog is de a-priorikans dat er werkelijk zo’n dicteewereld zonder S en ZwP-woorden ontstaat, vele malen kleiner dan een miljoenste …

    Overigens ben ik van mening dat de S en ZwP-samenstelling (of specifieker: de ZwP-samenstelling) in de titel van Reins studie wel degelijk een unieke en onbediscussieerbare spelling heeft – en er zijn andere woorden die een unieke en onbediscussieerbare spelling hebben. Tenslotte is enige werk dat GB en VD rest, louter te spellen volgens de structuren die reeds beschikbaar zijn in eigen Leidraad en wat dies meer zij.

    Hartelijke groeten

    Edward

  3. Ik ben het met twee conclusies in Reins analyse eens: op basis van wat in Van Dale onder ‘Piet’ staat, moet je Zwarte Piet met kapitalen schrijven, evenals Sint, als verkorting van Sinterklaas. En ik ben het met Edward eens dat dicteeauteurs vrijelijk over de goedheilig man en zijn knechten moeten blijven schrijven, mits ze dat op basis van De Bronnen doen en mits ze dat wat ze ervan gemaakt hebben deskundig beargumenteren.

    Ik ben het niet volmondig met Edward eens dat Reins studie ‘doorwrocht’ is – ik mis iets. De verklaring van de titel. In de uitvoerige opsomming van de vindplaatsen van Sint en Piet in VD en GB – ik vind het overigens logischer om de in Dicteeland gebruikelijke volgorde GB en VD te hanteren – komt ook ‘zwartepietenprotest’ voor. Dat kan toch bezwaarlijk over het zwartepietenspel gaan. En dan toch de conclusie dat er geen redenen te vinden waren om ‘piet’ in de betekenis van ‘Zwarte Piet’ met een kleine letter te schrijven? En vervolgens in de titel over de ‘zwartepietendiscussie’ te reppen?

    Waar wringt het nu eigenlijk? Het GB, dat de baas is, geeft ‘Sinterklaas’ als Sint-Nicolaas wordt bedoeld, en ‘sinterklaas’ voor een “persoon die voor Sint-Nicolaas speelt”. Daar begint het al te schuiven. Iedereen zegt “6 december is de verjaardag van Sinterklaas”, dan gaat het over de echte bisschop van Myra (het was trouwens zijn sterfdag.) En iedereen zegt “daar lopen drie sinterklazen”, als goedheilig man uitgedoste studenten die wat schnabbelen. Maar “de officiële intocht van Sinterklaas”, dat schrijft iedereen met een hoofdletter s, terwijl dat toch ook echt een verklede vent is.

    Is het onderscheid bij sint(erklaas) en Sint(erklaas) met de GB-tekst nog wel uit te leggen, bij piet/Piet heeft het GB dat niet expliciet zo gedaan. Bewust? Omdat er helemaal geen ‘echte’ bestaat? Onder de p alleen ‘piet’ (maar dat heeft vele betekenissen), en onder de z alleen ‘zwartepiet’, maar dat moet haast wel over de schoppenboer in het zwartepietenspel gaan, of de overdrachtelijke tegenhanger. Hoewel? Het verkleinwoord ‘zwartepietje’ vind ik dan weer niet passen. VD heb ik alleen op papier (en ik kon ‘zwartepietenprotest’ dan ook niet vinden), maar ik kan natuurlijk wel bij het GB online. En daar staan twee woorden die roet in het eten gooien: zwartepietenbeleid (dat gaat toch niet over dat kaartspel?) en zwartepietenpak. Op basis van VD, onder ‘Piet’, was ik ervan overtuigd dat het bij het recente Leiderdorps dictee onjuist was om ‘zwartepietendiscussie’ goed te rekenen. ‘Zwarte Pietendiscussie’ kreeg genadeloos een rode streep.

    Ik mis, zei ik, de verklaring van de titel, en dan natuurlijk ‘zwartepietendiscussie’ wat mijns bescheidenes inziens haaks staat op de conclusie over ‘Piet’. En ik vind nu, met VD’s zwartepietenprotest en GB’s zwartepietenbeleid en zwartepietenpak in de hand, dat in een dictee beide vormen dan maar getolereerd moeten worden. Dus Huib, laat dicteeauteurs er maar over schrijven, en laat ze het maar uitleggen, als ze maar nooit zeggen – zoals in een dictee een keer gebeurde – dat ze het zus of zo bedóélden …

  4. Ik wil slechts opmerken dat de titel – zoals wel vaker in (kranten)artikelen – niet uit de pen van de auteur maar uit die van een eindredacteur kwam …

    • Ik zie overigens de zwartepietendiscussie in relatie tot Zwarte Piet ongeveer als het harrypotterbrilletje vs. Harry Potter. Die zwartepietendiscussie (let op het meervoud) gaat nauwelijks over Zwarte Piet, sterker nog: eigenlijk nergens over … (:-|)

    • Ja, ik was al een beetje bevreesd dat die ingreep het hele verhaal weer in de war zou schoppen. Maar ik heb mij in de titel, zoals het een redacteur betaamt, gehouden aan de communis opinio in de media. Reins opmerking hierboven slaat de spijker op de kop: die discussie is bijna een eponiem geworden met een heel eigen semantische lading. Daarom sluit ik mij graag aan bij deze schrijfwijze.

      Desondanks vind ik dat in een dictee de spelling Zwarte Pietendiscussie niet zomaar afgekeurd zou mogen worden.

  5. De twijfels over de schrijfwijze van Sinterklaas/Sint, wel of niet met een hoofdletter, komen heel duidelijk tot hun recht bij de taaladviezen. Het uitgangspunt is duidelijk maar in de uitwerking slaat de twijfel toe.
    Ik begin met: https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1790 Sinterklaas (hoofdletter?)
    Als de heilige persoon of de personificatie daarvan bedoeld is, wordt Sinterklaas als eigennaam beschouwd en met een hoofdletter geschreven. Als personen bedoeld zijn die de rol van de heilige figuur spelen, is sinterklaas met een kleine letter. Het is dan een soortnaam.
    Sinterklaas heeft de waarde van eigennaam als het verwijst naar de heilige Sint-Nicolaas, de bisschop van Myra, of naar de figuur waarvan men kinderen doet geloven dat het de personificatie van die heilige is. In dat geval wordt Sinterklaas met een hoofdletter geschreven. Ook de verkorte benaming de Sint kan als eigennaam opgevat worden.
    De naamdag en de feestdag van de heilige Sint-Nicolaas is Sinterklaas, met een hoofdletter. Als het feest (de activiteiten) naar aanleiding van die dag bedoeld is, is sinterklaas met een kleine letter.

    Bij de hier volgende kanttekeningen, vermeld in het taaladvies, heb ik de voorbeeldzinnen weggelaten. Die zijn te vinden in het taaladvies.
    Soms is zowel een hoofdletter als een kleine letter verdedigbaar, omdat de interpretatie als eigennaam en als soortnaam allebei mogelijk is.
    Afhankelijk van de context kan sinterklaas/Sinterklaas de ene keer als soortnaam en de andere keer als eigennaam opgevat worden.
    Het onderscheid tussen Sinterklaas/sinterklaas als eigennaam of als soortnaam is in sommige gevallen vrij subtiel en vatbaar voor interpretatie. Beide schrijfwijzen zijn dan te verdedigen.
    Ook in samenstellingen is de grens tussen eigennaam en soortnaam vaak niet scherp te trekken, en zijn dus beide schrijfwijzen te verdedigen: sinterklaasviering/Sinterklaasviering, sinterklaasfeest/Sinterklaasfeest, sinterklaasgedicht/Sinterklaasgedicht, . . .
    In de praktijk maakt het bij zulke samenstellingen meestal niet uit waar het eerste deel precies op slaat; het betekenisverschil is verwaarloosbaar.

    Ook bij het schrijven van Zwarte Piet/zwarte piet stuiten we op dezelfde problemen zoals te zien bij:
    https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/953/
    Wat is de correcte spelling: zwartepiet, zwarte piet of Zwarte Piet?

    Als de figuur bedoeld is waarvan men kinderen doet geloven dat het de helper van Sinterklaas is, wordt Zwarte Piet als eigennaam beschouwd en met hoofdletters geschreven. Als we verwijzen naar personen die deze rol spelen, is zwarte piet met kleine letters. Het is dan een soortnaam. Ook de verkorte benaming Piet kan als eigennaam opgevat worden.

    Ook hier worden weer een aantal kanttekeningen gegeven, waardoor de zekerheid over de schrijfwijze van Zwarte Piet/zwarte piet of Piet/piet op losse schroeven gezet wordt.
    Ik citeer: Soms zijn zowel hoofdletters als kleine letters verdedigbaar, omdat de interpretatie als eigennaam en als soortnaam allebei mogelijk is.
    Het onderscheid tussen Zwarte Piet/zwarte piet als eigennaam of als soortnaam is in sommige gevallen vrij subtiel en vatbaar voor interpretatie. Beide schrijfwijzen zijn dan te verdedigen.
    Ook in samenstellingen is de grens tussen eigennaam en soortnaam vaak niet scherp te trekken, en is zowel de schrijfwijze met kleine letter als die met hoofdletter te verdedigen.
    In samenstellingen met de eigennaam Zwarte Piet blijven de spatie en de hoofdletters gehandhaafd, bijvoorbeeld: het Zwarte Pietdebat, een Zwarte Pietenmuts. In samenstellingen met als eerste deel zwarte piet, is de beginletter een kleine letter en worden verder alle woorden aan elkaar geschreven: zwartepietenpak, zwartepietenmuts. Samenstellingen met Piet en piet kunnen ook zowel groot als klein geschreven worden: bijvoorbeeld een Pietenmuts/pietenmuts, een Pietendiploma/pietendiploma. In de praktijk maakt het bij zulke samenstellingen meestal niet uit waar het eerste deel precies op slaat; het betekenisverschil is verwaarloosbaar.

    Conclusie: de schrijfwijze Zwarte Pietendiscussie lijkt mij ten onrechte fout gerekend in het Leiderdorps Dictee, want zowel Zwarte Pietendiscussie als zwartepietendiscussie zijn op grond van bovenstaande uitleg correct. Dit geldt uiteraard ook voor de kop van het artikel van Rein.

    In de Technische Handleiding behorend bij het Groene Boekje vind ik helaas niets over deze discussie. Sinterklaas of Sint-Nicolaas vind je daar niet. Alleen Zwarte Piet wordt eenmaal genoemd als eigennaam.

    Bij Taaltelefoon http://www.taaltelefoon.be/sinterklaas vind je ongeveer dezelfde uitleg als bij Taaladvies.net, maar dan in verkorte vorm.

    Tot slot Onze Taal over Sinterklaas/sinterklaas bij:
    onzetaal.nl/taaladvies/sinterklaas-sinterklaas/ Ook hier weer het aangeven van het verschil tussen eigennaam en soortnaam, echter wel met de vermelding:
    In de praktijk komt Sinterklaas/Sint vrijwel altijd met een hoofdletter voor, en daar valt ook wel iets voor te zeggen. Je kunt Sinterklaas namelijk ook opvatten als de naam van een personage dat door verschillende mensen gespeeld kan worden.

    Ook aan Zwarte Piet wordt een taaladvies gewijd bij: taaladvies/zwarte-piet-zwarte-piet-zwartepiet/ Ook hier weer het onderscheid eigennaam/soortnaam en de volgende opmerking bij het gebruik van zwarte piet met kleine letters: Wie in deze laatste zinnen liever hoofdletters schrijft, maakt volgens ons geen grote fout. Je kunt Zwarte Piet immers ook opvatten als de eigennaam van een personage. Zo’n eigennaam behoudt altijd zijn hoofdletter(s), door wie het personage ook wordt uitgebeeld.