Liduina maakt het Schiedammers niet te moeilijk

De heilige Liduina speelde de hoofdrol in het zevende Schiedams Dictee.

Liduina valt op het ijs; houtsnede uit 1498.

Liduina komt ongelukkig terecht op het ijs. Illustratie uit Het leven van Liduina door Johannes Brugman, 1498.

door Bert Jansen

Bijna zes eeuwen na haar jammerlijke dood, stond Liduina weer volop in het Schiedamse licht. Zij speelde de hoofdrol in het zevende Schiedams Dictee.

Maar liefst ruim vijftig Schiedammers waren afgekomen op het evenement dat, evenals vorige jaren, gehouden werd in de raadzaal van het moderne gemeentehuis annex bibliotheek, gelegen in de schaduw van de aan de heilige Liduina gewijde negentiende-eeuwse basiliek. Vier jongedames tekenden voor de tekst, waarin het kommervolle leven van de in 1433 gestorven en in 1890 heilig verklaarde Liduina in grove penseelstreken geschilderd werd. In de laatste alinea suggereerden de auteurs Neerlands bekendste heilige uit te baten en een jaarlijkse trofee met haar naam uit te reiken. Of ze daarvoor de handen in zwart Nazareth op elkaar krijgen, valt nog te bezien; de trofee zou namelijk moeten gaan naar ‘de doerak’ die dat jaar ‘de scheefste schaats’ gereden had …

Historisch
Anders dan in voorgaande jaren, zaten er in het dictee geen discutabele taalkundige kwesties, al zouden er – althans volgens mijn buurman, die, als historicus, onderzoek had gedaan naar zijn roemruchte stadgenote – bij de historiciteit vraagtekens gezet kunnen worden.

Lamers

Burgemeester Lamers van Schiedam las het dictee voor.

De heer Lamers, burgemeester van Schiedam, las het dictee rustig en duidelijk, soms wat ál te duidelijk voor, een fout waar wel meer voorlezers zich aan bezondigen. Zo lieten de schrijfwijzen van pennenvruchten (voorgelezen met een duidelijk hoorbare tussen-n) en transsubstantiatie (waar twee s’n duidelijk te onderscheiden waren) niets te raden over. Aan de andere kant verdonkeremaande de burgervader op slinkse wijze de laatste r van harer in te harer ere, een ongeoorloofde voetangel die menige Schiedammer op het verkeerde spellingbeen zette.

In het dictee was er met ruime hand gestrooid met typische dicteewoorden als in groten getale, nochtans, hartstikke, geenszins, gestrest en per se. Maar ook wat minder gangbare woorden passeerden de revue, zoals devotionaliseringsproces, consecratie, transsubstantiatie en canonisatie. Veel spellingproblemen leverden deze woorden niet op, al had menige Schiedammer niet direct een helder beeld van de denotatie. Dat deze woorden geen dagelijkse kost zijn in de raadsvergaderingen kon afgeleid worden uit het feit dat de burgemeester ze niet steeds in één keer vloeiend over de lippen kreeg.

Bert Jansen

Winnaar Bert Jansen tijdens het dictee van Harderwijk, in oktober 2014. Foto © Ton Pors

Statistiek noch bespreking
Na afloop van het dictee ging de nakijkploeg snel en efficiënt aan de slag. In de Jan van Henegouwenzaal stonden inmiddels de drankjes gereed, en omlijst door vrolijke klanken van een combo kon men napraten. Na een acceptabele 45 minuten werd men weer de raadzaal binnengeroepen, waar in rap tempo de nummers drie, twee en een – respectievelijk acht, vier en twee fouten, waarbij die laatste twee door mijzelf gemaakt werden – naar voren werden geroepen. De statistische exercitie die verleden jaar zoveel lof oogstte (het gemiddeld aantal fouten, uitgesplitst naar leeftijd, kunne en beroep) ontbrak daarbij helaas.

Dat is jammer, maar echt kwalijk was dat de bespreking van het dictee geheel achterwege gelaten werd. De mogelijkheid werd weliswaar geboden vragen te stellen, maar er werd té nadrukkelijk aangekondigd dat de snacks en drankjes in de aanpalende zaal reeds klaarstonden. Terwijl de zeven dicteezinnen over het projectiescherm rolden en een enkele nablijver opheldering vroeg naar een rode streep in zijn werk, haastten de Schiedammers zich halje travalje naar de dampende bitterballen in de aanpalende zaal. Dat behoeft niet te verbazen; Schiedammers reageren in zo’n situatie niet anders dan scholieren die je de keus geeft tussen buiten spelen en het nog eens behandelen van de stelling van Pythagoras.

Een kans om aan een gezellige en voor het goede doel lucratieve avond ook een educatief tintje te geven – wat mijns inziens een vast onderdeel van elk dictee dient te zijn – is daarmee gemist. Dat klemt temeer daar de avond in het teken van de laaggeletterdheid stond. Alle lof voor de organisatie (de Rotary, in samenwerking met de bibliotheek, had zich zó goed van haar taak gekweten dat de Stichting Laaggeletterdheid haar saldo met maar liefst 2000 euro zag groeien), maar die scheve schaats is helaas gereden.

Reacties zijn gesloten.