Taaluniebaas Bennis, die niet van de n is

Spelling vindt professor Bennis oninteressant. Op zichzelf is dat geen buitenissige opinie van een taalkundige. Maar Hans Bennis is binnenkort de baas van de Taalunie, en dus verantwoordelijk voor het Groene Boekje. Heeft hij wel een mening over spelling? Maak kennis met Bennis, die niet van de tussen-n is.

Hans Bennis

Prof. dr. Hans Bennis in 2009. Foto: Carla Ruigendijk.

door JvHD

Spelling vindt professor Bennis oninteressant. Op zichzelf is dat geen buitenissige opinie van een taalkundige. Maar Hans Bennis is binnenkort de baas van de Taalunie, en dus verantwoordelijk voor het Groene Boekje. Heeft hij wel een mening over spelling? Maak kennis met Bennis, die niet van de tussen-n is.

Per 1 februari 2017 neemt prof. dr. Hans Bennis (65) het roer over van de Taalunie. Zijn voorganger Geert Joris hield het nog geen vier jaar vol. Tot opluchting van menigeen legde hij zijn functie in het najaar van 2016 neer. Het experiment om een beroepsmanager buiten de neerlandistiek aan te stellen als hoofd van de Taalunie, mag als mislukt bestempeld worden. Joris bezuinigde onder de wapenspreuk ‘wie betaalt, bepaalt’ fors op de inhoud, terwijl hij investeerde in de communicatie van zijn eigen toko. Zo dreigden onder meer de opleidingen Nederlands in het buitenland (Indonesië, Italië) van de menukaart te verdwijnen. Ook het Instituut voor Nederlandse Lexicologie kon harde maatregelen verwachten. Daarentegen werd de afdeling communicatie versterkt met verscheidene medewerkers en een speciale verandermanager.

Bennis is stennis
De opvolger van Joris gaat het anders doen. ‘Mijn voorganger profileerde zich als pure manager’, zegt hij in het januarinummer van Onze Taal. Zelf kiest hij naar eigen zeggen voor de dialoog. Zijn voorsprong op Geert Joris mag duidelijk zijn: naast neerlandicus, gespecialiseerd in grammatica en syntaxis, is hij bestuurder van het Meertens Instituut. Ook is hij hoogleraar taalvariatie aan de Universiteit van Amsterdam. Bennis heeft kennis, dat is zeker; maar hem kleeft ook een reputatie aan van tegendraadse rebel. ‘Bennis is stennis’, is een gebbetje dat al langer rondzingt in kringen van neerlandici. Hans vindt het zelf wel meevallen. ‘Ik houd van het inhoudelijke dispuut’, zegt hij in het profiel van Onze Taal. ‘Maar als de wedstrijd gespeeld is, ga je samen een biertje drinken.’

Zoals Jan Erik Grezel in Onze Taal schrijft, is de overgang van Bennis opmerkelijk. Taaldiversiteit is het speerpunt van het Meertens Instituut en bovendien Bennis’ vakgebied. De Taalunie daarentegen stelt de norm en stuurt aan op uniformiteit. Wat vindt Hans daarvan? Wel, hij hanteert een pragmatisch standpunt. ‘We hebben besloten dat er één [taalvariëteit] is die we in het nationale verkeer hanteren. Dat noemen we de standaardtaal. Je moet daarbij een zekere uniformiteit nastreven.’ Maar al te gek wil de neerlandicus het niet maken. ‘Het moet binnen een bepaalde bandbreedte blijven.’ Wie die breedte bepaalt, daar laat Bennis zich niet over uit.

Groene Boekje

Het Groene Boekje: niet zo interessant, volgens de nieuwe directeur van de Taalunie.

Onzinnige tussen-n
Op het vlak van spelling heeft de Taaluniebaas een eigenzinnige, en voor dicteeliefhebbers wellicht verontrustende mening. ‘Ik ga de wonderlijke en onlogische spelling die we nu hebben, niet verdedigen’, meldt Bennis in Onze Taal. Sterker nog, hij wenst zich er niet aan te houden. ‘Bij alles wat ik publiceer, eis ik van de uitgever dat ik geen tussen-n hoef te gebruiken. Die tussen-n-regel is onzinnig.’ Die opinie komt niet uit de lucht vallen. Acht jaar geleden liet Bennis zich al badinerend uit over mensen die spelling serieus nemen. In een vraaggesprek dat Onze Taal in 2009 publiceerde, verwonderde hij zich over de malloten die graag dicteetjes schrijven: ‘Ik begrijp niet dat intelligente mensen hieraan meedoen, laat staan dat ze er trots op zijn als ze weinig fouten maken.[…] Van mij mogen ze de officiële spelling wel afschaffen.’ Acht jaar later zal hij ‘ze’ in zijn laatste zin moeten vervangen door ‘we’.

Het hoofd van de Taalunie hoeven we dus niet te vrezen bij dicteewedstrijdjes. Bennis gaat lekker zijn eigen orthografische gang, en als iemand daar iets van vindt … so what? Fouten in werkwoordspelling vindt hij iets interessanter, omdat die zijn vakgebied raken. Desondanks sluit hij graag af met een zalvend advies: ‘Laten we niet iedereen beoordelen op de manier waarop hij de d’s en t’s zet.’ Een nobele gedachte.

2 reacties

  1. Bennis heeft in het genoemde artikel gezegd spelling oninteressant te vinden. Zinnige uitspraken daaromtrent mag je dan ook van zo iemand niet onmiddellijk verwachten.
    Waar we als spellingliefhebbers (in de ware zin van het woord) wél meer zouden van mogen verwachten, is van de Commissie Spelling van de Taalunie. Het zou me verwonderen dat hun ongeïnteresseerde baas hen iets in de weg zou leggen.

  2. Voetballer Dennis Bergkamp stond bij Arsenal ooit bekend als Dennis the Menace (de bedreiging), naar de gelijknamige Amerikaanse strip en film. Nu hebben we dus ook een Bennis the Menace.